zijn opgeslagen in de computer in het bestand
ABOBES (abonnee-bestand). Wanneer bepaalde
nieuwe peilmerklijsten moeten worden verzonden,
kunnen daarmee de betreffende adressen worden ge
selecteerd en op zelfklevende etiketten afgedrukt.
- De laatste jaren was het aantal deformatiemetingen
sterk toegenomen. Deze worden periodiek verricht,
als een Rijkswaterstaatsdienst bijvoorbeeld schade
aan huizen vreest door verticale bodembeweging die
wordt veroorzaakt door de bouw van een brug of tun
nel. Er zijn speciale programma's gemaakt om de
resultaten van de opeenvolgende hoogtemetingen
(berekende hoogten en hoogteveranderingen) over
zichtelijk aan de opdrachtgevers te kunnen presen
teren.
- In verband met wetenschappelijk onderzoek naar
bodembeweging is de wens opgekomen niet alleen
de huidige hoogten maar ook alle vroegere hoogten
van peilmerken in de computer op te slaan.
De integrale daling van grote delen van de provincie
Groningen als gevolg van aardgaswinning is mede
aanleiding geweest om de zogenaamde geschiedenis
van de peilmerken (jaar van vroegere meting en toen
gevonden hoogten) in de rubriek opmerkingen in
GEOTND op te nemen.
Alles pleitte er dus feitelijk voor, het databestand breder
op te zetten dan alleen gericht op het vervaardigen van
de standaardpublikatie. De aankondiging van het per 1
mei 1981 afstoten van de Philips P1400 als centrale Rijks-
waterstaatscomputer was de uiteindelijke aanleiding tot
de ontwikkeling van het nieuwe programmapakket
ORSNAP.
Ontwikkeling van het rekenen
Het rekenwerk ten behoeve van het NAP omvat in prin
cipe het vereffenen van waterpasnetten en het bereke
nen van nauwkeurigheden van daaruit resulterende
hoogten. In de jaren '60 en daarvoor was dat handwerk,
waarbij handrekenmachines werden gebruikt. Sedert
1971 wordt de computer daarbij stelselmatig gebruikt.
Door de Meetkundige Dienst is een serie grotere en klei
nere, op elkaar aansluitende programma's gemaakt. Bij
de Afdeling der Geodesie van de Technische Hoge
school Delft is programmatuur ontwikkeld voor de ver
kenning van de meetopzet, de vereffening van uitge
voerde metingen, de toetsing van meetresultaten met
gebruikmaking van verfijnde statistische methoden, enz.
Een NAP-versie van dat programma (WSCAN) vormt
het hart van de NAP-serie.
Toen bij de centrale Dienst Informatieverwerking van de
Rijkswaterstaat de Philips P1400 werd vervangen door
een Sperry-computer, is besloten een nieuw reken
programmapakket te maken op basis van WSCAN waar
bij rekening zou worden gehouden met de bestaande
wensen. Een wezenlijke eis is, dat gegevens tussen
ORSNAP en rekenprogrammatuur automatisch worden
uitgewisseld. Er is begonnen met een studie naar de
ideale programma-opzet.
ORSNAP
ORSNAP (Opslag en Retrieval Systeem van NAP-peil-
merken) is een systeem voor het met behulp van de
computer beheren van alle peilmerkgegevens. ORSNAP
vervangt zowel het omvangrijke archief op systeemkaar-
ten anno 1960, dat met de hand werd bijgehouden, als
het publikatiesysteem GEOTND.
Systeemspecificaties
Bij de ontwikkeling van ORSNAP zijn de volgende speci
ficaties gehanteerd.
ORSNAP zal tenminste dezelfde mogelijkheden moeten
bieden als het oude systeem GEOTND. Foutenbronnen
moeten zoveel mogelijk worden uitgeschakeld en dub
bele opslag van gegevens moet worden vermeden.
ORSNAP dient te voldoen aan de volgende eisen:
- Alle belangrijke gegevens, die nu alleen op de hand
matig bijgehouden systeemkaarten aanwezig zijn,
moeten worden opgenomen in het computerarchief.
- De gegevens die zich in het computerarchief bevin
den, dienen snel toegankelijk te zijn voor de gebrui
kers. In de eerste jaren zullen de NAP-medewerkers
de enige gebruikers zijn.
- Ten behoeve van berekeningen van waterpasnetten
dienen de basisgegevens aan het computerarchief te
worden ontleend.
- Nieuwe hoogten, die ontstaan uit berekeningen,
moeten direct aan het computerarchief worden toe
gevoegd, zodat zij snel toegankelijk zijn voor de ge
bruiker.
- Gegevens voor publikatie dienen rechtstreeks aan het
computerarchief te worden ontleend.
Keuze van werkwijze en apparatuur
Gezien de omvang van het peilmerkenbestand 46 000
peilmerken met gemiddeld drie hoogten per peilmerk)
zou dit zich goed lenen voor realisatie door middel van
een bestand in de centrale computer U1100 van Sperry.
Een ander facet, waaraan grote waarde werd toege
kend, is de korte responstijd (om bijvoorbeeld telefo
nische vragen direct te beantwoorden). Op een main
frame computer met honderd(en) terminals wordt de
snelheid in sterke mate beïnvloed door de medegebrui
kers en kunnen responstijden niet worden gegaran
deerd. Bovendien dient in zo'n geval het bestand, zeker
tijdens de kantooruren, direct toegankelijk te zijn op
magneetschijf. Dit betekent een behoorlijke belasting
voor de capaciteit van het achtergrondgeheugen. Als
alternatief is de mogelijkheid overwogen van een mini-
computersysteem in huis bij de afdeling NAP van de
Meetkundige Dienst. Een hieraan verbonden nadeel is
de extra belasting in de operatingsfeer; ervaring op dit
gebied was niet aanwezig bij de NAP-medewerkers.
Bovendien zou een telecommunicatie-verbinding tussen
de minicomputer en de U1100-computer nodig zijn om
basisgegevens voor berekeningen te verstrekken en
resultaten van berekeningen aan het computerarchief
toe te voegen.
Voor de opbouw en de instandhouding van het compu
terbestand zou het gebruik van een database manage
ment systeem (DBMS) een van de mogelijkheden zijn.
Met het gebruik van een DBMS op de centrale U1100-
computer was nog weinig ervaring opgedaan, terwijl er
nog totaal geen filosofie bestond voor het gebruik van
een DBMS op decentrale minicomputers. Er is gekozen
voor een computerarchief in de U1100. Om aan de
strenge eisen betreffende responstijden te voldoen, is
overwogen een bestand op microfiches bij te houden.
Deze microfiches dienen een getrouwe afbeelding te zijn
van het computerbestand, zodat ze ook als de com
puter niet beschikbaar is kunnen worden geraad
pleegd bij het verstrekken van informatie. Wijzigingen in
het computerbestand moeten dan wel in nieuwe micro
fiches resulteren. Vanuit het bestand moet de informatie
NGT GEODESIA 86
89