77 77 A A A ZZ7" oC gevensnetwerk en applicatiebeheer, ondersteuning, onderhoud, apparatuurbeheer en bediening van het systeem. Door de keuze, zoals aangegeven in hoofdstuk 6, is een systeemconfiguratie inge richt als aangegeven in fig. 3. Randapparatuur VAX 11/785 VAX 11/785 I Fotogrammetrie i Fig. 3. Systeemconfiguratie. 9. Bestand Bij de analyse van de gegevens die in het bestand moeten worden opgenomen, zijn verschillende kenmerken uiterst belangrijk. Het betreft hier met name de functionele classificatie, de kwaliteitsken merken en de structuur van het bestand. Classificatie De in het bestand aanwezige gegevens dienen zodanig te worden geordend, dat de juiste informatie of de juiste produkten kunnen worden geleverd. Daartoe worden alle afzonderlijke elementen in een bestand geclassificeerd naar hun topografische, kadastrale en kartografische kenmerken. Voor zover mogelijk is aangesloten op de classificatie van de topografische elementen, zoals die is samen gesteld door de werkgroep Uniformering van de Rijkscommissie voor Geodesie in opdracht van de BOCO. Overigens wordt dit systeem door de Dienst beheerd en bijgehouden. Gegevensspecificatie Ten behoeve van specifieke gebruiks- en beheersdoeleinden zijn de gegevens van meer attributen voorzien dan alleen de topogra fische, kadastrale en kartografische kenmerken. Hieronder vallen het meetkundig kwaliteitsonderscheid (idealisatie, precisie en be trouwbaarheid) en andere kwaliteitskenmerken (wijze van verzeke ring, opname datum), maar ook de wijze van inwinning (terres- trisch, fotogrammetrisch of via digitaliseren), al dan niet naverkend (bij gebouwen), de tekst, alsmede de grootte en richting daarvan en de symbolen en positie (bijv. plaatscoördinaten bij puntelemen- ten). Alle elementen worden weergegeven als punt- dan wel lijn- elementen. Oppervlakte-elementen kunnen worden gegenereerd als een samenstel van lijnelementen, die de gesloten poly goon om dat element vormen. Topologie Kadastrale grenzen vormen een scheidingslijn tussen twee percelen en worden als zodanig opgenomen in het systeem [11. Een en ander betekent, dat aan de kadastrale grenzen de perceelsaanduiding (kadastrale gemeente, sectie, nummer) van beide percelen wordt toegevoegd als attribuut (perceelsaanduiding links en perceelsaan duiding rechts). De overige gegevens van het perceel worden ge koppeld aan het element perceelnummer (bijvoorbeeld de vast gestelde grootte). Daarmee is in elementaire vorm een topologi sche relatie gelegd, hetgeen de perceelsvorming vereenvoudigt, maar ook meerdere kartografische toepassingen mogelijk maakt. Tevens wordt dubbele opslag van coördinaten of puntnummers vermeden. Deze topologie wordt niet toegepast bij de topogra fische elementen, aangezien niet alle oppervlakte-elementen volle dig worden gedefinieerd (bijvoorbeeld straten en inritten), zodat deze relatie daarvoor vaak niet is te realiseren. Structuur De logische gegevensstructuur wordt bepaald door de onderlinge relaties tussen de elementen en hun attributen, alsmede door de wijze waarop de toegang moet worden gerealiseerd bepaald door het vragenpatroon om een zo efficiënt mogelijke informa tievoorziening te bereiken. In LKI is een logische hiërarchische ge gevensstructuur aanwezig met logische relaties en direct toe gankelijke ingangen (fig. 4). Als opslagstructuur is gekozen voor het bestandsbeheersysteem DBMS 11 van DEC. KAD. GEM. INDEX/ ZONE c=[)j SECTIE \i C=[> PERCEEL ft ft" GRONDSLAG GRENS LIJN STRING PUNT SYM BOOL TEKST 1 1 WERKBESTAND Ingang Relatie Fig. 4. Gegevensstructuur LKI. 10. Personele, organisatorische en financiële aspecten Nadat de keuzes met betrekking tot apparatuur, systeemschets, omvang van bestanden en werkprocessen waren gedaan, kon een inschatting worden gemaakt van de personele aspecten, zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht, alsmede van de opleidings aspecten, de noodzakelijke organisatiestructuur en de kosten/ baten analyse. Kwantitatieve personele aspecten Bij de vaststelling van de noodzakelijke personele aspecten in kwantitatieve zin is per bedrijfsproces (zie hoofdstuk 5) een schat ting gemaakt van de verschillen met betrekking tot de personele in zet die zullen ontstaan ten opzichte van de huidige analoge werk wijze, naar aanleiding van uitgevoerde praktijkproeven. Deze werk wijze is een gevolg van het uitgangspunt om de processen en niet de produkten te automatiseren; met andere woorden de werkzaamheden die nu digitaal worden uitgevoerd, zouden ook analoog worden gedaan, indien automatisering niet werd toege past. Hierdoor zijn absolute cijfers niet relevant; bovendien kunnen op deze manier de gevolgen van de invoering van automatisering ten gevolge van LKI alleen, beter worden ingeschat. Deze inschat tingen zullen gedurende de invoeringsfase (1985-1990) regelmatig worden getoetst aan de hand van de uitgevoerde projecten. Uit de analyse blijkt, dat aanzienlijke besparingen in kwantitatieve personele zin zijn te verkrijgen bij het calqueren van GBKN's, bij de verwerking van de kadastrale meting (waaronder de vervaardiging van de hulpkaart, de oppervlaktebepaling en de perceelsvorming), bij het digitaal fotogrammetrisch kaarteren, bij de afwerking van het (digitale) Werkplan II (oppervlakteberekening, scherp inrekenen van kavelgrenzen en de bijhouding) en door veelvuldiger toepas sing van de voerstraalmethode bij het meten, met als gevolg een efficiënter verwerkingsproces. De kaartconversie zal vooralsnog op de huidige analoge wijze plaatsvinden met behulp van een werkblad. Nadat dit werkblad ge reed is, zal dit niet worden gecalqueerd maar worden gedigitali seerd, waardoor de personele inzet op gelijk niveau is ingeschat. Overigens wordt wel met een digitale conversie geëxperimenteerd. Voor het beheer en de exploitatie (zie hoofdstuk 8) van het gehele systeem moet echter extra mankracht worden aangetrokken. Kwalitatieve personele aspecten De werksituatie verandert met de invoering van LKI hoofdzakelijk voor het personeel bij de landmeetkundige bureauwerkzaamheden en bij het digitaal fotogrammetrisch kaarteren. Daarbij valt vooral op, dat het handmatig tekenen, graveren, kaarteren en rekenwerk worden vervangen door digitaliseren, selecteren en interactief kaar teren; beeldscherm, menu en cursor komen in de plaats van pen, passer en rekenmachine. Om medewerkers en leidinggevenden voldoende op de hoogte te brengen met de nieuwe technieken, worden intern cursussen en NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 11