publikaties GESLAAGD Op 28 januari 1986 is aan de Afdeling der Geodesie van de Techni sche Hogeschool Delft het diploma voor Geodetisch Ingenieur uit gereikt aan: G. M. Bosman, D. Boswinkel, N. Clay, P. L. den Har- tog, J. Katesan, M. A. Salzmann, E. P. F. Schol, W. A. Schol- Wilhelm, E. Tofield en C. Wassenaar. Op 23 mei 1986 vond dit diploma ook z'n weg naar: B. J. Dues- mann, J. Erkelens, M. E. E. Haagmans, F. A. v.d. Heuvel (met lof), P. A. G. Lohmann, E. F. Mensen en D. Oskam. Samenvattingen van de ingenieursscripties van deze afstudeerders vindt u in de rubriek scripties van IMGT Geodesia. JAARVERSLAG 1985 NEDERLANDSE VERENIGING VOOR FOTOGRAMMETRIE Op 31 december 1984 telde de vereniging 214 leden, waarvan 22 firmaleden. Op 31 december 1985 was dit 216, respectievelijk 23. In het verslagjaar overleden onze leden J. H. Bramlage en W. F. den Hengst. In 1985 werden de volgende voordrachten gehouden: 15 februari Digital Mono Plotting System in the content of Geo- information technology. Dr. B. Macarovic. 22 maart Digitaal kaarteren bij het Kadaster. Ir. R. C. Nele man. 10 mei Underwater photogrammetry a new focus. I. Newton. 4 oktober Voorbereiding Cie VII symposium, samen met de Kring. Inleiding. Prof. K. J. Beek. Visible and infrared data. Prof. N. J. Mulder. Microwave data. Prof. L. Krul. Spectral signatures of objects. Dr. N. J. J. Bunnik. Renewable resources in rural areas. Prof. M. Mole naar en ir. Th. A. de Boer. Non renewable resources. Ir. B. N. Koopmans. Hydrologie. Dr. R. Spanhoff. Human settlements. P. Hofstee. De Nederlandse inbreng in Cie VII. Prof. H. Th. Ver stappen. 15 november Paspuntloze fotogrammetrie. D. Boswinkel. Over het algemeen viel een opleving te bespeuren in de belangstel ling voor de lezingen. Dit valt samen met een verschuiving in het ledenbestand, waar het aandeel van de middelbare en hogere tech nici toeneemt. Op 22 maart 1985 werd de algemene ledenvergadering gehouden. Door de voorbereidingscommissie en de wetenschappelijke com missie voor symposium Cie VII werd in 1985 veel werk verricht. ITC, leden van de Kring en van de NVF werkten in deze eendrachtig samen. De besprekingen met de Kring voor Remote Sensing over een vorm van samengaan konden in het verslagjaar niet worden afgerond. In formeel was de samenwerking uitstekend. De secretaris, A. H. Polderman. XIX GENERAL ASSEMBLY IUGG Van 9 tot 22 augustus 1987 zal in Vancouver, Canada, het 19e con gres plaatsvinden van de Internationale Unie voor Geodesie en Geofysica (IUGG). Een van de aangesloten Associaties is die der Geodesie (IAG). Een belangrijk onderdeel van dit congres zal zijn het interdisciplinai re symposium ,,Quo Vadimus?", het zogeheten Vening Meinesz Symposium, waarin over de toekomst van de aardwetenschappen in internationaal verband zal worden gediscussieerd. Ook zal de definitieve berekening van het Europese driehoeksnet R ET rig) worden gepresenteerd. Onlangs is een tweede brochure met informatie over dit congres verschenen die kan worden aangevraagd bij: Local Organizing Committee, IUGG XIX General Assembly, 801-750 Jervis Street, Vancouver BC, Canada V6E 2A9. NIEUWE BROCHURE DOELSTELLING CIAD CIAD, de Vereniging voor Computertoepassingen in de Ingenieurs praktijk heeft een nieuwe brochure uitgebracht, waarin kort en bondig, maar toch volledig, een schets wordt gegeven van de Vere niging CIAD en de activiteiten die zij ontplooit. De Vereniging kent een viertal secties, waarvan voor de landmeet kunde vooral die voor Civiel Technische Informatica en voor Ken nissystemen van belang zijn. De brochure is verkrijgbaar bij: CIAD, Postbus 74, 2700 AB Zoeter- meer. ANTONIO MARUSSI: INTRINSIC GEODESY Vertaald uit het Italiaans door dr. W. Reilly. Springer Verlag, Berlin-Heidelberg-New York-Tokyo, 1985. 