Bij de opbouw van een digitaal bestand moet terdege rekening wor
den gehouden met de toekomstige gebruikers, dit op straffe van
veel dubbel werk en frustraties.
Kosten
Het onderzoek van de behoeften van de gebruiker geeft ook inzicht
in de baten van de automatisering, want, hoewel de opbouw van
de digitale kaart een forse investering vergt, liggen de opbrengsten
hiervan maar zelden bij de landmeetkundige afdeling, doch eerder
bij de gebruikers. Het ter beschikking hebben van uniforme actuele
digitale bestanden met voldoende selectiemogelijkheden biedt de
gebruikers vele voordelen (o.a. veel dubbel werk kan op deze wijze
worden voorkomen), maar is moeilijk in de vorm van baten te
kwantificeren.
Het beheer van het totale vastgoedgebeuren is bovendien sterk ver
snipperd en vrij primitief, waardoor het thans moeilijk is om snel be
trouwbare informatie te krijgen over het kabel- en leidingennet in
een bepaalde straat of buurt; terwijl ook de vervangingswaarde van
deze infrastructuur zeer hoog is. Gezien deze vervangingswaarden
en de behoefte aan goede en betrouwbare informatie zijn de kosten
voor de opbouw van een digitale basiskaart een hulpmiddel voor
de verbetering van dit beheer te verwaarlozen. Helaas denken de
beslissers hier anders over. De kosten van deze automatisering
moeten duidelijk niet worden onderschat. Naast de soms indruk
wekkende kosten voor de benodigde apparatuur, die slechts een
schijntje van de werkelijke invoeringskosten zijn, komen nog de
volgende kosten:
Kosten voor opleiding van de tekenaars en wat vaak wordt ver
geten, voor het management.
Voorbereidingskosten. De voorbereiding van een dergelijk pro
ject, zoals de vele goedkeuringsprocedures, het vaststellen van
de codering, de werkwijze, de aanpassing van de software, de
menu's, de werktijden enz. vergt veel energie. Hiermede zijn
enkele jaren doorlooptijd gemoeid.
Inwerkkosten. Er is een lange tijd van gewenning nodig, voor
dat men optimaal met het gereedschap kan omgaan, en de
werkmethode, de codering enz. voldoende zijn afgestemd op
de behoefte.
Kosten voor conversie. Deze kosten zijn sterk afhankelijk van de
wijze van conversie, bijvoorbeeld alleen digitaliseren of con
strueren uit bestaand veldwerk of luchtfotogrammetrie, of een
combinatie van deze methoden.
Globaal kan worden gezegd, dat de apparatuurskosten ongeveer 5
a 10% van de totale kosten bedragen.
Conversie
Een belangrijk aspect is de conversie. Methoden van conversie zijn:
construeren uit bestaand veldwerk, opnieuw meten, luchtfoto
grammetrie, digitaliseren of scannen van bestaande kaarten. De
minst kostbare methode op dit moment om de grote hoeveelheid
bestaande kaarten waarop de verzamelde kennis van vele jaren is
vastgelegd, te kunnen blijven gebruiken, is veelal digitaliseren.
Toch is ook dit een kostbaar proces, omdat simpel digitaliseren niet
mogelijk is daar diverse codes moeten worden toegevoegd, zoals
bebouwing, kant weg, symbolen enz. Een volgend probleem is
veelal de beperkte (absolute) nauwkeurigheid van de kaarten, om
dat de nauwkeurigheid in de loop der jaren is verminderd door de
vele mutaties. Deze beperkte absolute nauwkeurigheid veroorzaakt
problemen bij de aansluiting van kaartbladen en bij het automatisch
verwerken van nieuwe mutatiemetingen. Bij de conversie zal dus
veelal ook de absolute nauwkeurigheid van de kaart moeten wor
den verbeterd. Totale hermeting is in de meeste gevallen te kost
baar. Een mogelijkheid de absolute nauwkeurigheid te verbeteren,
is het bepalen van een fijnmazig net van vaste punten waarbij wordt
uitgegaan van een goede meetkundige grondslag. In Amsterdam
en Rotterdam worden hiertoe de coördinaten van hoeken van
huizenblokken bepaald. (Zie ook het artikel van J. Polman over de
grondslagbank in NGT Geodesia 1980, p. 221.) Dit biedt tevens de
mogelijkheid om later de bijhoudingsmetingen in te passen op deze
hoogwaardige punten. Hierdoor wordt in de loop der tijd het digi
tale bestand verbeterd, in tegenstelling tot de grafische kaart waar
van de kwaliteit in de loop der jaren door de bijhouding vermindert.
Een probleem bij de inpassing aan deze vaste punten is de identifi
catie van de punten op de kaart (steunbeertjes, verspringingen in
de gevel, enz.). Bij de transformatie moet hier grote aandacht aan
worden besteed.
Uiteraard is een goede voorbereiding van de te digitaliseren kaarten
van groot belang voor de snelheid van werken en beperkt dit het
aantal digitaliseerfouten. Aan het digitaliseerprogramma moeten
hoge eisen worden gesteld voor wat betreft gebruikersvriendelijk
heid en interne controles om het conversieproces zo min mogelijk
te vertragen.
