va tfsrssr
1=1
lt=
JtJZZZTj
we lijn niet hoeft te worden aangewezen, omdat de com
puter dit punt nog kent. Bovendien wordt hiervan later
gebruik gemaakt bij het eventueel wijzigen van de kavel
oppervlakte.
Nadat de grenspunten van de nieuwe kavel op het
scherm zijn aangewezen, worden met de coördinaten
van deze punten de oppervlakte en het zwaartepunt van
de kavel berekend. De oppervlakte wordt samen met het
kavelnummer op het scherm aangegeven. Het zwaarte
punt wordt als centrumpunt van de kavel gebruikt. Even
tueel is het ook mogelijk het centrumpunt van de kavel
op het scherm aan te wijzen, wat nodig kan zijn bij grillig
gevormde kavels, waar het zwaartepunt buiten de kavel
kan liggen.
Het is niet altijd noodzakelijk alle grenspunten van een
kavel te digitaliseren. Als in een nieuwe kavel een be
staande kavel wordt opgenomen, kan worden volstaan
met aan te geven vanaf welke grenspunten de bestaan
de kavel wordt uitgebreid. Daarna worden de punten
van de uitbreiding gedigitaliseerd. Wordt een gehele
bestaande kavel aan een ander bedrijf toegedeeld, dan is
het voldoende alleen het nieuwe kavelnummer aan te
geven, waarna de gegevens van de oude kavel aan de
nieuwe worden toegekend.
Kavels gewenste oppervlakte geven
Wanneer in de grenzen van een gevormde kavel een
nieuw ingebrachte lijn is opgenomen, is het vaak de be
doeling dat de kavel een bepaalde oppervlakte moet
hebben. In een dergelijke situatie is de nieuwe lijn wel zo
danig geplaatst, dat de gewenste oppervlakte wordt be
naderd.
In fig. 4 is PQ een nieuw ingebrachte lijn waarmee de
kavel QPDEF is gevormd. De lettervolgorde van de veel
hoek komt overeen met de volgorde waarin de grens
punten van de kavel zijn gedigitaliseerd. Om de kavel de
gewenste oppervlakte te geven, wordt deze oppervlakte
ingetoetst, waarna de afstand waarover PQ moet wor
den verschoven, wordt berekend als quotiënt van het
verschil tussen de gewenste en de berekende opper
vlakte van de kavel en de lengte van PQ. Bij de bereke
ning van deze afstand wordt geen rekening gehouden
met de richting van de lijnen DC en FG, wat tot gevolg
heeft dat de gewenste oppervlakte alleen wordt bereikt
als deze beide lijnen ongeveer evenwijdig lopen. Blijkt de
gewenste oppervlakte niet te zijn bereikt, dan wordt
deze nogmaals ingetoetst tot de oppervlakte wel is
bereikt.
Voor deze iteratieve benadering is gekozen, omdat de
extra te verrichten handeling praktisch geen tijd kost.
Verder komt het regelmatig voor, dat de verschoven lijn
niet meer op de lijnen uitkomt waartussen hij is inge
bracht, in welk geval een exacte berekening geen zin
heeft. Een dergelijke situatie is in fig. 4 weergegeven,
waarbij voor het extreme geval is gekozen, dat bij het in
brengen van de nieuwe lijn de kaveloppervlakte heel
slecht is geschat. In deze situatie komen echter wel alle
handelingen voor, die eventueel moeten worden uitge
voerd om een kavel de gewenste oppervlakte te geven.
Nadat de voor QPDEF gewenste oppervlakte is inge
toetst, worden de coördinaten van P' en Q' berekend,
die de punten P en Q in de kavelbegrenzing vervangen.
