Fig. 5. Verdeling in blokken en subblokken van het Nederlandse continentale plat; vergelijk fig. 4. metrie onder verstaat wat lang buiten het blikveld van het recht is gebleven. Dit laatste is duidelijk aan het veranderen, nu het geo detische recht zich sinds de Geneefse verdragen van 1958 en vooral sinds het nieuwe verdrag van de VN inzake het Recht van de Zee van 1982 ook op zee is gaan begeven 13]. Een van de verdragen van Genève betrof dat inzake het continentaal plat, waarop onze Mijnwet Continentaal Plat steunt. Op basis van die wet is de Noord zee tussen de kuststaten verkaveld volgens het zgn. aequidistantie- principe, d.w.z. dat bijvoorbeeld tussen de Engelse en Nederlandse kust de middellijn wordt gevolgd. Alleen West-Duitsland heeft op grond van een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof wat meer gekregen dan uit het holle verloop van zijn kust voortvloeide 1141. Het continentaal plat is verder in een groot aantal blokken en subblokken verdeeld (fig. 5), terwijl op de zeekaart van de Hydro grafische Dienst ook vele andere gebieden staan aangegeven, zoals visserijzones, militaire oefengebieden, scheepvaartroutes, kabel en leidingentracés, opsporings- en winningsgebieden voor gas en olie enz. In militaire oefengebieden en de aanlooproute met anker- gebieden voor Europoort is gas- en oliewinning ingevolge de wet geheel uitgesloten, terwijl voor scheepvaartroutes belangrijke be perkingen gelden, respectievelijk ingevolge art. 3 en 12 Mijnwet Continentaal Plat. De belangrijkste verandering die voor het gebied van de Noordzee uit het recente VN-verdrag voortvloeit, is de ver breding van de territoriale zone tot 12 mijl (22 km), waardoor Nederland ineens een heel stuk grondgebied erbij heeft gekregen. Dienst der Hydrografie De Dienst der Hydrografie is als zodanig met de bijhouding van zee kaarten belast en draagt daarvoor ook de juridische verantwoorde lijkheid. Momenteel wordt gedacht aan de totstandkoming van computerkaarten, die meer of minder gegevens betreffende diepte, wrakken en andere belemmeringen voor de scheepvaart bevatten, al naar gelang het om grote of minder grote schepen gaat. Ir. W. A. van Gein, aan wie ik deze gegevens ontleen, treedt regel matig op als getuige-deskundige voor de Nederlandse en interna tionale rechter in zaken die verband houden met de grensligging. Ook was de Dienst onlangs belast met de uitzetting van het zeege bied rond Aruba in verband met de status aparte van dat eiland, waarbij regionale grensverdragen weer een grote rol speelden [15]. In het algemeen kan men zeggen, dat grensvaststellingsovereen- komsten in het internationale recht meer voorkomen dan in het nationale. Zeegeodesie Als gevolg van de genoemde verdragen betreffende de exploratie en exploitatie van de zee neemt het belang van de zeegeodesie als toegepaste wetenschap sterk toe. Bij de Afdeling der Geodesie wordt dan ook gedacht aan een ruimere plaats voor de desbetref fende vakken in het onderwijsprogramma en zelfs aan een hydro grafische opleiding binnen deze Afdeling. 7. Ruimte- en satellietgeodesie De ruimte- en satellietgeodesie is de laatste in de keten van moder ne geodetische vakken. Vooralsnog is de juridische relevantie van dit vak nog niet zeer groot [16], maar dat kan snel veranderen. Naarmate de satellietmetingen aan nauwkeurigheid winnen en de betreffende apparatuur verbetert, zal deze techniek meer algemeen toepasbaar worden. Volgens ir. J. Denekamp van de Rijksdrie hoeksmeting zal de mens over 100 jaar zijn plaats met een soort polshorloge kunnen bepalen [17]. Of de gemiddelde burger zoveel behoefte heeft om zijn x- en y-coördinaten voortdurend met zich mee te dragen, is zeer de vraag. Status aparte Hoe dat zij, in ieder geval zal de status aparte van de geodesie u langzamerhand wel duidelijk zijn. Geen andere ingenieursweten schap heeft een zo verantwoordelijke en specifieke taak in het nationale en internationale recht. Tientallen wetten en verdragen hangen in hun toepassing direct af van de resultaten van metingen en van de informatievoorziening en planning die daarmee zijn ver bonden [18]. De zelfstandigheid van ons geodetische Aruba temidden van het eilandenrijk dat TH Delft heet, mag dan ook niet worden aangetast. Noten 1. M. J. M. Bogaerts, Zeeinformatiesystemen, in Lustrumboek Snellius 1980- 1985. 2. Nummers van maart, mei, juli, september en november 1950, maart, mei en juli 1951, januari, maart en mei 1952, maart 1953 en mei 1954. 3. Orgaan, juli 1950, en Museumshandbuch, Teil 2, Dortmund 1985. 4. Boek II, no. 109, p. 119. 5. Museumshandbuch, Teil 2, p. 96. Op p. 103 staat een Oost- Pruisisch veldwerk afgebeeld uit 1570 na Chr., waarbij nog precies dezelfde methode van oppervlaktemeting wordt toege past. 6. Asser - Beekhuis - Mijnssen - De Haan, Zakenrecht, Algemeen Deel, 12e druk 1985. 7. Mr. J. H. de Jong, Grondregisters en overdracht van onroe rend goed in de Verenigde Staten van Noord-Amerika. Interne publikatie Afdeling der Geodesie, Delft, november 1985. 8. Dissertatie van A. H. T. Heisterkamp over Agrarisch Grondver- keer, Groningen 1983. 9. Zie mijn Onroerend-goedrecht, deel b Stadsinrichting, Deven ter 1984. Het wetsontwerp met Memorie van Toelichting is bij de Afdeling der Geodesie verkrijgbaar. 10. Vergelijk over deze instrumenten voor het bestuursrecht in het algemeen P. de Haan en R. Fernhout, Wetgeving, planning en financiering, Instrumenten van overheidsbeleid, Deventer - 's-Gravenhage 1981, alsmede het binnenkort verschijnende eerste deel van Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat. Ont wikkeling, organisatie, instrumentarium, derde geheel her ziene druk, Deventer 1986, waarin ook een paragraaf over in formatievoorziening voorkomt. 11. Art. 18 tot 25 van de Financiële-Verhoudingswet 1984. 12. Art. 3, tweede en derde lid, van het Ontwerp Kadasterwet en Memorie van Toelichting, p. 5 e.v., waarover Asser - Beekhuis - Mijnssen - De Haan, p. 312 e.v. 13. Prof. dr. A. W. Koers, Het Verdrag van de VN inzake het Recht van de Zee in Ned. Jur.blad 1983, p. 852 e.v. 14. Mr. J. A. Walkate, Enige raakpunten van de mariene geodesie en het internationale zeerecht in Lustrumboek Snellius 1970- 1975. 15. Bijlage als bedoeld in artikel 1 lid 3 van de Rijkswet houdende vaststelling van de zeegrens tussen de Nederlandse Antillen en Aruba. 16. Zie over het ruimterecht de Editie Schuurmans en Jordens no. 104a, waarin de mondiale en Europese verdragen zijn opgeno men. Een verdrag van New York van 1975 betreft de registratie van ruimtevoorwerpen door de lancerende Staat. 17. Open Huis, maandblad Ministerie van VROM, 1985 no. 9. 18. Zie over een tiental recente wetten mijn artikel Ontwikkelingen in de geodetisch-juridische wetgeving, in Lustrumboek Snel lius 1980 - 1985. 170 NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 12