SEGMENT
NUMMER
KNOOPPUNT
OPPERVLAK
ADRESSEN
VAN NAAR
LINKS RECHTS
LINKS RECHTS
12811
10 20
A14 C18
1-23 2-24
GRAFISCHE EN
ADMINISTRATIEVE
BESTANDEN
KNOOPPUNT-
NRS.
SE6NENTNRS
6EBIEDS-
AANOUIOING,
P0LY60NEN
SEGMEN
TEN
BESTAND
UITWISSaEN VAN GESEVENS
BENERKEN VAN
6EGEVENS
VERVAARDIGEN
THEMATISCHE KAART
SEGMENTEN SYSTEEM
THEMA
TISCHE
KAART
LIJSTEN,
GRAFIE
KENj
Fig. 1.
menten vast. Tevens is een segmentenbestand beperkt
in omvang. Zo geldt voor Rotterdam, dat het segmen
tenbestand kleiner is dan 20 Mb. Ter vergelijking: het
digitale topografiebestand is ongeveer 450 Mb groot.
Met het segmentensysteem kan voor een groot deel aan
de aan het GIS gestelde eisen worden voldaan. Uitbrei
ding van het GIS met andere technieken blijft mogelijk.
Een segmentenstructuur ziet er als volgt uit:
30
A14
7T7777Trrrrrr>
'l,23
C17
10
12811
i r T7
CIS
Fig. 2.
Segmenten worden op de assen van straten en op de
grenzen van administratieve gebieden gelegd. Van elk
segment worden begin- en eindknooppunt, gebieden
links en rechts, en adressen links en rechts, vastgelegd.
Tussenpunten worden opgenomen als de vorm van de
straat of grens dit noodzakelijk maakt. Verder kunnen
attributen worden opgenomen, die segmenten of gebie
den nader beschrijven, zoals een wegenclassificatie of
een gebiedsomschrijving.
Doelstellingen en uitgangspunten
De hoofddoelstelling van het segmentensysteem is het
verbeteren van de informatievoorziening ten behoeve
292
van beleid, management, uitvoering en voorlichting. Om
aan deze hoofddoelstelling te kunnen voldoen, moet het
systeem gegevens kunnen binnenhalen, bewerken en
presenteren in de vorm van thematische kaarten. Hierbij
wordt onder „systeem" verstaan het geheel van seg
mentenbestand, gegevensbestanden, programmatuur
en apparatuur.
Voor het realiseren van deze doelstelling binnen de in
Rotterdam geldende situatie zijn de volgende uitgangs
punten geformuleerd:
- Het segmentensysteem is een basissysteem dat voor
een veelheid van toepassingen moet kunnen worden
gebruikt.
- Gegevens uit bestanden die gebruik maken van een
(gemeentelijke) standaard locatieaanduiding, moeten
aan het segmentensysteem kunnen worden gekop
peld; voor zover voor bepaalde locatieaanduidingen
geen standaard aanwezig is, zullen voorstellen in die
richting worden gedaan.
- De bijhouding van de gegevens moet gegarandeerd
zijn.
- De bestandsinhoud en de ligging van de segmenten
moeten zodanig zijn, dat kan worden aangesloten bij
de bestaande produkten van de afdeling Landmeten
en Kartografie.
- Het bestand moet zodanig zijn gestructureerd, dat
het systeem in een PC-omgeving kan functioneren.
- Het basisbestand zal op een mini-computer worden
opgeslagen en bijgehouden; hieruit kunnen deel
bestanden en selecties worden gemaakt ten behoeve
van gebruik in de PC-omgeving.
Segmentensysteem
Het segmentensysteem wordt beschouwd als een sa-
menstelsel van segmentenbestand, gegevensbestan
den, programmatuur en apparatuur. De gegevensstruc
tuur van het segmentenbestand is onafhankelijk van
bestaande programmapakketten. De relatie tussen het
bestand en het pakket dat men wil gebruiken, wordt ge
legd via een interface. Omdat de koppeling tussen gege
vensbestanden en segmentenbestand is gegarandeerd,
is ook gegarandeerd dat het betreffende pakket met
deze gegevens kan werken.
Het bestand wordt opgebouwd met behulp van het
SALADIN-pakket van TNO/PSC, een programmapak
ket dat in een PC-omgeving functioneert. Verder zijn
proeven uitgevoerd, waaruit is gebleken dat het seg
mentenbestand met GIMMS en met ARC-INFO kan
worden verwerkt, waardoor een groot aantal mogelijk
heden ten aanzien van gegevensverwerking en -presen
tatie ontstaat. Deze programmapakketten draaien op
een minicomputer.
Doordat het systeem met verschillende pakketten kan
werken, wordt de gebruikers meerdere mogelijkheden
geboden. Hierdoor kan op verschillende apparatuurcon-
figuraties worden gewerkt en kan de gebruiker eventueel
aanwezige apparatuur gebruiken voor zijn segmenten
toepassing.
Gebruik en gebruikers
Een segmentensysteem biedt vele gebruiksmogelijkhe
den en kent daarmee veel verschillende gebruikers.
Bij het gebruik kan men onderscheid maken tussen het
bewerken van gegevens en het afbeelden van gegevens.
Voor beide manieren van gebruik is het nodig, dat de
betreffende gegevens eerst aan het systeem worden ge
koppeld door de gegevens te relateren aan één van de
NGT GEODESIA 86