werkt. Dit brengt vooral voordelen met zich mee, wan neer men uit is op gerichte verandering van zijn omge ving. Bewerking van de informatie over de bestaande toestand ten behoeve van het ontwerpen van een nieu we toestand kan gebeuren in directe communicatie tus sen mens en computer op interactieve grafische syste men, die ook wel CAD-systemen worden genoemd. De functie van de kaart is daarmee veranderd van een vast leggingsmedium tot een visualiseringsmedium. De eigenlijke vastlegging van de informatie is in de vorm van getallen; kaarten worden gefabriceerd ten behoeve van het zichtbaar maken voor de mens, omdat grafische pre sentatie voor de mens het makkelijkst is te begrijpen. Voor toepassingen in de robotica wordt de presentatie gevormd door een commando dat aan een computer gestuurde machine wordt gegeven ten behoeve van het verrichten van een actie. (De presentatie is dus uiter mate vergankelijk.) In fig. 2 wordt resumerend een schematisch overzicht gegeven van het beeldvormend systeem. 4. Stereo vision in de robotica In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de door de com binatie van digitale beeldverwerkings- en stereofoto- grammetrische technieken in het verschiet liggende rea lisering van flexibele „visueel-gestuurde" industriële produktie- en controlesystemen. In het voorgaande is onderzocht hoe computer vision technieken in de foto- grammetrie kunnen worden aangewend ten behoeve van geautomatiseerde verwerking van zowel lucht- als terrestrische stereo-opnamen. Door het combineren van digitale beeldverwerkingstechnieken en stereofotogram- metrie ontstaan echter ook real-time verwerkingsmoge lijkheden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een nieuw, belangwekkend toepassingsgebied dat hierdoor ontstaat: robot stereo vision. De robotica ontwikkelt computergestuurde apparaten die binnen vooraf gedefinieerde functioneringscondities zelfstandig werkzaamheden uitvoeren, al dan niet vol gens bepaalde beslissingsregels. Het voordeel van deze apparatuur is hun flexibiliteit: binnen korte tijd kan het apparaat, door wisseling van invoerdata en/of program matuur, andere handelingen uitvoeren en zelfs is het mogelijk het een andere functie te geven (bijvoorbeeld een boorrobot die in een andere werksituatie schroeven draaier is). Dit voordeel is het meest evident wanneer produktie-eenheden in geringe omvang worden gefabri ceerd. In de industrie zijn zgn. intelligente robots in gebruik die men, door eigen hand gestuurd, één of meerdere malen een handeling voordoet. Deze handeling, beweging in de vorm van een reeks van driedimensionale coördinaten en tijdsduur, wordt in een geheugen opgeslagen en de robot is in staat deze handeling talloze malen te reprodu ceren. Men zegt van deze robots dat zij kunnen leren, en inderdaad is er sprake van een zekere dressuur. De robot doet echter geen enkele keus uit alternatieven, d.w.z. het apparaat neemt geen beslissingen. Het te bewerken voorwerp moet op een precieze wijze ten opzichte van de robot worden gepositioneerd (dit plaatsen kan overi gens ook door een robot worden uitgevoerd). Ook wan neer het voorwerp afwezig is, bijvoorbeeld door produk- tiestoornis, zal de robot blind zijn werk blijven doen. Wil sprake zijn van beslissing, dan zal de robot op een of andere wijze zijn omgeving moeten kunnen waarnemen. Dit waarnemen kan van een heel eenvoudige vorm zijn, bijvoorbeeld een boorrobot drukt de punt van de boor NGT GEODESIA 86 tegen het voorwerp, waardoor een schakelaar wordt omgezet die het sein geeft voor stroomtoevoer en boren, maar ook zeer complexe vormen van waarnemen zijn mogelijk, zoals ,,zien". In het algemeen kan men stellen dat hoe meer vrijheids graden men een robot wil geven, hoe geavanceerder zijn waarnemingsvermogen moet zijn. In het geval van de „blinde" robot is er geen enkele vrijheidsgraad; alles moet gebeuren zoals is voorgeschreven*). De boor robot, die controleert of het voorwerp aanwezig is, heeft één vrijheidsgraad, maar hij kan niet controleren of het voorwerp dat hij „op de tast" vindt, het voorwerp is dat daadwerkelijk moet worden bewerkt; hij kan het voor werp niet herkennen. Het grootste aantal vrijheidsgra den ontstaat, wanneer een robot zich in een onbekende ruimte vrij kan bewegen, maar de constructie van een dergelijke robot is nog futuristisch. Voor het waarnemen ten behoeve van herkenning en stand- en positiebepaling van voorwerpen zijn veel sen soren en methoden ontwikkeld, die men grof kan schei den in horen, tasten en zien. Geluidsbronnen (akoes tische signalen) worden veel gebruikt voor het waar nemen van het inwendig menselijk lichaam en voor onderwatertoepassingen. In de robotica worden zij o.a. toegepast om de aanwezigheid van een object te detec teren en om de afstand van het werkstuk tot de robot te bepalen. Een voorbeeld van tasten is al gegeven bij de boorrobot, maar ook veel complexere tastsensoren zijn ontwikkeld en thans wordt onderzoek gedaan naar sen soren die de menselijke tastzintuigen nabootsen (Groen en Verbeek, 1985], De ,,zien"-technieken, algemeen aangeduid als vision, worden onderscheiden in actief en passief. Bij actieve stereo vision wordt gebruik gemaakt van een gestructu reerde lichtbron (bijvoorbeeld laser) in combinatie met een beeldvormend systeem. Het voorwerp wordt door de lichtbron afgescand, waarbij de afstand wordt ge meten uit de tijdsduur tussen uitzenden en ontvangst of een triangulatiemethode wordt toegepast, waarbij de lichtbron en ontvanger een basis vormen. Bij passieve vi sion technieken wordt alleen gebruik gemaakt van een beeldvormend systeem. Enkele voorbeelden zijn: a. het met één camera opnemen van een voorwerp waarover een raster met bekende geometrie is gepro jecteerd; b. variërende scherpstelling; c. volumetrie waarbij de omtrekken van het voorwerp worden bepaald uit rondom-aanzichten en stereo technieken. De eerste en laatste techniek worden ook gebruikt in de fotogrammetrie. De stereotechnieken zijn dus niet de enige methoden om voorwerpen driedimensionaal geo metrisch vast te leggen, maar zij zijn de meest beloven de, hetgeen niet verwonderlijk is, wanneer men denkt aan de vele voordelen van stereofotogrammetrie voor terrestrische toepassingen. Vandaar dat onderzoek naar invoering van de digitale beeldverwerkingstechnieken in De term vrijheidsgraad is op een andere wijze gebruikt dan in de robotica gebruikelijk is. Hier wordt er het aantal beslissingen mee aangegeven dat een robot kan nemen op grond van senso ren die de omgeving waarnemen. In de robotica wordt er het aantal onafhankelijke bewegingen mee aangegeven dat de manipulator de mechanische constructie die de werkzaam heden uitvoert kan maken. Naast de mechanische construc tie onderscheidt men nog het aandrijfsysteem, de besturings eenheid en de sensoren. Gewoonlijk heeft een robot zes vrij heidsgraden; drie in de arm en drie in de hand. 289

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 15