4H1I U
u
>V»>
168
-X!v
Sri
F/V?. 2. Perceelmeting. Kleitablet uit Mesopotamië. Ca. 1700 v. Chr.
op te meten hoeveel het terrein kleiner was geworden, opdat hij
van het resterende stuk een evenredige belasting zou betalen. Ik
geloof, dat hierdoor de landmeetkunde is uitgevonden en dat die
vandaar naar Griekenland is gekomen. Want de bolzonnewijzers en
de staaf zonnewijzers en de 12 delen van de dag hebben de Grieken
van de Babyloniërs geleerd".
Herodotus dacht dus dat de landmeetkunde uit Egypte en de tijd
rekening uit Babylonië stamde. Dat laatste kan wel kloppen, maar
ik denk dat hij de Babyloniërs enigszins heeft onderschat wat de
landmeetkunde betreft. De heer Pouls stelde mij namelijk ook een
afbeelding ter hand van een in gips nagemaakt landmeetkundig
veldwerk (fig. 2) uit Mesopotamië, omstreeks 1700 v. Chr. [5], de
zelfde tijd waarin koning Hammourabi (1728 - 1686) zijn beroemde
burgerlijk wetboek het licht deed zien. Op dit veldwerk wordt een
onregelmatig gevormd kadastraal perceel zodanig in rechthoeken,
driehoeken en trapezia verdeeld, dat men de oppervlakte ervan kan
berekenen. In feite is deze methode nog altijd min of meer in ge
bruik. Wel heeft men nu uiteraard modernere middelen dan het
meetsnoer, waarover blijkens muurschilderingen Egyptische en
Babylonische landmeters konden beschikken (fig. 3).
Overbodig te zeggen dat ook de agrimensores uit het Romeinse rijk
een hoog peil van kadastrering en kaartering wisten te bereiken
(fig. 4). In de Bijbel (Zacharia 2 5 en 6) komt de landmeter zelfs
in profetische visioenen voor, o.a. als de man met het meetlint, die
met het oog op uitbreiding Jeruzalem en de ommuring van de stad
gaat opmeten. Aannemelijk is ook dat Jozef, toen hij blijkens Gene
sis 47 24 in de tijd van de overheersing door Hyksos (1720 - 1570)
aan de Egyptenaren een schatting oplegde van een vijfde van de
opbrengst, heeft kunnen beschikken over een uitstekend fiscaal
Kadaster.
Moderne Kadasters
Van de oude Kadasters naar de moderne. Zoals bekend heeft
Napoleon in het begin van de vorige eeuw in het continentale deel
van West-Europa de stoot gegeven tot twee rechtsontwikkelingen
die nauw met elkaar verband hielden, namelijk de codificatie van
het burgerlijk recht en de kadastrering van ons land en ook van
andere landen als geheel. Zo groot is die samenhang, dat de invoe
ring van het Burgerlijk Wetboek in 1838 wat het onroerend goed
betrof, geheel en al steunde op het in 1832 gereedgekomen Kadas
ter. Hetzelfde geldt voor alle publiekrechtelijke wetten betreffende
het grondgebruik sindsdien. Ook heden ten dage, nu we bezig zijn
met de invoering van een nieuw BW, ligt het precies zo. In directe
samenhang met het nieuwe zakenrecht komt een Kadasterwet tot
stand, die straks tot de meest moderne ter wereld zal behoren [6].
De parlementaire behandeling ervan is overigens tot de volgende
kabinetsperiode uitgesteld.
Alom in de wereld, met name in ontwikkelingslanden, komen trou
wens Kadasters tot stand. Zelfs in de Verenigde Staten van Ameri
ka, die het altijd met een uiterst gebrekkig grondregistratiesysteem
hebben moeten stellen, zijn door de Commissie voor de Geodesie
van de Nationale Raad voor Onderzoek plannen in die richting ont
wikkeld [7]. De door de Afdeling der Geodesie in samenwerking
met het ITC gestarte kadastrale opleiding voor ontwikkelingslanden
komt dan ook precies op tijd.
Vastlegging rechtsgrenzen
In het algemeen kan men zeggen dat de juridische taak van land
meetkunde en mathematische geodesie bestaat uit de meetkundige
vastlegging van allerlei soorten rechtsgrenzen. Naast de privaat
rechtelijke, zoals die door het Kadaster worden bijgehouden, be
treft het hier bestuursrechtelijke, staatsrechtelijke en ook volken
rechtelijke grenzen. Zo zijn de bestemmingsgrenzen op een be-
stemmingsplankaart bestuursrechtelijk bepaald, evenals de gren
zen van tracés en andere inrichtings- en beheergebieden, te veel
om op te noemen. Staatsrechtelijke grenzen zijn bijvoorbeeld die
van provincies, gemeenten en waterschappen. Daarentegen steu
nen de landsgrenzen, de grenzen van territoriale wateren, conti
nentale plateaus, mijnconcessiegebieden op zee enz. op volken
rechtelijke verdragen en soms ook op gewoonten. De vastlegging
daarvan is voor het grootste deel in handen van de Dienst der
Hydrografie van de Koninklijke Marine, die voor meer dan 90% ci
viele diensten verricht, o.a. voor de Ministeries van Buitenlandse en
Economische Zaken. Bij de zeegeodesie (hoofdstuk 6) kom ik hier
op terug.
