Vastgoedinformatie:
de gemeenten hebben het*)
niet voorhanden waren. Het gebruik van netwerken stelt ons in
staat om snel te beschikken over informatie die elders is opgesla
gen, in een vorm die is afgestemd op de specifieke wensen van de
verschillende gebruikers. Daardoor worden een aantal beperkingen
opgeheven, die vroeger mede de taakverdeling bepaalden. We zijn
nu in staat om de organisatie van de informatievoorziening zodanig
in te richten, dat een optimale efficiency kan worden bereikt. Dat
is echter alleen mogelijk, indien zekere voorwaarden worden opge
steld en geaccepteerd, onder andere voor wat betreft de inhoud en
vorm van basisbestanden en het gebruik van datacommunicatie
middelen. Noodzakelijk blijft derhalve een coördinatiemechanisme.
Voor zover dat zou rieken naar centralisatie maar dan van het
systeembeheer moet dat worden gezien als een conditio sine
qua non voor de toekenning van de taken op het gebied van de in
formatievoorziening die voldoet aan twee eisen: enerzijds informa
tiebeheer zo dicht mogelijk bij de bron en bij de gebruiker of cliënt,
anderzijds een grote mate van doelmatigheid.
Ook de vastgoedinformatievoorziening in de komende jaren zal zich
mijns inziens in die richting ontwikkelen. Het werk van de RAVI op
het gebied van basisregistraties en koppelingsbestanden is daar
voor een belangrijke voorbereiding.
Vast staat, dat in de nabije toekomst automatisering op dit terrein
een belangrijke rol zal spelen. Het vaststellen van doelen daarvoor
en een goede planning en beheersing van dë daarmee gepaard
gaande veranderingsprocessen behoeven de nodige aandacht. In
het verleden is dat vaak een probleem geweest; voorbeelden daar
van zijn er te over, ook met betrekking tot de vastgoedwereld. Voor
de overheid is het een uitdaging van de eerste orde om hierin een
aanzienlijke verbetering te bewerkstelligen.
Samenvattend zou ik ten aanzien van de bewegingen waaraan de
vastgoedinformatie de komende jaren onderhevig zal zijn, het vol
gende willen stellen:
zij moeten plaatsvinden op basis van een top-down benadering,
gericht op de te vervullen functies;
een bestaande taakverdeling dient geen uitgangspunt te zijn;
kostenverrekening tussen organisatie-eenheden zal een goede
kosten/baten- of kosten/kwaliteitsafweging bevorderen;
verdergaande uitbesteding van deeltaken, met behoud van vol
doende sturingsmogelijkheden voor de overheid, is niet uit te
sluiten;
coördinatie op het terrein van het systeembeheer is een nood
zakelijke voorwaarde voor een doelmatige inrichting van de in
formatievoorziening, waarbij gebruik wordt gemaakt van mo
derne datacommunicatiemiddelen;
een goede beheersing van automatiseringsprocessen behoeft
onverminderde aandacht.
door dr. J. M. Linthorst, wethouder van Financiën, Grondzaken en Kunstzaken in
Rotterdam en gemeentelijke vertegenwoordiger in de voorlopige Raad voor de
Vastgoedinforma tie
Bestuurders bij de overheid, maar evengoed bestuurders in andere
maatschappelijke sectoren, hebben in de regel een omvangrijke in
formatiebehoefte, zoals aan informatie over aantallen belasting
plichtigen, motorvoertuigen, leerplichtigen en woningzoekenden,
maar ook informatie over de behoefte aan scholen, woningen, ge
zondheidszorg of opbouwwerkers, en informatie over de eigen
organisatie, zoals de omvang van de personeelsformatie, de voort
gang van automatiseringsprojecten, te verwachten inkomsten en
uitgaven enz.
