scripties
ontwikkeling van zijn land, in hoge mate gestimuleerd. Uit zijn rede
en ook uit andere officiële toespraken bleek dat de gehele (para)-
geodetische bedrijfstak reeds vele jaren in hoog aanzien staat. Dit
werd ook geaccentueerd door de vele werkzaamheden die de Polen
via het instituut „Geokart" in het buitenland uitvoeren op het ge
bied van landmeetkunde, kartografie en registratie. Dit werk is
mede te danken aan de lage arbeidskosten, die een groot gedeelte
uitmaken van de in rekening te brengen totale kosten van een pro
ject. Verschillende „westerse landen" ondervinden dit in de con-
currentiesfeer aan den lijve.
De ontvangsten van het gemeentebestuur van Katowice, van de
Associatie van Poolse collega's en van de exposanten waren goed
verzorgd.
C. Punten behandeld tijdens de PC-meeting
1President Weir legde verantwoording af van zijn FIG-activiteiten
over de periode sedert de PC-meeting 1984 in Tokio.
Ter zake van het winnen van nieuwe leden, merkte hij op dat
zowel Syrië als Cameroen zich als nieuw lid hebben aangemeld.
Gedurende de PC-meeting werden zij met grote meerderheid
als lid toegelaten, zodat thans 50 landen bij de FIG zijn aan
gesloten.
Het afgelopen jaar werd ook weer alles in het werk gesteld te
komen tot een goede samenwerking tussen FIG, IAG, ISPR,
ICA en ISM; dit met het oog op de samenwerking op gebieden,
waarmee zich verschillende van deze organisaties tegelijkertijd
bezighouden.
2. Door de Secretaris-Generaal werd o.m. gerapporteerd over de
overdracht in Londen, afgelopen januari, van het bureau van
Bulgarije naar Canada. Hij vroeg aandacht voor de items, die
o.m. met de commissiepresidenten in Londen zijn besproken
betreffende de FIG-statuten, het technische programma in
Toronto 1986 en een eventuele nieuwe structuur van de FIG.
Voor wat betreft dit laatste is besloten de commissie-indeling
van thans te handhaven, met het verzoek aan het bestuur toe
te zien op een goed functioneren van de commissies. De in
vloed van Afrika dient te worden vergroot. In Toronto zal ook
de geschiedenis van de FIG worden gepubliceerd.
3. De Directeur van het Toronto-congres (1986), de heer S. E.
Daykin, gaf aan de hand van dia's informatie over dit congres.
Aan technische verhandelingen zullen gedurende 6 dagen 61
commissie-zittingen van 1 54 uur worden gehouden.
4. Iedere commissie-president bracht verslag uit van de desbetref
fende commissie-activiteiten, waarbij vooral het accent werd
gelegd op die van het Toronto-congres. Riemersma deed als
president van commissie 4 verslag van de activiteiten van deze
commissie. Henssen heeft verslag gedaan over de activiteiten
van het OICRF. Hierbij werden vooral beklemtoond die op het
gebied van Habitat van de UNO-ad hoc workinggroup en die
m.b.t. de samenwerking met commissie 7. In dit kader is ook
aandacht geschonken aan de op handen zijnde cursus over lan
deninformatie (ITC-TH) in Nederland.
5. De reeds jaren slepende wijzigingen van de FIG-statuten zijn op
deze zitting aangenomen, zodat zij in Toronto conform de gel
dende regelen kunnen worden goedgekeurd.
6. Het meertalig woordenboek is in bewerking door het Institut für
Angewandte Geodasie in Frankfurt. Engeland en Frankrijk zul
len zorgen voor respectievelijk de Engelse en de Franse verta
ling. Deze vertalingen zijn te verwachten in 1986.
7. Op verzoek van de president Weir zal Henssen met hem en een
ander hoofdbestuurslid van de FIG komen tot het opstellen van
een gedragslijn van de FIG voor de samenwerking met ont
wikkelingslanden.
D. FIG-bureauzitting
Als adviserend bureaulid van de FIG heeft Henssen tijdens zijn be
zoek aan Katowice natuurlijk ook de bureausvergaderingen effec
tief bijgewoond.
E. Seminars
Gedurende deze PC-meeting werden de volgende seminars gehou
den:
a. Cadastre today and tomorrow;
b. Geodetic measurements of deformations;
c. Conduit cadastre.
Actief is door Henssen deelgenomen aan het seminar „Cadastre
today and tomorrow" door zowel in de vorm van een ingebracht
paper als door het chairmanship gedurende een deel van het semi
nar. Zijn paper had als titel „Landregistration (including Cadastre)
as a requirement of landacquisition and landdisposal, especially for
developing countries".
