verslagen
ling van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
door middel van gecoördineerde en geïntegreerde uitvoering van
maatregelen en voorzieningen. De wet wordt voorafgegaan door
een woord vooraf, dat is ontleend aan de Memorie van Toelichting.
De tekst van de wet zelf is voorzien van aantekeningen. Als bijlage
is een kaart van het herinrichtingsgebied opgenomen.
De uitgave is bijgewerkt tot 1 mei 1985 en bewerkt door mevrouw
mr. Th. M. Westgeest.
Voor f 20,50 is deze uitgave te bestellen bij W. E. J. Tjeenk Willink
BV, Koestraat 8', 8011 NK Zwolle. Telefoon 038-21 14 44.
DE RIJKSCOMMISSIE VOOR GEODESIE
Door de Rijkscommissie voor Geodesie is de volgende uitgave ge
publiceerd:
The geometry of geodetic inverse linear mapping and non-iinear
adjustment, door P. J. G. Teunissen. ISBN 90 6132 233 2. Meine-
ma BV, Delft.
CIAD-RAPPORT OVER DIGITALISEREN EN SCANNEN
De ClAD-projectgroep ,,Digitaliseertechnieken" heeft onlangs haar
werkzaamheden afgerond met de uitgave van een eindrapport met
de titel Digitaliseren en Scannen".
Het eindrapport van de ClAD-projectgroep „Digitaliseertechnie-
ken" begint met een verslag van de studie over methoden en tech
nieken van digitaliseren en wordt met het geven van enkele voor
beelden uit de praktijk besloten. De verwachting wordt uitgespro
ken dat in de toekomst het digitaliseren sneller, gebruiksvriendelij
ker en wellicht grotendeels vol-automatisch kan geschieden. Een
werkgroep heeft dit automatische proces, het zogenaamde scan
nen, bestudeerd en de resultaten in hoofdstuk 2 beschreven.
Tevens wordt in dit hoofdstuk een vergelijking gemaakt tussen het
handmatig digitaliseren en het scannen. In een bijlage is een over
zicht gegeven van digitizers en scanners met specificaties en prijs
indicaties. Door het geven van een testspecificatie geeft de project
groep een handleiding aan de potentiële koper van een digitizer om
zelf een acceptatietest uit te voeren.
De prijs van het rapport is f 50,— voor CIAD-Ieden en f 75,— voor
niet-leden (excl. portokosten en 19% BTW). Bestellingen zijn te
richten aan: CIAD, Postbus 74, 2700 AB Zoetermeer.
ONROEREND GOED GEWAARDEERD
Onduidelijkheid voor de burger, ondoelmatigheid voor de overheid
en niet-uitwisselbaarheid van gegevens zijn de belangrijkste knel
punten bij de waardebepaling van onroerend goed door de over
heid. Het financiële belang van die overheid is globaal f 6,8 miljard.
Voor de waardebepaling wordt omstreeks f 101 miljoen uitge
geven. Dit blijkt uit een rapport van de voorlopige Raad voor Vast
goedinformatie (RAVI), dat onlangs aan Staatssecretaris Brokx van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is aange
boden.
Blijkens het rapport wordt de burger geconfronteerd met verschil
lende waarden voor hetzelfde object. Oorzaken zijn de verschillen
de wettelijke grondslagen en het verschil in vaststellingssysteem
(ambtelijke taxatie tegenover eigen opgave door de burger). Ook
speelt de subjectiviteit bij de vaststelling een rol.
Verder stellen Rijk, gemeenten en waterschappen de waarde veelal
naast elkaar vast, wat ondoelmatig is. Tenslotte zijn de gebruikte
gegevens dikwijls moeilijk uitwisselbaar, omdat ze zijn opgeslagen
in eigen vaak aan geheimhouding onderworpen verschillende
georganiseerde bestanden.
Het rapport is te verkrijgen bij het secretariaat van de RAVI, tel.
055 - 77 51 23, toestel 347/346.
MARKTVERKENNING BASISIDENTIFICATIESYSTEMEN
VOOR VASTGOED
Op korte termijn is er behoefte aan gegevens over vastgoecrin een
automatisch verwerkbare vorm. De markt voor eenvoudige ge
gevens als adressen, percelen en liggingsgegevens kent op kortere
termijn 700 tot 800 klanten, die zich voor twee derde in de publieke
en voor een derde in de private sector bevinden. Dat blijkt uit een
marktonderzoek dat in opdracht van de voorlopige Raad voor Vast
goedinformatie (RAVI) is uitgevoerd. De resultaten van dat onder
zoek zijn onlangs aangeboden aan Staatssecretaris Brokx van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Het onderzoek signaleert dat de ontwikkeling van de markt moet
plaatsvinden vanuit de bestaande markt die vooral uit overheids
organisaties bestaat. In eerste instantie is er behoefte aan het leve
ren van gegevens en minder aan toepassingsprogrammatuur, oplei
ding e.d. Op termijn, wanneer ook kleinere gebruikers tot de afne
mers behoren, wordt een uitbreiding van het produktenscala tot
het leveren van meer gegevens voorzien.
