Continue coëfficiënten Aangezien er veel meer mogelijkheden tot clustervor ming zijn bij gebruikmaking van continue coëfficiënten, is vervolgens getracht te komen tot effectieve continue coëfficiënten. Daarbij is uitgegaan van de veronderstel ling, dat in de coëfficiënt de nadruk moet liggen op de aanwezigheid van inbreng van rechthebbenden in beide blokdelen en dat dit gegeven gerelateerd moet zijn aan het aantal rechthebbenden in de betreffende blokdelen of aan de grootte van de blokdelen. Deze veronderstelling sluit niet alleen aan bij de bevin dingen met de clusteranalyses met binaire coëfficiënten, maar ligt ook voor de hand. Immers naarmate een groter gedeelte van blokdelen bestaat uit grond die is inge bracht door dezelfde rechthebbenden, is de similariteit in deze groter. De grootte van blokdelen kan daarbij wor den aangegeven met de blokdeelwaarde of de waarde van het gedeelte van het blokdeel dat relevant is voor de clustering. Uitgaande van genoemde veronderstelling zijn verschei dene coëfficiënten mogelijk. Zie voor een aantal daarvan het kader. 1. sim (k,l) 2. sim (k,ll 3. sim (k,l) 4. sim (k,l) Si (WAKAik WAKA,,) BDWCk f x (WAKA,k BDWC, - WAKAJ f x Ei (WAKAlk WAKA,,) Ei l(WAKAik WAKA//KA,) BDWCk BDWC, Ej (min !WAKAik, WAKA,,) x (WAKAik WAKA„) KA,) BDWC, BDWC, m x Ei ((WAKAlk WAKA//KA,) BDWCk BDWC, m x E, (min (WAKA,k, WAKA,,) x (WAKAlk WAKA,,) I KA,) BDWCk BDWC, Bij alle sommaties over i geldt, dat alleen wordt ge sommeerd over rechthebbenden i die in blokdeel k en blokdeel I voorkomen. waarde van de kavels van rechthebben den i in blokdeel k. totale waarde van rechthebbenden i in het blok. waarde van het deel van blokdeel k dat meedoet in de clustering, aantal rechthebbenden i dat zowel in blokdeel k als blokdeel I voorkomt, factor. 5. sim (k,l) 6. sim (k,l) WAKAik KA, BDWCk m Een zeer eenvoudige coëfficiënt die aan de veronderstel ling voldoet, maar ook niet meer dan dat, is coëfficiënt 1. Coëfficiënt 2 ligt in het verlengde van de binaire Czekanowski-Dice coëfficiënt. In de serie clusteranaly ses is gewerkt met f respectievelijk 1, 4, 10, 100. De coëfficiënten 3, 4, 5 en 6 zijn verdergaande pogingen om datgene wat je in deze onder similariteit zou kunnen ver staan, weer te geven. Enige toelichting is daarbij op zijn plaats. In alle vier de coëfficiënten zit het quotiënt (WAKAik WAKAi,)/KAj. Hiermee wordt bereikt, dat de simiiari- teitsmaat afhankelijk wordt van de grootte van dat deel van de totale waarde van rechthebbenden i dat in beide blokdelen voorkomt. Wanneer een groter deel van die totale waarde in de betreffende blokdelen voorkomt, wordt de similariteitsmaat groter. Bij de coëfficiënten 3 en 5 wordt dit quotiënt vervolgens vermenigvuldigd met (WAKAik WAKA,,), terwijl dit bij de coëfficiënten 4 en 6 met min (WAKAik, WAKA,,) gebeurt. Dit betekent, dat bij de coëfficiënten 3 en 5 de verdeling over de be treffende blokdelen geen rol speelt, maar bij 4 en 6 wel. De laatste nemen maximale waarden aan bij een 50% - 50% verdeling. Hierdoor ligt het waardenbereik van coëfficiënt 3 van 0 tot 1 en van coëfficiënt 4 van 0 tot Het onderscheid tussen respectievelijk de coëfficiënten 3 en 4, en 5 en 6 zit in de factor m, die het aantal recht hebbenden weergeeft dat in beide blokdelen voorkomt. Een analyse van de resultaten van de vele continue coëf ficiënten is gedaan aan de hand van de clusterindelingen bestaande uit acht tot en met twee clusters. Door de verschillende clusterindelingen en het daarbij behorend over en weer gebruik met elkaar te vergelijken, kunnen uitspraken worden gedaan ten aanzien van de effecten van de verschillende gekozen coëfficiënten. Uit deze analyse blijkt o.a. dat: - dezelfde coëfficiënt bij een bepaald aantal clusters een evenwichtige verdeling*) kan geven en bij een ander aantal een onevenwichtige; - naarmate een coëfficiënt een evenwichtiger verdeling geeft, het aantal rechthebbenden met inbreng in meerdere clusters toeneemt. Als gevolg van de twee bovenstaande constateringen is het niet mogelijk een coëfficiënt aan te wijzen, die voor alle clusteraantallen het beste resultaat geeft. Wel blijkt, dat de coëfficiënten 5 en 6 samen alle beste clusterinde lingen afdekken. Zo leidt coëfficiënt 5 tot een clusterin deling van twee clusters die evenwichtig is 184 mil joen om 269 miljoen met 16 rechthebbenden met ge bruik in beide clusters. Coëfficiënt 6 leidt tot een oneven wichtige verdeling 74 miljoen om 379 miljoen maar met slechts 3 rechthebbenden met gebruik in beide clusters. Hieronder is aangegeven hoe de vorming van de laatste clusterindelingen in zijn werk gaat. coefficient no 5 coefficient no 6 Evenwichtige verdeling wil zeggen, dat de clusters eenzelfde orde van grootte hebben. 280 NGT GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 6