EPSON HX-20: een belangrijke schakel in de terrestrische gegevensinwinning bij het Kadaster (19) <Vrr> (E - A rsr Arsr -E) Vrr Vrr Vrs (uv) E Vrr Vrr Vrs - A* rsr Vsr Vsr Vss A* - E rsr c (E-A, J (V-V, -V +V (uv) (E-A,J* <Arsr> Uit (19) kunnen de standaardafwijkingen in de richting van de verbindingslijn rs met richtingsvector (cos cprs, sincprs) en in de richting loodrecht daarop met richtings vector (-sincprs, coscprs) worden berekend. Volgens (9) geldt: sin ^(-sincp coscp (20) coscpsr| sr s Dientengevolge geldt: (-sincpsr coscpsr) (E-Arsr) 0 (21) De standaardafwijking loodrecht op de verbindingslijn rs is dus gelijk aan nul. Daar (coscpsr sincpsr) (E-Arsr) (coscpsr sintpsr) geldt met (19) dat de standaardafwijking van punt r in de rich ting van de lijn rs gelijk is aan: (uv) (coscpsr sincpj (Vrr-Vrs-Vsr Vss) <coscpsr sinrpj* (22) De standaardafwijking in de richting van de verbin dingslijn rs is dus gelijk aan de standaardafwijking van de lengte rs in het uv-stelsel. De standaardellips in het punt r is, zoals was te verwachten, gedegenereerd tot een rechte lijn. 5. Slotopmerking Op vergelijkbare wijze als in dit artikel is gebeurd, kun nen ook formules worden afgeleid voor het aan elkaar koppelen van de covariantiematrices van twee stelsels, als de schalen van beide stelsels onbekend worden ver ondersteld. Het is dus niet nodig eerst beide stelsels naar een gemeenschappelijke basis te schranken. Met behulp van de afgeleide formules kunnen detail metingen integraal worden getoetst en vereffend vol gens het zogenaamde eerste standaardvraagstuk. Alle metingen, dus ook de controlematen, worden hierbij ge bruikt. Meetlijnen met bijbehorende loodlijnen, voer- straalmetingen en controlematen worden daarbij als lokale stelsels beschouwd. Deze stelsels worden staps gewijs en in principe in dezelfde volgorde als bij klassieke berekeningen aan het gegeven RD-systeem gekoppeld. Bij elke stap wordt de covariantiematrix in het RD-stelsel uitgebreid. De toetsing en vereffening van de sluitter- men vinden daarna in één keer plaats. Ten opzichte van vereffening door middel van het twee de standaardvraagstuk, waarbij de vereffende coördina ten als onbekenden worden ingevoerd, heeft de aange geven methode het voordeel, dat de te inverteren co variantiematrix van de sluittermen bij weinig overtallig- heid in de metingen klein is in vergelijking met de te inverteren matrices bij het tweede standaardvraagstuk. Bij detailmeting zal in het algemeen sprake moeten zijn van een beperkte overtalligheid per stelsel, omdat an ders de kosten teveel oplopen. Bij toepassing van het tweede standaardvraagstuk met de transformatiepara meters van de lokale stelsels als onbekenden zal ove rigens de omvang van de bij de vereffening te inverteren matrix niet veel verschillen met die van de aangegeven opzet. De lokale stelsels kunnen nog worden bewaard ten be hoeve van de reconstructie van grenzen in het terrein, als de bij de vereffening berekende RD-coördinaten onvoldoende waarborg bieden voor een verantwoorde reconstructie en de oorspronkelijke metingen niet in het kadastrale veldwerkarchief zijn vastgelegd. Om het aan tal stelsels te beperken, kunnen sommige lokale stelsels onder bepaalde voorwaarden tot één lokaal stelsel wor den gecombineerd. door ing. J. van Raamsdonk, voorheen coördinator geautomatiseerde systemen bij de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers te Apeldoorn V. SUMMARY EPSON HX-20, an important tool for terrestrial data collection for the Netherlands Cadastre For the Netherlands Cadastre it is common practice to store the data of the electronic fieldbooks Kern R48 and Wild GRE-3 not at the office but in the car while being still in the terrain. For this, the portable EPSON HX-20 computer is used. To store the data on microcassette a standard record format is applied, which will be described in this article. 1. Op kantoor uitlezen van geheugenelementen In 1980 werden door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers de eerste registrerende tachyme- ters2) in gebruik genomen. Het betrof instrumenten van het type Zeiss Elta 2 en Wild Tachymat TCI. Voor de vastlegging van meetgegevens worden bij deze appara tuur relatief goedkope geheugenelementen gebruikt, namelijk bij de Elta „solid state" geheugenblokken en bij de Tachymat magnetische cassettebanden. De uitlezing van deze geheugenmedia vindt programmatisch plaats op de Tektronix 4051/52 computers in de provinciale vestigingen. Voor beide typen tachymeters geldt, dat zij zijn uitgerust met meerdere geheugenelementen. Voor de meetploeg ontstaan geen wachttijden als een vol ge- heugenblok of een volle cassette op kantoor wordt uit gelezen: er wordt eenvoudig een volgend exemplaar gepakt. 1) Thans hoofd Landmeetkunde bij ingenieurs- en architektenburo Mabeg-van Hasselt BV te Utrecht. NGT GEODESIA 86 245

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 9