De daardoor ontstane kavel Q'P'DEF bevat een aantal
fictieve grenzen, wat niet de bedoeling is. Op het scherm
worden daarom de lijnen BA en Hl aangewezen, waar
door P" en Q" worden berekend als snijpunten van deze
lijnen met P'Q'. Gelijktijdig worden in de kavelbegren
zing P' en Q' vervangen door P" en Q" en de punten B
en H aan de kavelbegrenzing toegevoegd. Om de kavel
begrenzing compleet te maken, moeten nog de punten
C en G op het scherm worden aangewezen en in de
kavelbegrenzing worden opgenomen. De op deze wijze
ontstane kavel Q"P"BCDEFGH zal zeker niet de ge
wenste oppervlakte hebben. Door de gewenste opper
vlakte opnieuw in te toetsen, wordt de lijn P"Q" ver
schoven tot die oppervlakte is bereikt.
Indien een geknikte lijn is ingebracht en de oppervlakte
van de daarmee gevormde kavel moet worden gewij
zigd, wordt de gehele geknikte lijn verschoven. Vaak zal
het echter voorkomen, dat slechts één lijnstuk van de
geknikte lijn kan worden verschoven om de gewenste
oppervlakte te realiseren. In dat geval is het beter de
geknikte lijn in te brengen als een combinatie van rechte
lijnen.
N-HEE, 0*NR+ÜPP J
GtlDSÊaê WH TIKEHJMS UERGftöTÊH <J/N> H
LÏJH I «BRENGEN* KHIK-K»«3GHT-RiSTOP-S,ATMIN-A} R
INGEBRACHTE LIJN GÖEU <J'N> J
KAUÊLNUflHER T 3383 CENTRUMPUNT <J/N> N
8PPIN fSS<GÖ££M8,UJH *-1,-2,PUNT -3, -4) 8950
K«UEL VERMIJTEREN JUISTE KAVEL JA-J NEE-N J
HP OPf
2982 13.74 2981
2982 19.58 3382
3383 28.94 m.
CEEN LIJH-e
HIJS PUHT
NIEUWE LIJN
«SN
HIJS PUNTEN
NIEUWE KAU6L
AAN
PUNT OPNIEUW
h
"1
(-1
{5^2
I
I
Fig. 5. Afbeelding van het scherm tijdens het inbrengen van lijnen
en het vormen van kavels. De kavels 2902, 2903 en 1902 moeten
worden samengevoegd tot twee nieuwe kavels zie ook fig. 61.
Fig. 5 laat een afbeelding van het scherm zien, waar
zich een dergelijke situatie voordoet. Een aantal streeplij-
nen moet samen een geknikte kavelgrens vormen (nabij
kavelnummer 1902). De linkse verticale streeplijn is inge
bracht als willekeurige rechte lijn tussen twee bekende
punten. De rechtse verticale streeplijn is vanaf het bo
venste punt van deze lijn ingebracht in het verlengde van
de erboven gelegen bestaande lijn. De bovenste horizon
tale streeplijn completeert de verlangde geknikte lijn.
Beide verticale lijnen zijn plaatsgebonden ingebracht, zo
dat alleen de horizontale lijn kan worden verschoven
voor het op de gewenste oppervlakte brengen van de
nieuw gevormde kavel. Dit is ook gebeurd, waardoor de
onderste horizontale streeplijn is ontstaan. Links in de
figuur is te zien dat een kavel 2902 is gevormd, die op
een oppervlakte van 1950 are is gebracht, en dat daarna
nog een kavel 3303 is gevormd.
Verwijderen van kavels
Het is noodzakelijk oude kavels, waarvan de coördinaten
van de grenspunten niet meer nodig zijn voor het vor
men van nieuwe kavels, uit het bestand te verwijderen.
Een kavel wordt uit het bestand verwijderd door op het
scherm het centrumpunt van de kavel aan te wijzen. Als
controle wordt op het scherm het nummer van de aan
gewezen kavel geschreven en de vraag gesteld of die
kavel moet worden verwijderd. Pas als deze vraag be
vestigend is beantwoord, wordt de wijziging in het
bestand doorgevoerd.
NGT GEODESIA 86
257