LAt mrft v&n tvtrrwvacrtk VierfootbAowv mf/-, GcWc hx f>>w«wr«n A d« Wu&c*. ifttr run vorrmik ojt pvtenAt. kjcrtuttt. m gxmet. hxx tawl fn.tfu coftenVatt K(vu. aycju Motfffoyt Tt -weten «tlr <k Sühn^ÊÊ. dorpt'n|fc| ckwj'wrn c&Jwel.tayftn mte jük dtxceUente cmk je/tót «At raViter am derGeogra^UT yim; dié teyfewv r»«t cnlieljbcn.d'X jèW* fvnfoe voicowt» en jckeriyck. .«tft geftt «k 4fttwkr,owv hi men oer «li tuct foe -vrylyek. d« httfi \>rv.ydtótt, Syn nocfoans dv, yW Vtter mdc Jek^rïycktf gzft&k dft*vt«»gk andere Gvrttn^omyte k whxtyetgtgm%. kaart volgens dezelfde projectiemethode tot stand is ge komen. Om iets te kunnen zeggen over de nauwkeurig heid van een oude kaart, zullen we iets moeten zeggen over de ligging van punten ten opzichte van elkaar, waarbij we kiezen voor het vergelijken van overeen komstige afstanden. Doelstelling Een goede methode om de oude kaart te analyseren, is hiermee nog niet aangegeven. Niet de ligging van één punt ten opzichte van één of enkele andere punten is interessant, maar de ligging van een willekeurig punt ten opzichte van alle andere geselecteerde punten op de kaart. Met andere woorden: we zouden een karakte ristieke nauwkeurigheidswaarde moeten vinden voor elk van de gekozen punten op de oude kaart. Pas dan kun nen we spreken over een werkelijke totaalanalyse, in tegenstelling tot de hiervoor genoemde methoden die in feite tot een verzameling detailanalyses leiden. Een tweede doelstelling betreft de visuele presentatie. De methode moet een interpreteerbaar beeld geven van de nauwkeurigheid over de gehele kaart. Dit betekent on der andere, dat ze ons een indicatie moet kunnen geven over de meetopzet die ten grondslag lag aan de kaart vervaardiging, over de eventuele compilatie van kaart- delen, over grove fouten van de kaartmaker en even tueel zelfs over de gebruikte projectiemethode. Fig. 1. Tekstdetail met toelichting en legenda uit de provinciekaart van Gelderland van Jacob van Deventer (zie ook fig. 41. Theoretische achtergronden Identieke punten Van de gedachte, dat men een uitspraak kan doen over de ligging van punten binnen een driehoek op grond van de ligging van de hoekpunten van die driehoek, werd in dit onderzoek afgestapt. Uitgangspunt zal steeds zijn, dat we alleen een uitspraak doen over de punten (op de oude kaart), die we hebben gekozen. De keuze van deze punten is niet bepaald eenvoudig. Beperkende voor waarde is namelijk, dat elk punt moet zijn terug te vinden op een moderne kaart, dan wel bekend moet zijn in hui dige geografische coördinaten. We spreken in dit ver band van identieke punten"parer\. Op de provincie- kaarten van Jacob van Deventer (uit de periode 1536- 1545) is voor elke plaats een miniatuurstadsge zicht getekend rondom een klein cirkeltje met een stip in het midden. Deze stip geeft de locatie van de grootste of belangrijkste kerktoren van de betreffende plaats (zie legenda in fig. 1). Historisch onderzoek zal moeten uit wijzen om welke toren het gaat en wat de geografische coördinaten ervan zijn of waren. Gaat het om een kerk toren die reeds vóór het jaar 1800 uit het landschap is verdwenen, dan zal het over het algemeen niet zo een- NAUWKEURIGHEIDS ONDERZOEK VAN OUDE KAARTEN aardoppervlak aste punten" (M) "oude" kaart (X,Y) V rekenmodel hypothese REKENMODEL KANSMODEL Fig. 2. Analyse van oude kaarten, schematisch overzicht met rekenmodel. voudig zijn om de geografische coördinaten te verkrij gen. Is de afbraak na 1885 geschied, dan bestaat de kans dat de rechthoekige coördinaten van de torenspits zijn opgenomen in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting. Vergelijking van puntenverzamelingen Als we iets moeten zeggen over de nauwkeurigheid van coördinaten in de geodetische puntbepaling, dan doen we dat door uit te gaan van een zgn. kansmodel en een rekenmodel (fig. 2). Het kansmodel is gebaseerd op het stochastische karakter van meetuitkomsten en het rekenmodel op de mathematische relatie die wordt ver ondersteld te bestaan tussen bepaalde meetuitkomsten. Uitspraken over de precisie en de betrouwbaarheid heb ben dan alles te maken met de wijze waarop punten via een metrische constructie aan elkaar zijn gekoppeld, als wel met de wijze waarop de elementen van die construc tie zijn gemeten. Bij de analyse van oude kaarten be schikken we echter niet over kennis van de meetopzet en de meetmethode. Willen we iets zeggen over de nauwkeurigheid van coördinaten in een oude kaart, dan kunnen we dat alleen door ze te vergelijken met overeen komstige coördinaten die uit moderne metingen zijn ver kregen (het vergelijken van puntenverzamelingen). Het hier te hanteren kansmodel wordt bepaald door de mate van precisie waarmee de coördinaten op de oude kaart kunnen worden gedigitaliseerd en de wijze van afronding van de gegeven (overeenkomstige) geografische coördi naten. Dat betekent dus dat we te maken krijgen met een kansmodel, dat wél de precisie van de analyse vast legt, maar niet van de coördinaten. Het rekenmodel vormt daarom de basis van het nauwkeurigheidsonder- zoek van oude kaarten. Hoe ziet nu het rekenmodel er uit? Van een n-tal gekozen punten op de oude kaart worden door middel van digitalisatie kaartcoördinaten bepaald, die voor de berekening worden afgerond op hele milli meters. Betrouwbare bronnen (Rijksdriehoeksmeting, topografische kaart enz.) moeten vervolgens van diezelf de punten de geografische coördinaten verschaffen. Deze worden uitgedrukt in sexagesimale graden en afge rond op drie cijfers achter de komma. Uit deze coördina ten worden twee n x n matrices berekend die te be schouwen zijn als vergelijkbare „afstandstabellen": A [a|j] de matrix van afstanden gemeten op de oude kaart, uitgedrukt en afgerond in millimeters; B [fy] de matrix van „werkelijke" afstanden op hel aardoppervlak uitgedrukt en afgerond in hec tometers. Hierna wordt de schaal van de oude kaart bepaald door de som van de afstanden op de oude kaart (in mm) te delen door de som van de (boog)afstanden op het aard oppervlak (in hm), en te vermenigvuldigen met een 172 NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 14