de reeds bovenvermelde artikelen 25-41 allerlei ver eisten gesteld. Zo vermeldt artikel 25, dat voor de in schrijving van een akte van levering onder meer is vereist de vermelding van de titel op grond waarvan de levering plaatsvindt en van de wettelijke benaming van het recht, op de levering waarvan het ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft. Ter inschrijving van een akte van levering dient te worden aangeboden een notariële akte, dan wel een authentiek afschrift of een authentiek woor delijk gelijkluidend uittreksel van de akte. Artikel 42 geeft een regeling omtrent de aan te bieden stukken die zijn gesteld in een vreemde of Friese taal. Thans bestaande wettelijke bepalingen hieromtrent artikel 8 van de Wet van 6 mei 1878, Stb. 70 (Wet be- edigde vertalers) en artikel 8 van de Wet van 11 mei 1956, Stb. 242 (Wet gebruik Friese taal) zijn in dit wetsontwerp geïncorporeerd. Andere in te schrijven feiten waarvoor eisen zijn gesteld, zijn onder meer rechterlijke uitspraken, burgerrechtelijke rechtshandelingen, erfopvolgingen, aanvaarding en ver werping van nalatenschap, afstand van huwelijksge meenschap, vervulling van een voorwaarde, proces verbaal van inbeslagneming, verjaring. Hoofdstuk 3. Kadastrale registratie, kaartenbestand, daaraan ten grondslag liggende bescheiden en net van coördinaatpunten De wisselwerking tussen de openbare registers en het kadastrale informatiesysteem brengt met zich mede, dat in de opzet van het onderhavige ontwerp na de regeling in de openbare registers in het voorgaande hoofdstuk die betreffende de inrichting van het Kadaster en de bij werking hiervan volgt. Deze wisselwerking die in het voorgaande reeds terloops is aangestipt, houdt verband met het feit dat de openbare registers de belangrijkste bron zijn voor de verwerking van de zakelijke rechtstoe stand in de kadastrale administratie. Voorts worden ge gevens uit het Kadaster gebruikt om het rechtsobject in het ingeschreven stuk kort en eenduidig te kenmerken, waardoor dit kenmerk evenals de bij het Kadaster ge registreerde persoonsnamen als sleutel wordt ge bruikt voor de raadpleging van de openbare registers. Het kadastrale informatiesysteem kortweg kadaster genoemd bestaat uit een beschrijvend gedeelte (re gistratie) en een kartografisch-landmeetkundig gedeelte (kaarten, veldwerken, coördinaten van punten). Hoofdstuk 3 begint met de regeling over de kadastrale registratie. Omdat de thans in registers verwerkte kadas trale gegevens in geautomatiseerde bestanden zullen worden opgenomen, spreekt het ontwerp niet over kadastrale registers, maar over kadastrale registratie. Deze kadastrale registratie zal gaan bestaan uit de hui dige kadastrale boekhouding en de hypothecaire boek houding. Hierdoor wordt bewerkstelligd, dat deze ka dastrale registratie een overzichtelijke weergave zal geven van zowel de zakelijke genotsrechten als van de zekerheidsrechten op onroerende zaken, waaronder ook de inbeslagnemingen. Onder het nieuwe recht zullen de in de kadastrale regis tratie op te nemen gegevens over de rechtstoestand van onroerende zaken welke veelal worden verkregen uit de openbare registers een juister, betrouwbaarder en vollediger beeld geven dan onder het huidige recht. Dit komt onder meer, omdat in het nieuwe recht, ofschoon daarin stringent en limitatief wordt aangegeven welke feiten inschrijfbaar zijn, de mogelijkheden tot inschrijving zijn verruimd èn de verplichting tot inschrijving als een NGT GEODESIA 85 der vereisten om het rechtsgevolg te doen intreden, op meer feiten betrekking heeft dan onder het huidige recht. Ook dienen de essentiële persoonsgegevens in de in te schrijven stukken te worden vermeld. Voorts moe ten de onroerende zaken en appartementsrechten ka dastraal worden aangeduid. In dit verband wordt ook ge wezen op het feit, dat in het ontwerp de basis ligt van een kwaliteitsverbetering van de geregistreerde gege vens, doordat als hoofdregel geldt, dat voor de meeste en belangrijkste feiten de tussenkomst van een deskun dige (notaris) nodig is. Overeenkomstig artikel 49, lid 1 is de kadastrale registra tie zodanig opgezet, dat door middel van de naam van de vermelde gerechtigde op het goed en van de kadas trale aanduiding van de onroerende zaak steeds toegang tot de openbare registers wordt verkregen. Een regeling welke de doelmatigheid dient, zodat afzonderlijke objec ten- en personenregisters voor de raadpleging van de openbare registers overbodig zijn. Ook wordt aangegeven welke gegevens deze registratie bevat. Dit zijn onder meer de naam en woonplaats van het rechtssubject, de aanduiding van het rechtsobject, de wettelijke benaming van het desbetreffende recht, de verwijzing naar het desbetreffende stuk in de openbare registers. Ter zake van hypotheken worden onder meer nog vermeld het tijdstip waarop de notariële akte is op gemaakt, het bedrag waarvoor inschrijving wordt geno men, de aanduiding en de aard van het onroerend goed. Andere dan de in artikel 49, lid 2 ontwerp-Kadasterwet genoemde gegevens kunnen worden opgenomen op grond van andere wettelijke bepalingen dan wel krach tens besluit van de minister. Hierdoor wordt bereikt, dat de inhoud van deze registratie zich gemakkelijk kan aan passen aan ontstane desiderata. In artikel 50 wordt geregeld, dat het kaartenbestand bij de Rijksdienst in elk geval bestaat uit de perceelsgewijze ingerichte kadastrale kaart en de Grootschalige Basis- kaart van Nederland (GBKN) voor de vervaardiging waarvan reeds de formele basis is gelegd in het Konink lijk Besluit van 9 juli 1975, Stb. 410. De kadastrale kaart geeft de perceelsvorming en indeling weer met de belangrijkste vast met de grond verbonden opstallen. Het in het perceel vermelde nummer is een onderdeel van de kadastrale aanduiding van dit perceel. De genoemde Grootschalige Basiskaart van Nederland is een raamkaart op grote schaal, in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, en met een zodanige topografi sche inhoud, dat deze als basis kan dienen voor aanvul lingen door diverse gebruikers, zoals bestuurlijke en technische diensten van Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, alsmede nutsbedrijven en bouwbedrij ven. Indien de behoefte daaraan is gebleken, kan de minister bepalen dat ook andere kaarten dan de vorengenoemde door de Rijksdienst kunnen worden vervaardigd en ge houden. Een gedetailleerde uitwerking van de eisen waaraan de kaarten dienen te voldoen, wordt evenals dat op meerdere plaatsen in het ontwerp plaatsvindt, ge delegeerd aan een lagere instelling i.e. een ministeriële beschikking. Hierdoor wordt de mogelijkheid tot een doelmatige en snelle aanpassing aan technologische ontwikkelingen en maatschappelijke behoeften verkre gen. Met de in hoofdstuk 3 vermelde aan de kaarten ten grondslag liggende bescheiden worden bedoeld de meetgegevens die zijn neergelegd in veldaantekeningen en luchtfoto's. 389

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 7