De automatisering bij de afdeling Landmeten van de gemeente Amersfoort*) door ing. R. H. G. Borssen, afdeling Landmeten van de Dienst Gemeentewerken van de gemeente Amersfoort. Waarom automatiseren? De gemeente Amersfoort heeft op dit moment ongeveer 90 000 in woners en mede door de opheffing van de voormalige gemeente Hoogland een oppervlakte van ongeveer 5 600 ha. Zij heeft in 1982, als laatste gemeente, de status van groeistad gekregen, met als taakstelling het bouwen van 15 000 woningen in 12 jaar (ongeveer 1200 woningen per jaarl. Na aanwijzing van Amersfoort als groei stad kwam een definitief einde aan dit principe. Vanuit Den Haag wordt nu meer de nadruk gelegd op gespreide nieuwbouw in plaats van groeisteden. Maar dit terzijde. De afdeling Landmeten van de Dienst Gemeentewerken zag door de groeistadtaak een aanzienlijk werkpakket op zich afkomen in verhouding tot haar omvang. De afdeling heeft al jaren een sterkte van 12 personen waarvan 5 in de binnendienst en 7 in de buiten dienst werkzaam zijn. De samenstelling van de meetploegen wordt flexibel aan het werk aangepast, d.w.z. een twee- of een driemansploeg. De buiten dienst had de beschikking over twee Distomats van Wild. De binnendienst gebruikte de Compucorp 325 Scientist, een eenvou dige rekenmachine met maximaal 416 programmastappen. De metingen werden uitgevoerd volgens de voerstraalmethode en de verwerking middels rechthoekige coördinaten met de coördina- tograaf. De opmeting van de topografie en de kaartering daarvan waren dus arbeidsintensief en duur, misschien wel te duur! De Compucorp die in 1978 is aangeschaft, wordt nog steeds ge bruikt, maar is afgeschreven en technisch verouderd. Vervanging was geboden! De capaciteit van de afdeling was onvoldoende om de tijdelijke piek van het vergrote werkpakket op te vangen. Mogelijkheden om dit te ondervangen, waren: 1. Personeel aantrekken. 2. Uitbesteden c.q. activiteiten afstoten. 3. Automatiseren. Personeelsuitbreiding voor de tijdelijke piek was niet gewenst. De personeelskosten zouden structureel hoog worden zonder voldoen de natuurlijk verloop. Drie activiteiten kwamen in aanmerking om te worden uitbesteed, namelijk het matenplan, het uitzetwerk en de opmeting, met kaart vervaardiging achteraf. Hierbij moet worden opgemerkt dat de capaciteitsproblemen zowel bij de binnendienst als bij de buiten dienst liggen. Het vervaardigen van het matenplan kan men beter in eigen beheer doen. Planwijzigingen zullen namelijk altijd voorkomen, en die kan men beter zelf gemakkelijk, snel en goedkoop verwerken. Zou men bovendien over een computer beschikken met een digitaal bestand van het matenplan, dan kunnen aanvullende berekeningen, zoals oppervlaktebepaling en uitzetgegevens, gemakkelijk worden uitge voerd. De conclusie was derhalve, dat het matenplan niet moest worden uitbesteed. Uitzetwerk wordt vooral verricht in nieuwbouwplannen, bijvoor beeld de assen van wegen vóór het bouwrijp maken en de bouw blokken en kavelgrenzen vóór de bouw zelf. Probleem hierbij is dat, ondanks een goede planning, toch vaak een ploeg direct moet wor den ingezet voor een aanvullende uitzetting. Op verzoek wordt vaak 's middags nog de gewenste uitzetting gedaan, maar het is natuurlijk de vraag of dit wel echt nodig is. Ondanks het feit, dat hiervoor extra kosten worden doorberekend, blijven deze opdrach ten komen. Inleiding gehouden op 24 oktober 1985 te Utrecht tijdens het 13e NGL congres. NGT GEODESIA 86 In het algemeen lenen de opmeting van topografie en de kaartver vaardiging van een gerealiseerde woonwijk zich uitstekend voor uit besteding. Het betreft immers een concrete, afgeronde opdracht. De reden om ook dit niet uit te besteden is, dat deze activiteit niet aan een strikte opleveringsdatum is gebonden. De kaartvervaardi ging kan juist dan gebeuren, wanneer er ruimte is tussen spoed eisende werkzaamheden. De conclusie was tenslotte, dat niets moest worden uitbesteed, zo dat zelf de know how kon worden opgedaan en de derde mogelijk heid, automatiseren, overbleef. Oriëntatie op systemen en randvoorwaarden In het voorjaar van 1982 startte de oriënterende fase met betrekking tot moderne rekensystemen. Uit informatie bij diverse gemeenten en ingenieursbureaus bleek een grote diversiteit te bestaan aan gebruikte apparatuur en soft ware. Vooral diensten die al vroeg iets hadden aangeschaft, waren zelf gaan programmeren op grond van eigen ideeën. Vaak had men een op zichzelf goed werkend softwarepakket ontwikkeld, maar van echte standaardisatie was geen sprake. Opvallend positief was de openheid waarmee in de landmeetkun dige wereld informatie wordt gegeven en uitgewisseld. Eveneens viel op, dat ieder voor zich ervan was overtuigd de juiste keuze te hebben gedaan. Elke dienst had, beoordeeld naar de tijd van aan schaf, de juiste apparatuur met software aangeschaft. Vervolgens is binnen Gemeentewerken een onderzoek ingesteld naar eventuele medegebruikers van een systeem. De afdeling Stedebouw bleek niet geïnteresseerd; zij ontwerpt liever met viltstift en later met tekenpen. De Civiele afdeling maakt veel ge bruik van kaartmateriaal van de afdeling Landmeten maar had voor eigen activiteiten geen belangstelling. De afdeling Onderhoud van Wegen en Riolering had geen interesse in automatisering. Hierbij speelde vooral de onbekendheid met computers en systemen een rol. Wel geïnteresseerd was de afdeling Bouw- en Woningtoezicht, die vooral belangstelling had voor de sterkteberekening van construc ties; een voorbeeld is het zgn. „palenplan". Ingewikkelde bereke ningen worden nu uitbesteed, maar zouden ook zelf kunnen wor den uitgevoerd. Ook de sectie Geluidshinder toonde belangstelling. De invloed van verkeerslawaai, het effect van geluidsschermen e.d. worden nu via uitbesteding berekend. Het bleek echter dat zij spe cifieke eisen aan de rekenprogramma's stellen, die óf computerge bonden zijn óf sterk prijsverhogend werken op het aan te schaffen systeem. Hiervoor kan men beter een toepassingsgerichte compu ter kopen, zodat direct programma's kunnen worden overge nomen. Een andere mogelijkheid was gebruik te maken van de middelgrote Sperry computers type 6 en type 8 van het Computer Centrum van de gemeente. Dit centrum zorgt voor de volledige financiële ver werking van o.a. het Gas- en Waterbedrijf. Het was echter finan cieel niet haalbaar het aanwezige systeem te gaan gebruiken. De conclusie na de oriëntatie op medegebruikers was derhalve, dat de afdeling Landmeten koos voor het zelfstandig beheren van een eigen systeem. Systeemkeuze Medio 1983 heeft de afdeling Landmeten een lijvig rapport gepro duceerd, waarin de automatisering werd onderbouwd. Uitgangs punten voor de definitieve systeemkeuze waren: 1. De groeistadtaak wordt uitgevoerd zonder personeelsuitbrei ding, dus het operationeel maken van de automatisering ge beurt met het huidige personeelsbestand. 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 13