§l(D(s)(d]®®DÉl] Verwachtingen toen en nu; een digitale kaart: een lange weg*) nederlands geodetisch tijdschrift door ir. J. C. P. de Kruif, hoofd van de Computergroep bij de Dienst Openbare Werken van de gemeente Amsterdam. Inleiding Op de congressen van het NGL is al enkele malen gesproken over automatisering van de kaartvervaardiging en de hieruit voort vloeiende digitale kaartbestanden. In 1977 was de automatische verwerking van terrestrische metingen onderwerp, en in 1979 de interactieve grafische systemen. Toen kwam de digitale kaart voor de eerste maal aan de orde, en later nogmaals op het congres in 1983. Het thema van deze dag is wederom interactieve systemen, waarbij het vooral gaat over de stand van zaken bij de toepassing van inter actieve systemen in de landmeetkunde en het leidingenbeheer. In deze inleiding wordt getracht een overzicht te geven van de ont wikkelingen, de stand van zaken bij de toepassing en uiteraard een korte blik in de toekomst. Allereerst een korte omschrijving van de begrippen interactief systeem en digitale kaart Een interactief grafisch systeem is een systeem bestaande uit apparatuur en de bijbehorende software dat het mogelijk maakt om een kaart, of een deel hiervan, op een grafisch scherm af te beelden. Op deze kaart kunnen diverse be werkingen worden uitgevoerd, zoals vergroten, verkleinen (in zoomen), wijzigen, toevoegen en verplaatsen van belijning, teksten en symbolen, wijzigen van lijntype, lettertype, symbooltype enz. Voorts is het mogelijk om selecties te maken uit de inhoud van de kaart, zoals het tekenen van de huizen of alleen de wegindeling. Tenslotte moet het mogelijk zijn om alfanumerieke gegevens aan de grafische gegevens te koppelen, bijvoorbeeld aan een kadastraal perceel (een reeks lijnen), het perceelnummer en de naam van de eigenaar. De kaart kan worden opgeslagen op een achtergrond geheugen, veelal een magnetische schijf. Op het congres in 1979 heeft ir. J. Denekamp een goede beschrijving gegeven van derge lijke systemen. De kaart die op een dergelijke wijze in de computer is opgeslagen, wordt een digitale kaart genoemd. De „lange weg" geeft aan, dat de digitale kaart niet zomaar kan worden gerealiseerd. Het onderwerp heeft vele aspecten; in deze inleiding zal slechts een globaal overzicht worden gegeven van de stand van de techniek (de systemen) en de stand van «aken bij de gebruikers. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een enquête die bij een 100-tal landmeetkundige diensten is gehouden. Deze enquête geeft een beeld van het huidige en het toekomstige georuik van interactieve systemen. Dit gebruik betreft de automatisering van de kaartvervaardiging en de opbouw van digitale bestanden. Vervol gens komen aan de orde de vraag waarom digitale bestanden wor den opgebouwd, de kosten en baten, de personele en organisato rische aspecten, de opleiding en tenslotte een korte blik in de toe komst. Inleiding gehouden op 24 oktober 1985 te Utrecht tijdens het 13e NGL congres. 2 Systemen Op het gebied van de systemen hebben grote ontwikkelingen plaatsgevonden. In 1979 werd gesproken over een systeem dat was gebaseerd op een PDP11/34 computer (of kleiner) met enkele werkstations die bestonden uit een tweetal refresh beeldschermen (de groene schermen), waaraan een digitizer was gekoppeld. Deze systemen hadden redelijke tekenmogelijkheden en enige mogelijk heden om alfanumerieke gegevens (zoals naam eigenaar, diameter buis) aan de grafische gegevens te koppelen. De prestatie en vooral de mogelijkheden maakten destijds veel indruk. Momenteel is er een explosie van systemen, grote systemen, systemen met één werkstation of zelfstandige werkstations, en systemen gebaseerd op de microcomputer, ofwel de personal computer! De grote systemen (Contraves, Computervision, IBM, Intergraph, Siemens enz.) zijn veelal gebaseerd op krachtige minicomputers, zoals bijvoorbeeld de (micro)VAX; deze computer is zeker tien maal zo krachtig als de in 1979 gebruikte processors. Ook de capaciteit aan schijfgeheugens is sterk vergroot. De computers kunnen met elkaar worden verbonden, zodat complete netwerken ontstaan. Op het gebied van de werkstations zijn de verschillen nog groter. Toen was er één type werkstation met een langzaam scherm, nu zijn er vele soorten werkstations die alle zijn gebaseerd op het snelle rasterscherm, waarop de wijzigingen direct worden aangebracht. Zwart-wit schermen zijn bijna verouderd, de kleuren zijn in opmars. Het werkstation is niet meer een domme terminal, maar vele func ties zoals inzoomen enz. worden door het werkstation zelf verricht. Sommige werkstations hebben mogelijkheden om als zelfstandige personal computer te functioneren. Ook op het gebied van de soft ware zijn er grote verschillen; de huidige systemen bieden de ge bruiker een veelvoud aan mogelijkheden. Het systeem van 1979 kan nu worden gezien als een elektronische tekenmachine. Daarentegen kan het huidige systeem worden ge zien als een informatiemachine. Centraal staat de database met zo wel grafische als alfanumerieke gegevens. Hierdoor zijn deze syste men zeer geschikt voor toepassing in de vastgoedinformatievoor ziening, evenals voor het ontwerpen van gecompliceerde produk- ten als vliegtuigen, chips, chemische installaties enz. Deze grote systemen werken met twee tot tien werkstations per computer. De benodigde investering is tenminste f 500 000, een behoorlijk systeem vergt al snel f 2 000 000, Naast deze grote systemen zijn er ook zelfstandige werkstations of systemen met één werkstation. Een voorbeeld hiervan is het Neder landse IGOS-systeem, waarover de heren Aalders en Borssen on getwijfeld meer zullen vertellen. Ook deze werkstations kunnen desgewenst worden gekoppeld, zodat groeimogelijkheden aan wezig zijn. De benodigde investering is ongeveer f 200 000, af hankelijk van het type plotter en digitizer. Software pakketten op de personal computer (zoals Geotek, Geo- data, Kartomat, MVHLib) zijn alom beschikbaar. Wie had in 1979 kunnen voorspellen, dat voor f 50 000, tot f 100 000, een com pleet systeem (met een kleine plotter en digitizer) kon worden aan- NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 4