Door prof. Bogaerts werd in dit seminar aandacht geschonken aan
de LIS-cursus die in Nederland door het ITC en de TH is ontwor
pen.
Uit het „Cadastreseminar" bleek dat bijna alle landen bezig zijn met
automatisering. De moeilijkheden hierbij blijken niet uit de papers,
maar wel uit de discussies en de persoonlijke gesprekken. Het is
ook typisch dat de term „Cadastre" voor allerlei facetten van de
gegevensverzameling van vastgoed wordt gebezigd. Zo gauw bij
voorbeeld een kaart „parcel oriented" is, wordt er reeds van ge
sproken dat deze op kadastrale percelen gebaseerde thematische
kaart valt onder het begrip kadaster.
In het algemeen bleek hier ook weer dat het voor de ontwikkeling
van een land een van de belangrijkste vereisten is te beschikken
over een systematische, overzichtelijk ingerichte inventarisatie van
gegevens van de grond, welke opgenomen worden in een kartogra-
fisch en een beschrijvend deel van het kadastrale informatie
systeem. Voor de ontwikkelde landen bleek het kadaster mede zijn
rol te vervullen als stramien waarop andere landinformatiesystemen
kunnen worden gebaseerd.
F. Tentoonstelling
Ter gelegenheid van de seminars was er een „geodetische" ten
toonstelling van geringe omvang. Conventionele instrumenten
vooral uit Oost-Europese landen werden getoond, alsmede diverse
soorten kaarten. Aandacht werd ook gevraagd in het kader van de
monumentenzorg voor de terrestrische fotogrammetrie m.b.t.
vooral gevels. De Nederlandse vertegenwoordiging van Keynes In-
park had veel aantrekkingskracht met haar interactief grafisch
systeem ten behoeve van allerlei toepassingsmogelijkheden, waar
onder vooral de leidingenregistratie.
G. Slotopmerking
Ook al was de organisatie voor verbetering vatbaar, teruggezien
kan toch worden op een effectieve bijeenkomst waarbij vooral de
samenwerking tussen (para)geodetische deskundigen is verstevigd
zowel in het persoonlijke als in het zakelijke vlak.
mr. ir. J. L. G. Flenssen
Na een lange onderbreking vatten we de draad weer op om korte
samenvattingen te publiceren van ingenieursscripties van de Afde
ling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft. Op deze
manier hopen we meer bekendheid te geven aan het soms zeer oor
spronkelijke werk wat door de afstudeerders tot stand is gebracht.
Mocht u meer informatie willen, dan zijn de scripties op schriftelijke
of telefonische aanvraag te leen bij de bibliothecaresse van de Af
deling der Geodesie, mw. E. Hof, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft.
Telefoon 015 78 25 60. De redactie
R. Kathmann
PLANNING VAN STADSBEHEER, EEN GEODETISCHE
BENADERING
Als reactie op de sociale en financiële problemen bij stadsvernieu
wing is de aandacht voor continue aanpassing van het stedelijk ge
bied, voor een beheersproces, groeiende. Binnen de gemeenten
worden de belangrijkste uitgangspunten en activiteiten in het kader
van stadsbeheer vastgelegd in algemeen voorkomende plannen
met meestal een wettelijke status. Deze algemene plannen zijn
onder te verdelen in facetplannen, zoals voor het ruimtelijk, finan
cieel of milieuhygiënisch facet, en sectorale plannen.
Een inventarisatie leert, dat bij de ruimtelijke plannen al de meeste
aandacht aan beheer wordt besteed. Een globaal bestemmingsplan
met een kortere totstandkomingsprocedure kan dit verder verbete
ren. De gemeentebegroting, zeker volgens de voor 1985 ingevoer
de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften, biedt belangrijke, nog niet
benutte mogelijkheden voor een beheersbeleid.
Op basis van deze resultaten is een planningsprofiel voor stedelijk
beheer opgesteld met „planning" op drie niveaus: het stadsniveau
met het structuurplan en de gemeentebegroting; het buurtniveau
met het bestemmingsplan en een vorm van buurtbudget door een
ambtelijke projectgroep; het perceelsniveau waar een passende be
schikkingsbevoegdheid moet leiden tot beheer door hoofdzakelijk
particulieren.
De geodetische benadering van het stadsbeheer blijkt uit het aan
geven van de relatie tussen beheer en beschikkingsbevoegdheid en
uit de directe koppeling van de informatievoorziening aan de struc
tuur van de planning. Tot slot loopt de geodetische methode om
van het grote naar het kleine te werken, hoewel impliciet, als een
rode draad door de scriptie.
NGT GEODESIA 85
447