2. Bessel/ED50 zijn respectievelijk lokale en continen tale datums; het zijn coördinatensystemen en de lig ging van de oorsprong van de bijbehorende ellipsoï- des ten opzichte van het massamiddelpunt van de aarde is niet precies bekend. 3. Het gaat om relatieve geoïdeondulaties, dus men de finieert respectievelijk N (Bessel) in Amersfoort is nul meter en N (ED50) in Postdam is nul meter. Met behulp van de resultaten van de tweede Europese Dopplercampagne (EDOC II) zijn schattingen bepaald van de verschillen in x, y en z-richting tussen de posities van de centra van Bessel en ED50 ten opzichte van de oorsprong van het Dopplercoördinatensysteem. Door over de hele wereld in een aantal punten, zowel gravi- metrisch als met behulp van Doppler geoïdeondulaties te berekenen, zijn ook schattingen bekend van de verschil len tussen massacentrum en de oorsprong van het Dopplersysteem [5], Het ging erom erachter te komen wat voor invloed de onzekerheid van de translatiepara meters (1,5 m) had op de precisie van de relatieve Bessel- en ED50 ondulaties. Testen leverden op, dat deze invloed verwaarloosbaar klein (1 cm) was en dus bedraagt de relatieve precisie van deze geoïdes even eens 10 cm op 100 km afstand. In fig. 6 en 7 zijn de Bessel- en de ED50 geoïde weergegeven. 6. Vergelijking met andere geoïdehoogten Ter controle is de geoïde ten opzichte van GRS67 verge leken met twee andere geoïdes. Eerst met de Europese Gravimetrische Geoïde EGG 1 berekend door Torge, Weberen Wenzelvan de universi teit van Hannover in 1982 [2], Deze geoïde werd be rekend met behulp van een optimale integraalkernel- methode in een 12' x 20' grid over heel West- en Zuid- Europa ten opzichte van GRS80. Gedeeltelijk werd de zelfde terrestrische informatie gebruikt als voor de Nederlandse geoïde. Het nut van de vergelijking is dan ook het controleren op de aanwezigheid van grove fou ten. Een bestand van EGG1 was niet beschikbaar; alleen een kaart met contourlijnen was aanwezig. Voordat tot vergelijking kon worden overgegaan, moest de Neder landse geoïde eerst worden gecorrigeerd voor de over gang van^ GRS67 naar GRS80. Dit betekent dat de termen C20, C40, Ag en zlgsat veranderen, met als resul taat dat de Nederlandse geoïde ten opzichte van GRS80 zo'n 75 cm lager uitvalt dan die ten opzichte van GRS67. In fig. 8 worden de verschillen aangegeven tussen de Nederlandse gravimetrische geoïde ten opzichte van GRS80 en de EGG1. Met uitzondering van het zuid oosten zijn de verschillen niet al te groot en worden ze in eerste instantie veroorzaakt, doordat voor de Neder landse berekening gedetailleerder zlg-materiaal is ge bruikt. Ook het werken met verschillende berekenings methoden draagt bij aan de verschillen in de uitkomsten. Vervolgens de vergelijking met een geheel op onafhan kelijke wijze tot stand gekomen geoïde, berekend uit geocentrische Cartesiaanse coördinaten (Doppler) en orthometrische hoogten. In 1981 vond de Nederlands/ Engelse Dopplercampagne (NEDOC) plaats [3]. Het be trof o.a. enkelpuntsbepaling van zes Nederlandse sta tions in geocentrische X, Y en Z coördinaten. De rela tieve precisie van de Dopplerplaatsbepaling wordt ge schat op 0,10 m. De berekening van een Dopplergeoïde- hoogte in zo'n station verloopt als volgt: De geocen trische X, Y en Z coördinaten worden omgerekend in ellipsoïdische cp, A en h coördinaten. Men kiest hiervoor de halve lange as en de eerste excen- NGT GEODESIA 86 0.2" .0.2. Fig. 8. Verschil tussen Gravimetrische geoïde van Nederland ten opzichte van GRS80 en de Europese Gravimetrische geoïde tEGGV, contourintervai: 0,20 m. triciteit van de ellipsoïde, behorende bij het referentie systeem, dat is gebruikt voor de berekening van de gravimetrische geoïde, dus GRS67. Het is noodzakelijk vóór de transformatie de geocentrische coördinaten te schalen: ze moeten worden gereduceerd met een factor 1,0 ppm. Men trekt van de verkregen coördinaten h de orthometrische hoogte H af en dat resulteert in de Dopplergeoïdeondulatie Nd ten opzichte van GRS67. plaats N9 (m), Nd (m), GRS 67 NEDOC [3] abs. rel. abs. rel. versch. Leeuwarden 42,40 -2,06 13,33 -2,12 0,06 Kootwijk 44,46 0,00 15,45 0,00 0,00 Herikerberg 44,53 0,07 15,62 0,17 -0,10 Tongeren 46,96 2,50 18,07 2,62 -0,12 Delft 44,73 0,27 15,66 0,21 0,06 Axel 45,74 1,28 16,59 1,14 0,14 Tabel 1. Vergelijking tussen de relatieve gravimetrische geoïde hoogten ten opzichte van GRS67 en de relatieve Dopplergeoïde- hoogten. Het is de bedoeling in de zes punten relatieve ondulaties met elkaar te vergelijken om zo weer de effecten van de N0-term en de onzekerheid over de positie van de oor sprong van het Dopplercoördinatensysteem te elimine ren. In tabel 1 wordt de vergelijking tussen de gravi metrische ondulaties N9 en de Dopplerondulaties Nd weergegeven. Het gemiddelde verschil bedraagt 0,01 m. Het grootste verschil is 0,14 m en de standaardafwijking (RMSbr) van de verschillen bedraagt 0,09 m. We mogen het resultaat bevredigend noemen met betrekking tot de nauwkeurigheid, die beide methoden menen te halen! 253

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 17