publikaties inrichting Oost-Groningen en Gronings-Drentse veenkoloniën vast gesteld. Het is hierdoor het eerste herinrichtingsplan dat officieel in uitvoering is. Het deelgebied Pekela's omvat bijna 7 000 ha, waar van 6 445 ha wordt herverkaveld in het belang van de landbouw. Daarnaast worden in het gehele gebied maatregelen en voorzie ningen getroffen, die tot doel hebben het totale woon-, werk- en leefklimaat te verbeteren en ook de economische en maatschappe lijke ontwikkeling te bevorderen. In het te herverkavelen deel is de versnippering van de landbouw gronden aanzienlijk. De voornamelijk akkerbouwbedrijven beschik ken gemiddeld over zes kavels, waarvan de veldkavels op gemid deld 2 700 meter afstand liggen. Met het herinrichtingsplan wordt naar een zo goed mogelijke samenvoeging van de grond toege werkt. In het deelgebied Pekela's vormt ook de waterbeheersing een belangrijk onderdeel. Het gehele waterbeheersingsstelsel moet worden vernieuwd, wat tevens inhoud dat de zeven bestaande ge malen worden vervangen door drie nieuwe. Wat de verbetering van de wegen betreft, staan niet alleen plattelandswegen, maar ook hoofdwegen op het programma. Tevens wordt de verkeerssituatie in Oude- en Nieuwe-Pekela aangepakt. Ook met landschappelijke aankleding is in het deelgebiedsplan rekening gehouden. Het is de bedoeling ongeveer 92 ha te beplan ten. Hierbij gaat het voornamelijk om bosbeplanting bij de dorpen. Voor de openluchtrecreatie zijn fiets- en wandelpaden, alsmede voorzieningen voor de sportvisserij gepland. Verder zullen in het kader van de herinrichting de Groninger Stadsmeierrechten in het deelgebied Pekela's worden opgeheven. Deze stadsmeierrechten rusten hier op bijna 3 700 ha. De betrokken stadsmeiers zullen door de opheffing officieel eigenaar worden van de grond. Ook is het de bedoeling, dat de stad Groningen de eigen dom van het Pekelder Hoofddiep (13 km) samen met drie sluizen en zeven bruggen overdraagt aan de gemeenten Oude- en Nieuwe- Pekela en het waterschap Reiderzijlvest. Met het herinrichtingsplan wordt tevens bijgedragen aan stads- en dorpsvernieuwing, welzijn en milieuhygiëne. Wat de stads- en dorpsvernieuwing betreft, zou o.a. de stedebouwkundige structuur langs het Pekelder Hoofddiep binnen de gemeente Nieuwe-Pekela verder worden verbeterd. In de gemeente Oude-Pekela is dit werk al voltooid via de versnelde uitvoering van de herinrichting. In samenhang ermee wordt ook de woonomgeving verbeterd. De maatregelen en voorzieningen voor het welzijn in het deelgebied zijn vooral gericht op werkloze jongeren en educatie van volwasse nen (beroepsscholing). Onder het onderdeel milieuhygiëne valt de aanleg en verbetering van riolering en de sanering van milieuhinder- lijke bedrijven. De totale kosten van het deelgebiedsplan Pekela's zijn begroot op ongeveer 150 miljoen gulden. Hiervan is 112 miljoen voor rekening van het Rijk, 17 miljoen voor de provincie Groningen en de gemeen ten, en 21 miljoen voor de gezamenlijke eigenaren en individuele belanghebbenden. KADASTER KRIJGT GULDEN FLOPPY VAN M&S Op dinsdag 12 november 1985 is door de directie van M&S Benelux (dochteronderneming van M&S Europe) aan het Kadaster te Apel doorn de Gulden Floppy uitgereikt ter ere van de overdracht van het tiende IGOS-station. Deze mijlpaal is bereikt, nadat in 1983 het eerste werkstation werd geïnstalleerd. De intensieve samenwerking tussen M&S Benelux en het Kadaster heeft geleid tot verbete ringen aan het systeem, zodat het Kadaster nu is gestandaardiseerd op het IGOS-systeem. De CAD-systemen, die door M&S zelf zijn ontwikkeld en worden geproduceerd, gebruikt het Kadaster voor het digitaliseren van de bestanden, het geautomatiseerd verwerken van mutaties en voor het fotogrammetrisch vervaardigen van digi tale bestanden. In de toekomst verwacht het Kadaster in totaal ongeveer vijftig sta tions operationeel te hebben, zodat er gemiddeld per provinciaal kantoor drie IGOS stations zullen komen. Verder zal onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden om het IGOS-systeem ook in te zetten bij de ruilverkaveling. De ervaring met de uitwisseling van gegevens met gemeenten die ook met het IGOS-systeem werken, zoals bijvoorbeeld de gemeen ten Zaanstad, Capelle a/d IJssel, Amersfoort en binnenkort ook de gemeenten Noordoostpolder en Enschede, is voor andere gemeen ten aanleiding ook daar met dit