Volledigheidshalve wordt nog gewezen op de wettelijke basis die in dit hoofdstuk is gelegd (artikel 51) voor het net van coördinaatpunten in het stelsel van de Rijksdrie hoeksmeting. De zorg voor de bijhouding van dit net is reeds lange tijd opgedragen aan de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Hoofdstuk 4. Bijwerking van de kadastrale registratie, het kaartenbestand en het net van coördinaatpunten Wil het Kadaster haar taak goed vervullen, dan is het noodzakelijk, dat haar gegevensbestand zojuist, actueel en volledig mogelijk is. Het is dan ook van essentieel be lang, dat de bijwerking van dat bestand zo snel, juist en volledig mogelijk plaatsvindt. Hierbij wordt ernaar ge streefd, dat de in het kadaster vermelde gegevens over eenstemmen met die welke zijn vermeld in de openbare registers. Bovendien wordt de overeenstemming met de werkelijkheid door de vernieuwingsprocedure zoveel mogelijk nagestreefd. BIJWERKING De bijwerking van het kadaster geschiedt door bijhou ding en door vernieuwing. Bijwerking is de algemene term voor het juist en volledig houden van het kadastrale informatiesysteem. Een vorm van bijwerking, de bijhou ding, slaat op mutaties, welke vooral door toedoen van de belanghebbende bekend worden, bijvoorbeeld via in schrijving van akten. De andere bijwerkingsvorm, de vernieuwing, geschiedt op grondslag van een ambts halve onderzoek. Dit onderzoek mondt uit in een door de ambtenaar van de Rijksdienst opgesteld proces-verbaal, dat wordt ingeschreven in de openbare registers. BIJHOUDING In artikel 55 wordt aangegeven op grond van welke be scheiden, inlichtingen en waarnemingen bijhouding van de kadastrale registratie en kaarten plaatsvindt. Onder de bescheiden nemen de ingeschreven stukken de be langrijkste plaats in. Met het in de aanhef van het artikel vermelde „onverminderd het bepaalde krachtens deze of een andere wet" levert het gestelde tweede lid van dit artikel een gesloten systeem van bijhouding, d.w.z. de Rijksdienst kan en mag niet tot bijhouding overgaan dan de in genoemde leden bedoelde gevallen en de gevallen krachtens deze of een andere wet genoemd. Tot deze laatste gevallen worden gerekend de aantekening betref fende de ruilverkavelingsrente, de instelling bij wet van gemeenten, havenschappen en andere openbare licha men. De geslotenheid van het bijhoudingssysteem be vordert de rechtszekerheid van het voor een ieder toe gankelijke kadastrale informatiesysteem. De wijze van bijwerking, dus van bijhouding en van ver nieuwing, welke bij Algemene Maatregel van Bestuur wordt geregeld, geschiedt overeenkomstig artikel 57 in dier voege, dat zij terstond aanvangt na de inschrijving van een feit en dat, indien de wijziging of aanvulling plaatsvindt van in de registratie vermeld staande ge gevens betreffende gerechtigden, kadastrale aanduiding of grootte, wordt vermeld op grond van welk stuk de mutatie is aangebracht. Het grote belang dat deze twee genoemde normen heb ben voor de raadpleegbaarheid van de openbare regis ters en tevens voor de rechtszekerheid bij het rechtsver keer, heeft ertoe geleid dat deze in de wet zijn opgeno men en niet zijn overgelaten aan een lagere wettelijke regeling. Door de overige voorschriften omtrent de wijze van bijwerking aan deze lagere regeling over te laten, is het mogelijk de bijwerking snel te doen aanpassen aan technologische ontwikkelingen. In de artikelen 58-74, verdeeld over zeven paragrafen, wordt de procedure aangegeven van de bijhouding op grond dan wel ter zake van ingeschreven stukken, inlich tingen omtrent overlijden van gerechtigden, de wette lijke woonplaats, inlichtingen omtrent aanwas en afslag, de feitelijke gesteldheid van een onroerende zaak, split sing of samenvoeging van percelen. De bijhouding van het kadastrale informatiesysteem op grond van in de openbare registers ingeschreven stuk ken is het meest uitvoerig behandeld (artikelen 58 - 65). Bepaalde regelingen van deze bijhoudingsprocedure worden telkens van overeenkomstige toepassing ver klaard, zo dit nodig is, bij de regeling omtrent de bijhou ding op grond van inlichtingen of waarnemingen, enz. De inhoud van laatstgenoemde artikelen betreft regelen voor de procedure van meting van nieuwe kadastrale grenzen (artikel 58), voor de kennisgevingen van het resultaat van de bijhouding aan belanghebbenden (arti kel 59) en voor de verbetering van de omschrijving van de onroerende zaak in het ingeschreven stuk (artikel 60). De bezwaarschriftprocedure, het beroep bij de recht bank en in cassatie, alsmede de aanpassing van de bij houding aan de onherroepelijk geworden beslissing of beschikking, vinden regeling in de artikelen 61 - 64. Meting van nieuwe kadastrale grenzen doet zich voor, indien het ingeschreven rechtsfeit betrekking heeft op een gedeelte van een kadastraal perceel. De belang hebbenden bij dit feit worden opgeroepen om te velde aanwijzing te geven van de nieuwe grens. Deze aanwij zing vormt de grondslag van de kadastrale meting. De ambtenaar van de Rijksdienst maakt een „relaas van be vindingen" op, dat mede de metingsresultaten bevat. Bij Algemene Maatregel van Bestuur zal worden bepaald in welke mate bijhouding geschiedt, indien de benodigde inlichtingen voor de aanwijzing niet worden verkregen. Tevens schenkt artikel 60 aandacht aan het feit, dat de feitelijke omschrijving van de zaak niet overeen kan komen met de kadastrale aanduiding en/of met de aan wijzing aan de ambtenaar van de grens in het terrein. In tegenstelling tot de huidige regeling, welke is gegrond op artikel 15 van de Wet op de Grondbelasting, wordt in alle gevallen, dus ook waar het gaat om gehele percelen, een kennisgeving aan belanghebbenden gezonden, in dien de mutatie betrekking heeft op gegevens in de kadastrale registratie en op de kaarten, van de gerechtig den, de kadastrale aanduiding dan wel de grootte van de onroerende zaak. Dit heeft onder meer tot gevolg, dat men (vooral de notaris) geen kadastraal extract meer be hoeft te vragen om te zien of het ingeschreven stuk kadastraal juist en volledig is vermeld. Aangezien er zowel voor de belanghebbenden als voor de Rijksdienst waarborgen dienen te bestaan voor de juistheid en volledigheid van de kadastrale gegevens, is in het ontwerp veel aandacht besteed aan de rechtsbe scherming van belanghebbenden zowel bij de bijhou dingsprocedure als bij die van de vernieuwing. Indien de belanghebbenden menen dat de bijhouding van hun geregistreerde gegevens betreffende gerechtig den, grootte en kadastrale aanduiding van de onroeren de zaak niet juist of niet volledig is geschied, kunnen zij hiertegen opkomen. Op grond van de vorenvermelde kennisgeving dienen zij binnen twee maanden een be zwaar in bij de ambtenaar, die deze kennisgeving heeft toegezonden. Indien hun bezwaren worden afgewezen, kunnen zij tegen de beslissing van de ambtenaar in be- 390 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 8