agenda
berichten
zo bij het Kadaster om informatie kan vragen. Hij begrijpt niet, dat
de gemeente eerder op de hoogte is van de mutaties; een feit geldt
namelijk pas als het is overgeschreven in de Openbare Registers.
Visser meent dat de gemeente wel degelijk op de hoogte is. Door
de telefoon kun je bijvoorbeeld geen kadastrale kaart laten zien en
ook de koppeling adres/perceelnummer is niet mogelijk. De ge
meente heeft dringende behoefte aan een terminal of PAP.
Jansen is verheugd met de informatie van Claessen, dat per tele
foon informatie kan worden ingewonnen. Onlangs kwam namelijk
de schriftelijke mededeling, dat telefonisch geen mededelingen
meer werden verstrekt. Men moet nu eerst een formulier invullen,
waarop men telefonisch antwoord krijgt. Remijnse vindt dit juist
serviceverlening. Men hoeft nu niet meer te wachten.
Miete vindt het klantgerichte Kadaster ontroerend, maar als hij dat
in combinatie brengt met het tweede privatiseringsonderzoek en
hoort, dat in een periode van vijf jaar de uitbesteding van het
Kadaster zal oplopen van acht naar dertig miljoen per jaar, dan rijst
bij hem de vraag of ook de gemeenten als partner gekozen hadden
kunnen worden. Of de gemeente, als een soort bureau waaraan je
ook werk kunt uitbesteden, kan meedoen. Remijnse zegt, dat de
Ministerraad heeft besloten het bedrijfsleven in te schakelen, wan
neer iets niet als overheidstaak wordt beschouwd. Hierin spelen de
gemeenten geen rol. Linthorst ziet analogie met het loodswezen
waar, in plaats van privatisering, overgang naar de gemeente is
geregeld. Dat zou met het Kadaster ook kunnen. Claessen wijst er
op, dat in het door Remijnse genoemde besluit nog een tweede
commissie is ingesteld, die zich zal bezighouden met de privatise
ring van de overige bestuurslagen. Zo zullen de gemeenten ook aan
de beurt komen.
Daarna sluit Eimers de discussie en dankt de inleiders en panelleden
voor hun bijdrage.
1 - 11 juni 1986
FIG Congres te Toronto, Canada. Zie bericht op p. 446.
3 - 6 september 1986
70e Deutsche Geodatentag te Neurenberg.
DIRECTEUR BEHEER LANDBOUWGRONDEN BENOEMD
Per 1 november 1985 is drs. P. Slot benoemd tot directeur van de
Directie Landbouwgronden van het Ministerie van Landbouw en
Visserij. Hij volgt in deze functie ing. K. Wassenaar op, die per
1 oktober is benoemd tot directeur Landelijke Gebieden en Kwali
teitszorg in de provincie Utrecht.
Drs. P. Slot (47) studeerde economische wetenschappen aan de
Vrije Universiteit in Amsterdam. Sedert 1976 is hij in verschillende
functies verbonden aan het Ministerie van Landbouw en Visserij,
laatstelijk als directeur Landbouw en Voedselvoorziening in de pro
vincie Zuid-Holland.
VERENIGING VOOR VASTGOEDINFORMATIE
De Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie werd opge
richt in september 1980. Een belangrijke reden hiertoe was dat, ge
zien de snelle groei van activiteiten met vastgoed van overheid, be
drijfsleven en particulieren, met daarnaast de toenemende politieke
belangstelling (men denke aan de oprichting van de voorlopige
Raad voor Vastgoedinformatie), binnen de overheid sterke be
hoefte is ontstaan aan actuele, juiste, consistente en goed op el
kaar afgestemde informatie over vastgoedobjecten.
Ten behoeve van deze activiteiten bestaan in ons land vele vast
goedsystemen die elk een deel van de informatie leveren. Er zijn
echter overlappen en hiaten. De informatie-uitwisseling tussen de
systemen onderling is bepaald niet optimaal geregeld. De proble
men worden vergroot door de toenemende automatisering. De
meeste vastgoedsystemen verwerken de gegevens in analoge
vorm, ze spelen niet goed in op de mogelijkheden van digitale ver
werking. Doordat vele bestaande vastgoedsystemen onvoldoende
kunnen beantwoorden aan de dringende vraag naar meer en betere
informatie, is door de Stichting Studiecentrum voor Vastgoed
informatie al dan niet overkoepelend onderzoek verricht op zowel
het technisch-administratieve als op het juridisch-organisatorische
vlak. De Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie werkt
sinds 1980 als een neutraal centraal overkoepelend orgaan met als
doelstelling:
a. de bevordering van studies en wetenschappelijk onderzoek die
verband houden met vastgoedinformatie in de ruimste zin des
woords en de bevordering van de coördinatie van deze studies
en onderzoeken;
b. de overdracht van kennis en ervaring op het gebied van vast
goedinformatie.
