heden ten behoeve van opname van eigen specifieke wensen e.d. Na onder meer het uitvoeren van bench marks is uiteindelijk de keuze gevallen op het IGOS CAD-systeem (zie ook de foto in fig. 6). Ook de prijs van dit type stand alone CAD-systeem heeft hierbij een zeer belangrijke rol gespeeld. Voor de ontwikkeling van het LKI-systeem zijn een aan tal subsystemen gedefinieerd ter gebruik in de zes ge noemde processen. Te noemen zijn de subsystemen Be heer Hoofdbestand, Datacommunicatie, Digitaal Foto- grammetrisch Kaarteren, Naverkennen, Beheer en Bij houding, Gegevenspresentatie en Detailmeten. Bij zo wel het functioneel als technisch ontwerp van deze sub systemen is er steeds zoveel mogelijk van uitgegaan, dat gebruik ging worden gemaakt van de reeds standaard aanwezige functies in het CAD-systeem. Een aantal functies zijn in overleg met de leverancier voor deze applicatie ontwikkeld, terwijl een aantal functies in eigen beheer zijn ontwikkeld. Fig. 7 geeft een voorbeeld van een aantal functies zoals deze op het ,,menu" van het CAD-systeem voorkomen als onderdeel van het sub systeem Beheer en Bijhouding. Voor de implementatie van het hoofdbestand is gebruik gemaakt van het VAX 11 DBMS-pakket (een Codasyl data base). Het voordeel hiervan is, dat gebruik kan wor den gemaakt van binnen de automatisering bekende technieken, standaard beveiligingsfaciliteiten, een be wezen stabiel pakket e.d. Het nadeel is echter, dat de momenteel in gebruik zijnde data basepakketten op record-niveau zijn georganiseerd en selecties en muta ties op dit niveau afhandelen, terwijl het bij een toe passing als voor het LKI-systeem gaat om het selecteren en muteren van grote groepen records (er wordt name lijk steeds een gedeelte van een stedelijk of landelijk ge bied geselecteerd of gemuteerd!). Selectie en mutatie procedures van werkbestanden in en uit het hoofdbe stand kennen daardoor lange doorlooptijden. Er bestaan echter nog steeds geen algemeen bruikbare data base pakketten die dit probleem oplossen. Voor de implementatie van de diverse overige gegevens verzamelingen is gebruik gemaakt van de bestandsstruc tuur en de faciliteiten voor het gebruik hiervan zoals die standaard voorkomen op het CAD-systeem. Stand van zaken met betrekking tot de invoering De definitiestudie die is uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling en invoering van het LKI-systeem heeft onder meer geleid tot een projectplan waarin o.a. de in voeringsgraad van het LKI-systeem binnen de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers staat be schreven. In het plan is uitgegaan van een invoeringster mijn van 5 jaar (1986 t.m. 1990), waarin: - het systeem gefaseerd wordt ingevoerd; - 10% van de landmeetkundige en kartografische werkzaamheden binnen het Kadaster via het LKI- systeem gaat lopen; - het LKI-systeem vooralsnog wordt ingevoerd in 7 van de 14 vestigingen. Een en ander leidt tot onder meer een benodigd aantal CAD-systemen van 30 stuks. Momenteel is de ontwikkeling van het systeem afge rond. Dit houdt in, dat subsystemen operationeel zijn voor het uitvoeren van alle in fig. 2 genoemde proces sen. De gekozen werkwijze hierbij is, dat van de sub systemen vooralsnog de belangrijkste modules ontwik keld en operationeel zijn (er wordt dan ook wel gespro ken over een 80%-systeem). Ten aanzien van het subsysteem, waarmee de functie Detailmeten moet worden uitgevoerd, moet worden op gemerkt dat hier voorlopig het bestaande geautomati seerde systeem Detailmeten '76 wordt gehandhaafd. Dit systeem is weliswaar niet optimaal afgestemd op het aanleveren van gegevens ten behoeve van het LKI- systeem, maar binnen het 80%-systeem voldoet dit. In het subsysteem waarmee het muteren wordt uitge voerd (proces 5 uit fig. 2), ontbreken met name nog de rekenkundige modules ten behoeve van inpassen door vereffening, data filtering en edge matching. Tevens die nen de modules ten behoeve van het beheer van de zgn. Lokale Stelsels nog te worden ontwikkeld (informatie sets 4B en 5B). De planning is een aantal aanvullende modules in 1986 en 1987 te ontwikkelen. Het aantal in gebruik zijnde CAD-systemen bedraagt Fig. 6. IGOS CAD-systeem. momenteel 14 stuks, te weten 7 ten behoeve van Foto- grammetrisch Kaarteren en 7 ten behoeve van het uit voeren van de diverse processen in 3 vestigingen. Het aantal CAD-systemen wordt dit jaar uitgebreid tot 18 stuks, waardoor nog dit jaar het LKI-systeem in 6 vesti gingen kan worden ingevoerd. Tevens zijn momenteel 3 vestigingen uitgerust met een microVAX ll-computer. Dit jaar zal het aantal worden uitgebreid tot 6 en volgend jaar tot 14. Slotopmerkingen Voorafgaande aan en tijdens de definitiestudie van het LKI-systeem zijn voor het uitvoeren van de processen Fotogrammetrisch Kaarteren, Digitaliseren en Muteren een of meerdere prototypes vervaardigd ter verkrijging van inzicht in enerzijds de eisen en wensen aangaande het te ontwikkelen systeem en anderzijds de mogelijk heden van de CAD-systemen bij gebruik in landmeet kundige en kartografische applicaties. Op grond van deze prototypes is een pilot-systeem vervaardigd, dat met behulp van twee CAD-werkstations (Intergraph) ge durende twee jaar in een project in een der vestigingen is ingezet. Het gebruik van dit pilot-systeem heeft inzicht gegeven in de wijze waarop het LKI-systeem diende te worden opgezet. Dit geldt met name voor wat betreft de architectuur van het systeem (scheiding in hoofdbestand en werkbestanden, gebruik van stand alone single user werkstations e.d.), evenals voor de logische gegevens structuur van het hoofdbestand en de opslagstructuur hiervan. 206 NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 12