lA~k\ 4 Z ^xkJ u J Azk - Azs zlwk - zlws i (zk - zs) 0 (2) l* Ys Au,, lAv 4 0 -r Is A <?r - ZS) AZ„ - ZlZo xJw, - zlwc 4 1+ coscpsk (9) \A)U ^ys| ■E) ^ys vil In fig. 1 hebben een uv-stelsel en een PQ-stelsel de pun ten R/r en S/s gemeenschappelijk. De punten in het PQ- stelsel worden met hoofdletters aangeduid, de punten in het uv-stelsel met kleine letters. Na de transformatie liggen de coördinaten van het punt r op de lijn SR en zijn de coördinaten van s' en S hetzelfde. Omdat de rotatie van een vector over een hoek 0 kan worden geschreven als de vermenigvuldiging van een complex getal met het complexe getal (cosö i sin0) of e'ö kan de relatie die als gevolg van de hiervoor ge noemde translatie en rotatie ontstaat, voor alle punten k in het uv-stelsel worden geschreven als: ?k - ?s K - ws> e'ö (1) met w v i u; u en v zijn coördinaten in het uv-stelsel en met z y i x; x en y zijn coördinaten in het PQ- stelsel. Fig. 1. Gelijkvormigheidstransformatie met translatie en rotatie. De stochastische grootheden zijn onderstreept. Bena derde waarden worden door niet-onderstreepte groot heden aangegeven. Na een transformatie volgens (1) ontstaat in het punt R/r' dat in beide stelsels voorkomt, een sluitterm, omdat zr, als transformatie van wr niet gelijk is aan de zR die gegeven is. Door middel van ver effening kan deze sluitterm nul worden gemaakt. Het zelfde geldt ook voor de sluittermen in eventuele andere gemeenschappelijke punten van de beide stelsels. Voor de vereffening is het nodig, dat de covariantie- matrices van de beide stelsels tot één covariantiematrix worden gecombineerd. Hiertoe wordt formule (1) door middel van reeksontwikkeling omgezet in een vergelij king tussen differenties van de coördinaten waarbij de tweede en hogere orde termen worden weggelaten; de benaderde waarden van de coördinaten worden in beide stelsels gelijk genomen (w z). De benaderde waarde van 0 is nul. Uit formule (1) volgt dan: Met zk - zs 4 (coscpsk i sincpsk) kan formule (2) worden uitgesplitst in een reëel en imaginair deel. 4 's de lengte berekend uit de benaderde waarden van de coördinaten van de punten s en k; cpsk is het argument berekend uit deze waarden. In matrixvorm geschreven wordt dit: k lx zlvL \Aus (3) sincpsk| cosqpSk) Uit formule (3) moet 0 nog worden geëlimineerd. Dit gebeurt als volgt: Na de transformatie volgens (1) ligt het punt r' op de lijn SR. Aldus geldt: X is de verhouding tussen de lengten f en Uit (1) volgt: zr - zs (wr - ws) e'0 Combinatie van (4) en (5) geeft RS (4) (5) Iw, W„ >10 - X (zR - zj of i0 /n X /n (zR - zs) - /n (wr - ws) (6) 0 is dus gelijk aan het imaginaire deel van vergelijking (6). Omdat X reëel is, mag deze grootheid bij de verdere afleiding buiten beschouwing worden gelaten. Voor de berekening van 0 wordt (6) in een reeks ontwikkeld, waarbij tweede en hogere orde termen worden weggela ten. Omdat de benaderde waarden van de coördinaten van de punten R/r en S/s in beide stelsels gelijk zijn, volgt uit (6) dat 0 gelijk is aan het imaginaire deel van: z£-r-s z z z z r s r *-s Met zr - zs 4 (cos cpsr i sin cpsr) kan van formule (7) het imaginaire deel worden bepaald en als volgt wor den uitgeschreven in matrixvorm: A\jr A\js ^Ur ^Us, Na invulling van 0 conform formule (8) in formule (3) en met 1 lAWf, - /fVq 0 r-(-sincpsrcos(psr) (4-r_„-s_ (8) <Arsk> Sm <Psk - sincpsr cosq)sr) sin cpsk sincpsr -sin cpsk cosqps - cos cpsk sin cpsr coscpsk coscpSi wordt de relatie tussen de differenties van de coördina ten: <Arsk) I^Yr - Ays - A\j, Avs |zlxR - <dxs - zlur zlus (10) of met (E) MVk Ulx^ (E -A rsk rsk Zlyk zluk AYs Au, (A„ E-A rsk' ^yR ^"Xr ZlXc (11) Met behulp van formule (11) kan de covariantiematrix van twee punten k en /uit het uv-stelsel na een transfor matie volgens (1) worden berekend. Daarbij mag wor den verondersteld, dat de niet-getransformeerde coördi naten in het uv-stelsel niet correleren met de coördina ten van de punten in het PQ-stelsel. De coördinaten van de beide stelsels zijn immers uit verschillende meetpro cessen bepaald. Bij de berekening van de covariantie matrix kan derhalve de voortplantingswet op beide termen van (11) apart worden toegepast. Met (V-) (PQ) V, Vj xj xi en (Vjj) (uv) vi Uj NGT GEODESIA 86 243

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 5