Tot de oprichters van de Stichting Studiecentrum voor Vastgoedin
formatie behoren de volgende diensten, bedrijven en instellingen:
de Directie Overheidsorganisatie en -automatisering van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken;
NGT GEODESIA 85
de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers van het
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mi
lieubeheer;
de Rijksplanologische Dienst van het Ministerie van Volkshuis
vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
de Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft;
de Landinrichtingsdienst van het Ministerie van Landbouw en
Visserij;
het Planologisch Studiecentrum van de Nederlandse Centrale
Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onder
zoek;
de Koninklijke Notariële Broederschap;
het bedrijfsleven: Grontmij nv; Ingenieursbureau Oranjewoud
bv; Fugro Geodesie bv; DHV Raadgevend Ingenieursbureau bv;
KLM Aerocarto bv; Stichting voor Kadastrale en Financiële Ad
ministratie; Ingenieursbureau Van Steenis ba.
Later zijn toegetreden:
het International Institute for Aerospace Survey and Earth
Sciences (ITC);
het Koninklijk Ingenieurs- en Architectenbureau Haskoning;
Heidemij Beheer en Grondzaken bv.
Deze grote belangstelling en daarbij de wenselijkheid om een zo
groot mogelijk draagvlak te scheppen voor het werk van de Stich
ting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie heeft ertoe geleid, dat
de huidige participanten op 24 juni 1985 de Vereniging voor Vast
goedinformatie, die als hoofddoelstelling heeft het nastreven van
het instandhouden van de Stichting Studiecentrum voor Vastgoed
informatie, hebben opgericht. Daardoor kunnen de leden direct be
trokken blijven bij alle ontwikkelingen op het gebied van vastgoed
informatie en tevens deelnemen aan zowel de projectbegeleiding
als de uitvoering van het Stichtingsonderzoek.
De Vereniging voor Vastgoedinformatie staat open voor alle pu
bliekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die belangstel
ling hebben voor het bereiken van de doelstelling van de Vereni
ging.
leder lid betaalt een contributie waarvan het bedrag jaarlijks door de
algemene vergadering tijdens de jaarvergadering wordt vast
gesteld. De hoogte van de contributie kan verschillen voor de
onderscheiden leden. Een lid heeft zoveel stemmen als zijn contri
butie een veelvoud bedraagt van het minimum contributiebedrag.
Voor 1985 is dit minimum contributiebedrag vastgesteld op
f 1 500,— en wel volgens onderstaande indeling:
Categorie I (lokale overheden, kleine en middelgrote bedrijven en
overige instellingen en rechtspersonen): f 1 500,
Categorie II (provinciale overheden): f 3 000,
Categorie III (Rijksdiensten en wetenschappelijke instellingen):
f 4 500, -
Voor nadere inlichtingen en/of aanmelding voor het lidmaatschap
van de Vereniging kunt u zich wenden tot het Bureau van de Stich
ting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie, Thijsseweg 11,
2629 JA Delft. Telefoon 015-78 45 48.
GESLAAGD
RK MTS „ALBERTUS MAGNUS" TE BREDA
VOOR HET DIPLOMA MTS-LANDMEETKUNDE 1985
A. Th. Agter, Breda; A. A. C. Balemans, Teteringen; F. J. M. van
Beek, Baarle-Nassau; H. A. J. M. van de Coevering, St. Michiels
gestel; B. C. M. van Dongen, Oosterhout; J. de Gardeijn, Geer-
truidenberg; C. J. Haarbosch, Oosteind; P. J. de Haas, Zaamslag;
A. C. M. Huijskens, Bavel; C. J. A. Jansen, Raamsdonkveer; H.
P. C. J. Koks, Oosterhout; A. G. A. Mahieu, Breda; W. C. J. M.
Nagtzaam, St.-Willebrord; C. D. J. Ossenblok, Oud-Gastel; C. H.
443