systeem te gaan werken. Bij de uitreiking van de Gulden Floppy is de reeds hechte band tussen het Kadaster en M&S Benelux versterkt en is ook de intentie uitgesproken de samenwerking voort te zetten, hetgeen de voort gaande ontwikkeling van het IGOS-systeem ten goede zal komen. ing. W. M. Bloem NGT GEODESIA 86 LUSTRUMBOEK SNELLIUS Bij gelegenheid van het 9e lustrum van het Landmeetkundig Gezel schap „Snellius" is er ook weer een Lustrumboek uitgebracht. Het thema van deze uitgave is: „Voortdurend in Beweging". Binnen dit thema is aandacht besteed aan ontwikkelingen op het vakgebied, zoals: de geschiedenis van het waterpassen; puntsbepaling op de Noordzee; de geodetisch/juridische wetgeving; satellietgeodesie; een nieuwe HTW?; de Delftse School in de geodesie; en: waarom de aarde plat is. Het tweede gedeelte is gewijd aan het Gezelschap zelf, het studeren en het student zijn. In een komend nummer van NGT Geodesia zal een uitgebreide boekbespreking worden geplaatst. Het Lustrumboek is te bestellen door overmaking van f 22,50 op giro 1997507 t.n.v. Penningmeester Lustrumboekcommissie, Delft; studenten aan TH, HTS of MTS betalen f 2,50 minder (s.v.p. insti tuut vermelden). Beide bedragen zijn exclusief f 5,25 verzend kosten. OFFICIAL PUBLICATION NO. 14 VAN DE OEEPE (European Organization for Experimental Photogrammetric Research), september 1984 (119 pagina's met 38 figuren en 18 tabellen) De bovengenoemde publikatie bevat het verslag van een, door Commissie D van de OEEPE, uitgevoerde „Test on Digitising Methods". Het doel van het onderzoek was een evaluatie van ver schillende methoden voor het digitaliseren van bestaande kaarten en het vervaardigen van een getekende kaart uit het verkregen digi tale bestand. De gebruikte instrumenten en de ervaring van de deelnemende centra weerspiegelen de stand van de techniek bij het begin van het project in 1982. Door de snelle ontwikkeling van zowel hard- als software zijn sommige conclusies inmiddels wellicht achterhaald, doch niettemin geeft het rapport een aantal nuttige indicaties, waarmee men voor toekomstige ontwikkelingen zijn voordeel zal kunnen doen. Dit geldt zowel voor de huidige gebruikers van digi taliseringsmethoden als voor potentiële nieuwkomers in deze branche. In hoofdzaak werden vier verschillende technieken toegepast, namelijk: a. Blind digitaliseren, d.w.z. zonder gebruikmaking van een on line grafische weergave van het resultaat. b. Interactieve digitalisering, waarbij een grafische weergave van het resultaat on-line beschikbaar is. c. Semi-automatische lijnvolging met interactieve grafische weer gave. d. Rasterdigitalisering (scanning) met computergestuurde grafi sche weergave. Als basismateriaal werden kaartgedeelten van de 1 2 500 en 1 10 000 series van de Ordnance Survey (UK) gebruikt. Elf verschil lende organisaties, waaronder de Nederlandse Topografische Dienst, namen deel aan een of meer onderdelen van het project. De algemene conclusie is, dat alle gebruikte methoden tot een aan vaardbaar kaartresultaat hebben geleid. Een gedetailleerde vergelij king van de resultaten wordt echter enigermate belemmerd door het feit, dat tussen de deelnemers grote verschillen bestonden in ervaring met het instrumentarium en de methoden, terwijl ook de opleiding en ervaring van de uitvoerende operateurs sterk uiteen liepen. Tenslotte vertoonden de (semi-)automatische methoden nog kinderziekten, waarvan de genezing inmiddels ver gevorderd zal zijn. Toch geven de conclusies, geformuleerd in een twintigtal punten, een aantal nuttige aanwijzingen voor de verdere ontwikkeling. De belangstellende lezer wordt hiervoor verwezen naar de publikatie zelf. Deze is zij het in beperkte mate verkrijgbaar bij het bureau van de OEEPE (ITC, postbus 6, 7500 AA Enschede) of bij de uitgever (IFAG, Richard-Strauss-Allee 11, D-6000 Frankfurt a.M. 70). A. J. van der Weele S&J 101-111, LANDINRICHTINGSWETGEVING, DEEL III Zojuist is verschenen de tweede druk van het derde deel van de Landinrichtingswetgeving, deel 101-111, uit de Editie Schuurman en Jordens Nederlandse Staatswetten. In dit deel is opgenomen de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën. Het doel van deze speciale „Herinrichtingswet" is de bevordering van een goed woon-, leef- en werkklimaat en de economische en maatschappelijke ontwikke- 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 23