spectrum, hoewel dit onderzoek zich er wel toe beperkt. Zo kent de remote sensing beeldvormende systemen die in het thermisch infrarood en het microgolven gebied werken, die voor de mens onzichtbaar zijn (thermisch infrarood warmtestraling is wel voelbaar), maar ook andersoortige signalen, zoals akoestische, röntgen en radioactieve, kunnen beelden vormen. Voor de ver werking maakt het in principe niet uit. De beelden zijn getalsmatig weergegeven en dezelfde operaties kunnen erop worden uitgevoerd. Omdat zij goedkoop zijn, wordt in de digitale beeldver werking veel gebruik gemaakt van buizen van het vidi- con of plubicon type, die ook het elektronisch oog van tv- en videocamera's vormen, maar zij zijn wegens de grote beeldvervormingen ongeschikt voor geometrische toepassingen. CCD-matrix camera's (CCD staat voor charge-coupled devices: lichtgevoelige elementen) heb ben een goede geometrische nauwkeurigheid, maar zij zijn vooralsnog duur, hoewel het ernaar begint uit te zien dat de prijzen weldra aanzienlijk zullen dalen wegens de enorme belangstelling op ,,de grote markt". Het matrix- formaat van deze camera's ligt om en nabij 500 x 500, hetgeen nog altijd 250 000 lichtgevoelige elementen zijn. Aan de hand van het volgende voorbeeld zal duidelijk worden over welke astronomische aantallen het gaat, wanneer men denkt aan toepassing in de luchtfotogram- metrie. Veronderstel dat men een digitale luchtcamera wil fabriceren, waarvan het beeldvlak het huidige for maat van 23 x 23 cm2 heeft en een resolutie van 5 micron (aanmeetprecisie van de uitwerkingsinstrumen ten), dan dient het beeldvlak uit 2116 miljoen lichtgevoe lige elementen te bestaan. Wanneer stereobeelden ver volgens digitaal worden verwerkt, dient de computer over een geheugencapaciteit van bijna 5 000 Mbyte te beschikken. Beeldverwerking De voorbewerking omvat alle voorbereidende handelin gen om tot analyse te komen. Voorbeelden in de lucht- fotogrammetrie zijn: opsporen en identificeren van paspunten, puntsoverdracht en aerotriangulatie. De voorbewerking van digitale beelden omvat restauratie en verbetering. RESTAURATIE Onder restauratie worden alle bewerkingen verstaan die erop zijn gericht te corrigeren voor radiometrische en geometrische verstoringen. De radiometrie van een beeldvormend systeem beschrijft de transformatie van signaal naar grijswaarde. Er kunnen verstoringen in op treden van inwendige en uitwendige aard. Inwendige verstoringen betreffen ongerechtigheden in het beeldvormende systeem, zoals niet-gelijke gevoelig heid van de CCD-elementen, verloop van de lichtgevoe ligheid in de tijd, lichtafval van de lens en overstraling. Uitwendige verstoringen worden veroorzaakt door het medium dat zich tussen object en beeldvormend sys teem bevindt, bijvoorbeeld atmosferische absorptie. Inwendige geometrische verstoringen ontstaan, doordat het beeldvormend systeem niet exact een centrale pro jectie realiseert. (Er zijn overigens tal van beeldvormende systemen die in het geheel geen centrale projectie reali seren; voor dergelijke systemen die worden gebruikt in de remote sensing zie bijvoorbeeld [Lemmens, 19851. In dit artikel laten wij ze echter buiten beschouwing.) De oorzaken van deze afwijkingen: onstabiliteit van de cameraconstante, lensvertekening, filmvervorming en NGT GEODESIA 86 rammeling in het hoofdpunt zijn welbekend in de foto- grammetrie. Een voorbeeld van uitwendige geometri sche verstoring is atmosferische refractie. Ter bepaling van de inwendige restauratie van para meters is het noodzakelijk een camera te calibreren. De calibratiemethodieken van de geometrie van niet- metrische camera's, waartoe vooralsnog de CCD-came ra's worden gerekend, zijn goed onderzocht. Wel dient men in ogenschouw te nemen, dat het beeldvlak van een CCD-camera uit een matrix van lichtgevoelige ele menten bestaat, zodat dient te worden nagegaan of de posities van de elementen overeenkomen met de door de fabrikant opgegeven nominale posities. Voorts dient te worden nagegaan of de CCD's ook werkelijk in één vlak liggen. Calibratie van de radiometrie van een fotografisch systeem is niet nodig, omdat de mens in staat is over on volkomenheden in grijswaarden heen te kijken. De com puter kan dat echter niet, en wanneer beeldreeksen geautomatiseerd worden uitgewerkt, heeft elk element dat een afwijking heeft bij het tellen van de fotonen een ongunstige invloed op de uitwerking. Daarom dient de radiometrie van een CCD-camera te worden gecali- breerd. Dit kan gebeuren door met de camera een reeks van referentielichtvlakken op te nemen, waarvan de in tensiteit stapsgewijs varieert van zwart (zwak) naar wit (sterk). Door de gemeten intensiteiten te vergelijken met de referentiewaarden, kan een reeks van look-up" matrices worden samengesteld. Wanneer systematiek in de radiometrische afwijkingen valt te constateren, kan deze worden gemodelleerd. Dit is te prefereren boven een serie van look-up matrices, daar deze nogal wat ge heugenruimte in beslag nemen. BEELDVERBETERING Beeldverbetering omvat alle bewerkingen die erop zijn gericht het beeld beter geschikt te maken voor mense lijke waarneming of voor verdere computerverwerking. In tegenstelling tot restauratie is hier geen sprake van correctie, maar veeleer van een kosmetische aangele genheid. Vaak is een bewerking die voor de ene toepas sing een verbetering is, een verslechtering voor de ande re toepassing. De beeldverbeteringsoperaties betreffen vooral het benutten van het volledige grijswaardebereik (contrast-stretch), de histogram-egalisatie, d.w.z. dat alle mogelijke grijswaarden ongeveer even vaak voor komen, het afvlakken van niet te modelleren ruis (effe ning) en het opscherpen van randen. De eerste twee bewerkingen zijn globale operaties, d.w.z. dat elk pixel volgens een bepaalde functie wordt bewerkt zonder dat zijn nabuurpixels daar invloed op hebben. Effening en randopscherping zijn lokale operaties; nabuurpixels zijn in de bewerkingsfunctie betrokken. Zoals gezegd is de beeldverbetering toepassingsafhan- kelijk. Voor elke specifieke toepassing van de computer stereo vision dient derhalve te worden nagegaan welke set van verbeteringsoperaties op de beeldreeksen moe ten worden uitgevoerd, alvorens tot analyse kan worden overgegaan. Beeldanalyse Beeldanalyse omvat het extraheren van relevante object informatie voor bepaalde doeleinden. Deze objectinfor matie kan zowel gericht zijn op de aard als op de geo metrie. In de stereofotogrammetrie wordt deze fase aan geduid met uitwerking of detailmeting. Hierbij worden de objecten, waarvan gegevens zijn gewenst, opge- 285

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 11