3. Planologische geodesie en grondeconomie
Verkaveling
In de eerste helft van deze eeuw kwamen in verband met de tech
nologische en economische ontwikkeling opnieuw twee geode
tische vakgebieden tot ontwikkeling. Het betrof de fotogrammetrie
of luchtkaartering en de planologische geodesie die men beter ver-
kavelingsgeodesie had kunnen noemen, omdat die benaming het
specifieke ervan meer tot uitdrukking brengt. Verkaveling is de juri
dische verdeling van het aardoppervlak en geodesie betekent letter
lijk: aarde verdelen. In 1924 kwam de eerste Ruilverkavelingswet tot
stand, nadat eerder al op Ameland een vrijwillige ruilverkaveling
had plaatsgevonden. De grote doorbraak komt pas met de wetten
van 1938 en vooral die van 1954. Geen enkele planningswet, ook
niet de Wet op de Ruimtelijke Ordening, kan op het succes bogen
dat voor de Ruilverkavelingswet 1954 bleek weggelegd. Meer dan
een derde van de Nederlandse cultuurgrond is al een keer verka
veld, eveneens een derde is momenteel in voorbereiding of uitvoe
ring, terwijl de rest in de lange en middellange termijnplanning is
begrepen. Daarna volgt de tweede ronde die in Zweden al volop
gaande is.
Planfiguren
De juridische taak van de geodeet in de landinrichting is de plan
matige verandering van de rechtstoestand van een heel gebied. De
nieuwe Landinrichtingswet, die sinds 15 oktober 1985 de plaats van
de Ruilverkavelingswet is gaan innemen, houdt niet minder dan vijf
geodetisch-juridische planfiguren in. Naast het belangrijke plan van
toedeling zijn dit het plan van tijdelijk gebruik, het begrenzingen
plan voor de toewijzing van grond aan openbare lichamen, het ruil-
plan bij kavelruil en het onteigeningsplan bij herinrichting. Kortom,
volop werk aan de geodetische winkel. Het opmerkelijke is, dat al
deze plannen erop zijn gericht de kwalijke gevolgen van het ge
wone rechtsverkeer (de onroerend-goedmarkt) voor de verkaveling
van gronden op te heffen. De plancoördinatie schiet hier na verloop
van tijd de marktcoördinatie te hulp. In Denemarken is tot nu toe
ruilverkaveling niet nodig geweest, doordat men daar een strenge
controle op het rechtsverkeer houdt om versnippering van land
bouwbedrijven te voorkomen [8],
Stedelijke herverkaveling
Een regeling van de stedelijke herverkaveling in de Wet op de
Stads- en Dorpsvernieuwing is op komst. Binnenkort wordt een
door mij gemaakt ontwerp door het departement onderworpen aan
een adviesronde bij een groot aantal instanties.
Stedelijke herverkaveling is gericht op een complexgewijze uitvoe
ring van de stadsvernieuwing in gebieden waar eigendom, gebruik
en beheer van woningen en bedrijfsgebouwen sterk zijn versnip
perd. Deze methode zal de geodeet een heel eigen ingang tot de
stadsvernieuwing verschaffen, zoals dat ook bij de landinrichting
het geval is. Tot nu toe moet hij het vooral van de gemeentelijke
grondbedrijven hebben, die zich met de verwerving, exploitatie en
uitgifte van bouwgronden bezighouden in een soort combinatie
tussen onroerend-goedrecht en grondeconomie [91.
Grondeconomie
Deze grondeconomie is met de planologische geodesie nauw ver
bonden, hetgeen ook voor de hand ligt, nu deze tak van geodesie
zich op de optimalisering van het grondgebruik richt. Het gaat hier
bij vooral om de financiering van de grondexploitatie en ook om de
waardebepaling van onroerend goed met het oog op verwerving,
toedeling en uitgifte van grond. Wetgeving, planning en financie
ring zijn drie van de vier poten onder de geodetische stoel, die met
technische bestuurskunde heeft te maken [10]. De vierde poot is de
informatievoorziening als jongste loot aan de stam. Voor ik daar
iets over zeg, eerst nog een enkel woord over de relatie tussen foto
grammetrie en recht.
NGT GEODESIA 86