Mens en organisatie
De automatisering van de kaartvervaardiging en het kaartgebruik
met behulp van interactieve grafische systemen vergt van de be
trokken medewerkers een andere wijze van werken en denken. De
tekenvaardigheid, zoals kaarteren, inkten, teksten schrijven enz.,
verdwijnt. Nieuwe vaardigheden staan hier tegenover zoals het om
gaan met het grafische systeem. De nadruk ligt nu meer op het
vaststellen van de code, de wijze van construeren, het beoordelen
van verschillen bij inpassingen enz. Hiertoe is inzicht en dus
nieuwe kennis nodig. Deze kennis moet zowel aanwezig zijn bij
de operator de nieuwe tekenaar als de leiding.
Een veel voorkomend misbruik in de aanloopperiode bijvoorbeeld is
dat men de tekening te mooi wil maken. Door de mogelijkheden
van inzoomen en haaksheidcontrole worden afwijkingen van enkele
centimeters in de meting zichtbaar, maar deze verschillen zijn inhe
rent aan de meetnauwkeurigheid. Het wegpoetsen van deze ver
schillen kost veel tijd en is dan ook niet zinvol. Inzicht is nodig om
dit te vermijden.
Thans vindt de opleiding in het gebruik van de systemen veelal
plaats bij de leveranciers, waar de operator wordt opgeleid in het
bedienen. Daarnaast worden automatiseringsopleidingen gegeven
om de computersystemen te beheren en aan te passen aan de spe
cifieke behoefte van de bedrijven. Deze opleidingen vinden veelal
pas plaats, nadat de apparatuur is besteld. Voor achtergrond,
kennis en inzicht is thans geen opleiding. De praktijk moet het met
vallen en opstaan leren. De opleidingsinstituten moeten veel meer
aandacht aan deze ontwikkelingen besteden. Het verbaast mij, dat
er nog geen nascholingscursus of postacademiale cursus op dit ter
rein is gegeven. Daarnaast moeten binnen de grote diensten en be
drijven toepassingsgerichte opleidingen worden gegeven, waarbij
de specifieke toepassing nader wordt toegelicht. Een goed voor
beeld hiervan is de opleiding bij het Kadaster in het kader van het
LKI-project.
Naast de opleiding zal ook de organisatie moeten worden aange
past aan de nieuwe werkwijze. Zo zal de scheiding tussen tekenen
en rekenen vervagen; reken- en tekenkamer zullen worden geïnte
greerd. Daarnaast ontstaan nieuwe functies, zoals systeembeheer
der, operator, bestandsbeheerder, enz. Andere organisatorische
aspecten zijn werktijd, planning, begeleiding. Om de hoge investe
ring in de kostbare apparatuur voldoende rendabel te maken, ont
staat de neiging met een twee-ploegenstelsel te werken om de be
drijfstijd van de apparatuur te verlengen. Verder dienen de werk
zaamheden achter het werkstation zorgvuldig te worden gepland.
Werkvoorbereiding is dus belangrijk. Ook de werkprocedures, de
wijze van conversie, de codering, enz. dienen, zeker in de aanloop
fase, regelmatig te worden bijgesteld. Dit alles vraagt de nodige
aandacht van de leiding. Deze zal uitdrukkelijk achter de automati
sering moeten staan en deze moeten leiden en vorm geven. Indien
de leiding van de dienst de automatisering niet duidelijk trekt, loopt
het project een grote kans te mislukken. Immers de leiding zal de
problemen die altijd optreden, hoe goed de voorbereiding ook is,
moeten oplossen. Deze problemen lopen uiteen van functiebe
schrijving tot het regelen van de goede verlichting. De zorg voor
ergonomische aspecten, het sociaal contact, allerlei personele
aspecten, hoe klein ook, zijn van groot belang voor het slagen van
de invoering van de automatisering.
Naast opleiding en organisatie is ook de werkgelegenheid een punt
van aandacht. Vermoedelijk zal de automatisering van de kaart
nauwelijks arbeidsplaatsen kosten. Er is namelijk een grote conver
sie-inspanning nodig, die eerder meer mensen vergt. Alleen al ge
zien de benodigde financiën en apparatuur zal de conversie over
een groot aantal jaren moeten worden verdeeld. Hierdoor zullen
sterke wijzigingen in het personeelsbestand worden voorkomen.
Voorts zullen als gevolg van de automatisering nieuwe taken voor
de landmeetkundige diensten ontstaan. De digitale kaart is immers
de basis voor een groot aantal registraties en allerlei thematische
overzichten (bevolkingsopbouw, overzichten woningvoorraad
enz.). Het lijkt logisch dat de landmeetkundige diensten op basis
van de digitale kaart nieuwe taken kunnen ontplooien. Zo is nu
reeds te constateren, dat enkele diensten zich ontwikkelen in de
richting van vastgoedinformatiecentrum.
Als de landmeetkundige diensten deze uitdaging aannemen en een
goed produkt leveren, zijn er voldoende taken die weer nieuw werk
opleveren. Stil zitten betekent, dat anderen het werk, inclusief de
taak van de landmeetkundige afdeling, overnemen, aangezien door
de mogelijkheden die de automatisering biedt, het landmeten geen
voorrecht is dat is voorbehouden aan de gespecialiseerde land
meter (NGT Geodesia, september 1985). Waakzaamheid is gebo
den.
Toekomst
De ontwikkeling van de afgelopen zes jaar op het gebied van syste
men is indrukwekkend. De komende zes jaar is een verdere ontwik-
NGT GEODESIA 86
5