Costabile e.a., 1985], De randen dienen vervolgens te
worden gevectoriseerd ten einde een beperkte set van
significante punten te verkrijgen. Het vectoriseren ge
beurt met zgn. line-fit" algorithmen. Uit de beeldposi
tie van de corresponderende significante punten kunnen
vervolgens onder toepassing van de inverse centraal
projectieve transformatie en een driedimensionale gelijk
vormigheidstransformatie de coördinaten in de object
ruimte worden bepaald.
De detectie van randen in digitale beelden kan worden
verbeterd door, in plaats van zwart-wit (monospectrale)
camera's, kleurencamera's te gebruiken. In de multi-
spectrale beelden die zij leveren, is meer informatie over
de randen aanwezig. Uiteraard wordt hiermee het aantal
benodigde bewerkingen verdrievoudigd.
Door niet of niet goed te modelleren radiometrische en
geometrische verstoringen kunnen punten foutief als
corresponderend worden opgespoord of kunnen meer
dere punten in het ene beeld met gelijke waarschijnlijk
heid corresponderen met één punt in het andere beeld.
Daarom dient na de correspondentiebepaling een ana
lyse plaats te vinden die de waarschijnlijkheid van de toe
wijzing toetst. Correspondentie-analyse kan worden ge
daan met verscheidene methoden. Ten eerste kan het
beeld grover worden gemaakt, d.w.z. dat over het hele
beeld nabuurpixels worden verenigd tot grotere pixels.
De gevonden corresponderende deelbeelden worden op
dit hogere niveau opnieuw gecorreleerd. Wanneer de
correspondentie geldig blijft, wordt zij aanvaard. (We
gens deze werkwijze noemt men het een hiërarchische
methode.) Voorts kunnen de parallaxen, zowel grootte
als oriëntering, in een histogram worden uitgezet. Paral
laxen die buiten bepaalde kritieke waarden vallen, wor
den verworpen. Op de derde plaats zijn er de zgn. relaxa
tiemethoden, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de
parallaxen clusters vormen, waarvan de grootten en
oriënteringen slechts geleidelijk veranderen. Parallaxen
binnen deze clusters die een duidelijke afwijking verto
nen, worden afgewezen.
Uit het voorgaande blijkt, dat de randcorrelatietechnie-
ken de beste benadering vormen van het stereofoto-
grammetrisch uitwerkingsproces van opsporen van sig
nificante punten en het aanwijzen van corresponderende
punten. Vooral wanneer wordt gestreefd naar volledig
geautomatiseerde uitwerking, is verder onderzoek naar
deze benadering gewenst. Voor toepassingen waarbij de
mens een sturende werking behoudt in het uitwerkings
proces, zijn gebiedsgewijze correlatietechnieken het
beste geschikt. In tabel 1 staan de voor- en nadelen van
de gebiedsgewijze en randcorrelatie geresumeerd.
voordelen
nadelen
gebieds
gewijze
correlatie
- vrijwel altijd worden
corresponderende
punten gevonden
- nauwkeurigheid op
sub-pixel niveau
- veel rekentijd nodig
- geen discriminator
voor opsporing sig
nificante punten
- volledig geautomati
seerde verwerking
moeilijk
rand
correlatie
- bij a priori informatie
over de objecten
volledig geautomati
seerde verwerking
mogelijk
- rekentijd beperkt
- speurt significante
punten op
- falen in de rand
detectie
- minder nauwkeurig
doordat randdetec-
toren de randen niet
op hun exacte plaats
lokaliseren
De beide technieken kunnen echter ook in combinatie
worden gebruikt. Daar de gebiedsgewijze correlatietech
nieken zulke goede correspondentie-eigenschappen
hebben, zijn zij goed te gebruiken om de uit de randcor
relatie gevonden significante, corresponderende punten
op hun juistheid te toetsen. Bovendien bestaat de moge
lijkheid, gezien de hoge nauwkeurigheid die in [Acker-
mann, 1985] met deze methode wordt behaald, om de
gebiedsgewijze correlatietechnieken te gebruiken voor
de definitieve parallaxbepaling. De functie van de rand
correlatie is dan om de correspondentie van significante
punten bij benadering vast te stellen, waarna de gebieds
gewijze correlatie zorg draagt voor de fijninstelling. Om
dat zij slechts op een zeer select aantal punten hoeft te
worden uitgevoerd, speelt het nadeel van de rekentijd
geen belangrijke rol.
Presentatie
Hoewel een kaart een vrij definitieve vorm lijkt te heb
ben, is dat allerminst het geval. Net als elke andere geo
detische activiteit is de produktie van een kaart geen
doel op zichzelf (ofschoon de landmeter dat emotioneel
zeker als dusdanig kan ervaren), want zij doet altijd
dienst als gegevensbron voor de inwinningsfase van een
ander gegevensverwerkend proces en soms ook als
basis in de presentatiefase waarop de resultaten van de
analyse worden gesuperponeerd. Bovendien zijn kaar
ten, door menselijke of natuurlijke activiteiten, vaak
alweer verouderd vlak nadat zij zijn gefabriceerd. (De
datering is daarom één van de belangrijkste gegevens
van een kaart!)
De kaart als grafische vastleggingsmethode is lange tijd
de enige overzichtelijke techniek geweest om geometri
sche informatie te conserveren. Maar manipulatie en
combinatie van kaartinhouden zijn bijzonder moeizame
aangelegenheden. De komst van de computer heeft
hierin verandering gebracht. Door de digitale vastlegging
kan geometrische informatie analytisch worden be-
stand positie
gegevens
BEELDVORMEND
SYSTEEM
inwendige
uitwendige
verstorings
parameters
VOORBEWERKING
restauratie
-geometrisch
-radiometrisch
verbetering
ANALYSE
identificatie
correspondentie
-gebiedsgewijs
-rand
selectie signi
ficante punten
toetsing
PRESENTATIE
kaart
lijst van coördinaten
terugkoppeling
robothandeling
Tabel 1.
Fig. 2. Overzicht van de verwerking van digitale stereobeelden ten
behoeve van het verkrijgen van geometrische informatie.
288
NGT GEODESIA