1 1 1 1 3 4H 3 2- 1 - als bepaalde toepassingen in de industrie [Van der Vegt en Van Voorden, 1986], dat de tijdsvertraging, die wordt veroorzaakt door ontwikkelen van de film en uitwerking, een beperkende factor vormt. De capaciteit van computers is thans zo groot, dat zij meer dan alleen een beperkte verzameling van door de mens geselecteerde punten kunnen opslaan en verwer ken. Op dit moment kunnen computers volledige beel den digitaal opslaan en verwerken. De technieken om langs geautomatiseerde weg digitale beelden te verwer ken, worden onderzocht in de computer stereo vision. Wanneer men erin slaagt de uitwerking door de mens (d.w.z. interpretatie en opsporen van corresponderende punten) rekenkundig te modelleren ten behoeve van automatische herkenning en extractie van driedimensio nale geometrische informatie uit digitale stereobeelden, ontstaan niet alleen nieuwe perspectieven in de lucht- en terrestrische fotogrammetrie, maar ook totaal nieuwe toepassingsgebieden. De meest interessante lijkt op dit moment de robot stereo vision. 3. Computer stereo vision beeldverwerkingsproces Ter beschrijving van het beeldverwerkingsproces wordt gebruik gemaakt van de volgende indeling, die goed is voor de beschrijving van ieder willekeurig gegevensver werkingsproces: verzameling (of inwinning); voorbewerking; analyse (of verwerking); presentatie. Voor het *-teken dient een specificatie van het gege vensverwerkingsproces te worden gesubstitueerd, het geen hier uiteraard een beeld is. In het navolgende wordt dit schema successievelijk besproken, eventueel toege licht aan de hand van fotogrammetrische voorbeelden. Beeldverzameling Een beeld is een tweedimensionale functie g (x, y) van lichtintensiteiten; x en y geven de positie aan in een rechthoekig coördinatenstelsel; g is een maat voor de hoeveelheid licht en wordt grijswaarde genoemd. Een digitaal beeld is een bemonsterde en gekwantificeer de vastlegging van een scène, waarbij scène de object ruimte kan zijn of een analoge afbeelding ervan, d.w.z. een foto. Digitalisering van een analoog beeld kan men zich voorstellen door, in gedachte of in werkelijkheid, een ruitennet (raster) op transparante folie over een foto te leggen. Aan de hand van een staalstrook waarop bloksgewijs grijswaarden van wit tot zwart staan, en waaraan naar opklimmende waarde natuurlijke getallen zijn toegekend, kan een schatting van de gemiddelde grijswaarde van elk ruitje worden gemaakt. Wanneer deze schatting in het ruitje wordt geschreven, heeft men na voltooiing van de arbeid een digitaal beeld. Elk ruitje wordt beeldelement genoemd (Eng. picture element, af gekort tot pixel en soms tot pel). De keuze van de groot te van de ruitjes heet bemonsteren; het toekennen van de natuurlijke getallen aan de grijswaarde heet: kwantifi ceren. Deze werkwijze is toegepast op de pasfoto van de auteur bovenaan dit artikel en het resultaat is gegeven in fig. 1. De staalstrook bevatte acht grijswaarden (aan wit is de waarde 0 toegekend, aan zwart 7). Binair kunnen zij door drie bits worden gerepresenteerd. Meestal wordt met 8 bit 1 byte gekwantificeerd, waardoor 28 256 grijswaarden kunnen worden weergegeven. Een byte, aanvankelijk geïntroduceerd door IBM voor de represen tatie van alfanumerieke karakters, is een informatica- 9 (x) aantal 0 1 2 3 4 5 6 7 grijswaarde Fig. 1. a. Gedigitaliseerde pasfoto van de auteur. b. 1-dimensionale representatie van de grijswaarde van het bovenste deel van de pasfoto en digitalisering ervan. c. Histogram van grijswaarden. d. Opslag van het digitale beeld in een computermedium: het eerste getal geeft het aantal rijen aan, het tweede getal het aantal kolommen. standaard geworden en voldoet ook goed voor het weer geven van grijswaarden. De representatie van een beeld op een computer geheugenmedium is een reeks van ge tallen, waarbij de positie in de reeks eenduidig de positie in het beeld vastlegt (zie fig. 1). Een digitaal beeld kan zichtbaar worden gemaakt op een tv-monitor, hoewel het beter is, ter ontlasting van de computer, gebruik te maken van een intelligent raster- display, waarvan de grijswaarde van elk rasterpunt in stelbaar is. Ter verkrijging van een digitaal beeld is een beeldvormend systeem nodig, dat een signaal afgeeft dat kan worden bemonsterd en gekwantificeerd. Hierbij moet worden opgemerkt, dat een beeldvormend systeem niet noodzakelijkerwijs beelden vormt van het voor de mens zichtbare deel van het elektromagnetisch 284 NGT GEODESIA I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 10