De informatiebehoefte van bestuurders is dan ook niet constant,
maar verschilt per onderwerp, beleidsterrein en situatie. Deze geva
rieerde informatiebehoefte komt voort uit de noodzaak besluiten
over te nemen maatregelen voor te bereiden, uit te voeren en te
evalueren.
Om in een gemeente op een veelheid aan terreinen doelmatig en
doeltreffend beleid te kunnen voeren, is een grote hoeveelheid in
formatie nodig. Is deze informatie niet, of niet op tijd, aanwezig, of
is de informatie onbetrouwbaar, dan bestaat de mogelijkheid dat
beslissingen niet of te laat worden genomen met alle, mogelijk
negatieve, gevolgen van dien. Aangezien vrijwel alle beslissingen
van de overheid financiële implicaties hebben, is goede informatie
noodzakelijk om een verantwoord financieel beleid te kunnen
voeren.
Grote onderdelen van de overheid en ook van de gemeentelijke
overheid houden zich dan ook vrijwel uitsluitend bezig met het ver
zamelen, verwerken, muteren en verstrekken van informatie. Dat
geldt overigens ook voor allerlei andere organisaties in de samen
leving. De samenleving heeft zich in een hoog tempo ontwikkeld
tot informatiemaatschappij. De overheid en de bestuurders daarvan
kunnen zonder informatie hun werk niet doen. Informatie is de
grondstof voor de overheidsorganisaties. Bij het ontbreken daarvan
kunnen geen produkten in de vorm van beleid en diensten worden
geleverd.
Inleiding gehouden op 23 oktober 1985 te Utrecht tijdens het 13e
NGL congres.
NGT GEODESIA 85
Dat de overheid beleid voert en ten behoeve daarvan informatie
verzamelt, is echter geen nieuw fenomeen. Zo hielden de Romei
nen volkstellingen om o.a. de hoeveelheid te innen belasting en de
omvang van het leger vast te kunnen stellen. Ook in het minder
grijze verleden zijn er voorbeelden van het verzamelen, het beheer
of het verstrekken van informatie ten behoeve van de taakuitvoe
ring door de overheid. Zo kreeg bijvoorbeeld de gemeente in 1836
bij resolutie de taak een kopie van de rijkskadastrale boekhouding
te voeren en daaruit, al dan niet onder het heffen van leges, infor
matie te verstrekken.
Een nieuwe ontwikkeling is echter, dat op het gebied van het verza
melen en het gebruik van informatie door de overheid een beleid is
ontstaan. Redenen voor het initiëren van een informatiebeleid door
de overheid zijn volgens de commissie-Vonhoff de sterk toegeno
men complexiteit van de samenleving en het openbaar bestuur, als
mede de technologische ontwikkelingen op het terrein van de elek-
tronika en de telecommunicatie. Daar kan nog een aantal redenen
aan worden toegevoegd, zoals:
de toegenomen complexiteit van de beleidsprocessen;
de toegenomen betrokkenheid van de burger bij het openbaar
bestuur en de openbaarheid van bestuur;
decentralisatie, die alleen realiseerbaar en controleerbaar is aan
de hand van een goede informatievoorziening.
De belangrijkste reden echter is mijns inziens het feit, dat informatie
tegenwoordig wordt gezien als middel van'bestuur, naast de be
stuursmiddelen personeel, financiën en bevoegdheden. En evenals
de overheid een personeels- en financieel beleid voert, dient er
sprake te zijn van een informatiebeleid.
De gemeenten zijn zich van deze noodzaak ten zeerste bewust. In
een tijd waarin profijt-, straf-, gemeentefonds- en andere kortingen
elkaar in ijltempo opvolgen, realiseren zij zich des te sterker, dat be
trouwbare informatie een schaars goed is, waar, onder andere van
uit financiële overwegingen, op een verantwoorde wijze mee moet
worden omgegaan; informatie kost geld. Daar komt nog bij het
besef als variatie op de slogan „kennis is macht" van „infor
matie is macht".
437