Uit het onderzoek blijkt verder dat het beste kan worden uitgegaan
van een relatief lage prijs voor het basisidentificatiesysteem. Sepa
rate prijsstellingen kunnen worden toegepast voor meer specifieke
informatie. In het algemeen worden uniforme aanduidingen voor
identificatiegegevens in vastgoedregistraties toegejuicht. Unifor
mering van adresgegevens is hierbij een eerste eis.
Het rapport is te verkrijgen bij het secretariaat van de RAVI, tel.
055 - 77 51 23, toestel 347/346.
VERSLAG BIJEENKOMST FIG COMMISSIE 7
TE BUDAPEST/EGER (1 - 7 september 1985)
Inleiding
Commissie 7, die jaarlijks vergadert, houdt zich ten behoeve van de
FIG bezig met specifieke onderwerpen van het Kadaster, de land
inrichting en de landhervorming. Het voornaamste doel van de jaar
lijkse bijeenkomst van deze commissie is het bespreken van dat
gene wat op het gebied van het Kadaster en de landinrichting op
het internationale FIG-congres behandeling en vermelding behoeft.
De zitting van Commissie 7 te Budapest/Eger was gericht op het
internationale congres te Toronto in 1986. Er werd geïnventariseerd
en besproken wat te Toronto dient te worden gepresenteerd. De
zitting van Commissie 7 was gecombineerd met een „International
Conference Cadastre en rural land management", die vooral ge
richt was op Oosteuropese landen. Evenwel werd ook door enkele
leden van Commissie 7 uit westerse landen het woord gevoerd. Op
de bijeenkomst te Budapest/Eger waren aanwezig vertegenwoordi
gers uit Algerije (2), Duitsland (1België (1), Bulgarije (1), Frankrijk
(1), Groot-Brittannië (2), Maleisië (2), Nederland (2), Oostenrijk (1),
Polen (3), USSR (1), Joegoslavië (3), Zweden (1), Zwitserland (1).
Voorzitter was prof. dr. A. Hopfer uit Polen, die tot 1987 president
is van Commissie 7. Hij zal worden opgevolgd door de huidige vice-
president J. Gastaldi uit Frankrijk.
Terloops zij opgemerkt, dat de heren Henssen en Sonnenberg in
deze Commissie voor Nederland (NVG) optreden als behartigers
van de kadastrale, respectievelijk de landinrichtingsbelangen.
Tevens heeft de heer Henssen in zijn functie van president van het
OICRF zitting in Commissie 7.
Activiteiten
Voor het congres te Toronto heeft Commissie 7 een vijftal „alge
mene rapporten" in voorbereiding. Een algemeen rapport geeft ter
zake van een bepaald gebied of onderwerp een overzicht van en
een inzicht in de zich voorgedane en toekomstige ontwikkelingen.
Het richt zich niet op een bepaald land. Daartoe dienen de „invited
papers". De organisatie van de Toronto-zittingen van Commissie 7
werd behandeld, waaronder de postersessions.
Behandelde rapporten
De behandeling van een door Griekenland (prof. Badekas) op te
stellen rapport, dat inzicht moet geven over de invloed, die eigena
ren en gebruikers hebben op het landinrichtingsgebeuren werd
voortgezet.
In het kader van het door Duitsland op te stellen rapport over de
mate waarin landinrichting een bijdrage geeft aan de ontwikkeling
van het platteland, gaf dr. Manger een eerste indruk weer van de
resultaten van de uitgevoerde inventarisaties betreffende 14 lan
den. Daaruit bleek, dat er zeer grote verschillen zijn tussen de
onderscheiden landen qua beleid en methodieken op het gebied
van de ontwikkeling van het platteland. Er zal een indeling worden
gemaakt in drie groepen van landen; Nederland behoort tot de
groep van landen, waarin de landinrichtingsactiviteiten het meest
actief bijdragen aan de ontwikkeling van het landelijk gebied.
Besloten is, dat Sonnenberg een algemeen rapport samenstelt,
waarin inzichten worden gegeven in de recente en de te verwach
ten ontwikkelingen (tendensen) op het gebied van de bevoegd
heden van de bestuurslagen (bijvoorbeeld decentralisatie), van de
medezeggenschap van particuliere organisaties en individuen, van
de mate waarin herverkaveling bijdraagt tot landinrichting, van
planvormingsprocedures en van de omvang van ruilverkavelings
programma's. Er werd gediscussieerd over processen die gaande
zijn, alsmede over regelingen die worden ontworpen om tot verkor
ting van de procedures te komen. De overheidsinvloed in het alge
meen vormt een belangrijk punt voor het samen te stellen rapport.
Henssen behandelde als rapporteur met betrekking tot de uit te
voeren resolutie 704e, het voor Toronto op te stellen rapport (een
onderzoek naar de afpaling van perceelsgrenzen). Het initiatief tot
dat onderzoek is in Sofia genomen door dr. Simmerding uit de
22
NGT GEODESIA 86