219 XVII p., 7 fig., DM 160, ISBN 3-540-15133-8. Professor Marussi is een van de belangrijkste grondleggers van wat we tegenwoordig de moderne geodesie noemen. Zowel door zijn onderzoek en wetenschappelijke verhandelingen sedert 1947, als door zijn initiatie in 1959 van de beroemde serie symposia onder de titel „Mathematical Geodesy" en het oprichten in 1974 van de In ternational School of Advanced Geodesy heeft Marussi op een fun damentele wijze bijgedragen aan de ontwikkeling van de moderne theoretische geodesie. Ver voordat het satelliet- en EDM tijdperk zijn intrede doet in de geodesie, formuleert Marussi al in zijn meesterwerk „Fondamenti di Geodesia intrinseca" de grondslagen voor zijn theorie van de intrinsieke geodesie. Door op zeer originele en consequente wijze gebruik te maken van het rekenapparaat van de tensoranalyse en Gauss' differentiaal geometrie, gelukt het hem als eerste de eeuwenoude tweedimensionale geodetische traditie te doorbreken. Hierbij elimineert hij niet alleen de vele reken- en interpretatiepro blemen welke inherent zijn aan de met onduidelijke reducties, af wikkelingen en projecties omgeven methoden van de klassieke tweedimensionale ellipsoïdische geodesie, maar weet hij tevens de voordien gescheiden geometrische- en fysische geodesie te inte greren. Marussi's theorie kan dan ook met recht de voorloper wor den genoemd van de moderne theorieën van de „Integrated Geo desy" en „Operational Geodesy". Het door Springer Verlag postuum uitgebrachte en zeer fraai ver zorgde boek „Intrinsic Geodesy" vertegenwoordigt een collectie van twintig van Marussi's meest belangrijke wetenschappelijke arti kelen van 1950 tot 1984. De twintig verhandelingen zijn gerang schikt naar de volgende onderwerpen: I. Fundamentals of Intrinsic Geodesy. II. Structure of the Gravity Field and Laplace's Equation. III. Principles of Intrinsic Geodesy Applied to the Normal Referen ce Field. IV. Mapping of the Actual Gravity Field onto the Normal Referen ce Field. V. Mapping between Surfaces. VI. Propagation of Light in Continuous Isotropic Refracting Media. VII. Posthumous Work. Het boek wordt afgesloten met respectievelijk een appendix over vectoranalytische notaties geschreven door de redacteur en verta ler dr. W. I. Reilly, een bibliografie van prof. A. Marussi en een kor te wetenschappelijke levensbeschrijving van Marussi door profes sor Helmut Moritz. Hoofdstuk I bestaat uit een aantal artikelen, inclusief het meester werk „Foundation of Intrinsic Geodesy", waarin de grondslagen van Marussi's theorie worden uiteengezet en toegepast. De eerste fundamentaal metrische tensor en de Christoffel connectie coëffi ciënten behorend bij de natuurlijke coördinaten lengte, breedte en geopotentiaal, worden afgeleid. Verder wordt het eerste hoofd vraagstuk van de geodesie voor een zeer algemene driedimensio nale ruimte opgelost en het microgravitatieveld van een satelliet be schreven. Opgemerkt zij hier, dat vooral Marussi's studie van het microgravitatieveld van een ruimteschip momenteel zeer actueel is in verband met de huidige ontwikkelingen in de satellietgradio- metrie. Hoofdstuk II bevat twee artikelen waarin de kromming en torsie van het aardse zwaartekrachtveld worden beschreven. In hoofdstuk III worden de principes van de intrinsieke geodesie toegepast op een rotatiesymmetrisch referentieveld, het zoge naamde Somigliana ellipsoïdische veld. De fundamentele para meters van dit referentieveld worden berekend. In hoofdstuk IV wordt, wat we tegenwoordig de „Marussi- mapping" noemen, beschreven. Tevens wordt in dit hoofdstuk het gelineariseerde functionele model voor de vereffening van drie dimensionale geodetische netwerken in een ellipsoïdisch referentie veld afgeleid. In hoofdstuk V wordt middels drie artikelen de conforme afbeelding van oppervlakken geanalyseerd. In hoofdstuk VI worden de propagatiewetten van het licht in een continu isotropisch brekend medium vergeleken met de eigen schappen van de conforme afbeelding in drie dimensies. Het laatste hoofdstuk tenslotte bestaat uit een artikel waarin de be weging van een vrij deeltje en van een slinger in een microgravita tieveld wordt bestudeerd en beschreven. Door het overlijden van 262 NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 26