De meting bestaat uit een enkelserie in twee kijkerstanden vanuit
twee opstelpunten. De insnijdingen vinden zoveel mogelijk gelijk
tijdig plaats met de inclinometermetingen.
Gezien de goede weerscondities is afgezien van trillings- en tempe-
ratuurmetingen. Verwacht wordt een vergelijkbaar meetresultaat te
verkrijgen met een nauwkeurigheid kleiner dan 0,5 cm.
Tachymetrische bepaling (fig. 12)
De punten 100 - 101 - 102 zijn uitgezet ongeveer in het verlengde
c.q. haaks op de lengteas van de heistelling. De hoek in 100 is
haaks. De afstanden 100 - 101 en 100 - 102 zijn 35,00 meter. In de
punten 101 en 102 zijn theodolietopstellingen gemaakt, waarbij ge
richt is op de beide andere punten van de driehoek en de zichtbare,
gemerkte hoeken van de meetkoker. Hierbij zijn de verticale en
horizontale hoeken afgelezen.
Assenstelsel tachymetrische - inclinometer meting
Om de coördinaten van de beide bepalingen in een vergelijkbaar
stelsel te verkrijgen, is het volgende gedaan:
Nadat de meetkokers aan de makelaar waren gelast, zijn door
middel van vergelijking van het vlak van de meetkoker en een
referentievlak, zijnde het vlak van de makelaar, de hoeken be
paald ten opzichte van dit referentievlak (fig. 13).
Nadat de makelaar in de gewenste schoorstand is gezet, is door
middel van voorwaartse snijding het argument van het referen
tievlak bepaald. Hierdoor kon het argument van het aanvangs-
vlak van de meetkoker worden berekend. Om het argument
van het aanvangsvlak van de meetkoker evenwijdig aan het
tachymeternet te laten zijn, was het noodzakelijk dit meetnet
voor meetkanaal A (zonder torsie) met 398,9 grad te roteren en
voor meetkanaal B met 393,6 grad. (Immers bij de inclinometer-
berekening wordt ervan uitgegaan dat het argument van het
aanvangsvlak 0 graden zou zijn.)
12. Resultaten testmeting
Uit de metingen zijn de volgende tabellen ontstaan:
Tachymetrische bepaling:
Hoekmeting.
Berekende x, y, z coördinaten.
Torsiemeting.
Inclinometer bepaling:
Staat van waarnemingen: Sinco.
Berekende x, y, z coördinaten: Sinco.
Staat van waarnemingen en berekeningen: Egey.
Algemeen:
Vergelijking tachymetrische - inclinometer coördinaten.
Vergelijking optisch en elektronisch bepaalde torsie.
Het is niet zinvol alle meetgegevens te vermelden. Als voorbeeld is
de stand 20 1 gekozen. Van de andere bepalingen zullen slechts
de resultaten worden vermeld.
Standplaats 101
Puntno.
Hor. I
Hor. II
Vert. I
Vert. II
100
0,0000
0,0000
102
350,0107
350,0151
99,8056
300,1861
1B
399,3283
399,3317
99,3630
300,6281
1C
399,4096
399,4132
99,3630
300,6281
2B
398,8385
398,8382
90,9161
309,0677
2C
398,9263
398,9253
90,9161
309,0677
3B
398,3080
398,3071
82,2368
317,7767
30
398,3945
398,3938
82,2368
317,7767
48
398,0391
398,0347
74,2771
325,7361
4C
398,1306
398,1238
74,2771
325,7361
5B
398,0287
398,0227
67,0994
332,9153
5C
398,1129
398,1079
67,0994
332,9153
6B
396,9481
396,9359
60,6445
339,3632
60
397,0322
397,0240
60,6445
339,3632
7B
396,6176
396,6084
58,8550
341,1522
7C
396,7060
396,6978
58,8550
341,1522
x - 0,0024 s - 0,0032
De standaarddeviaties zijn vrij groot, doordat de aan te meten hoe
ken van de meetkoker lastig waren te identificeren. Vergelijking
met de eigenmaat van de meetkoker, door op hetzelfde niveau
meerdere hoeken van de meetkoker aan te meten, leert dat deze
standaarddeviaties voldoende klein zijn om aan de gestelde voor
waarden te voldoen.
Coördina tenberekening
Wordt als argument voor de lijn 100 - 101 398,9 gr aangenomen
(fig. 12), dan worden de coördinaten van de grondslagpunten:
X
Y
100
0,000
0,000
101
- 0,605
34,995
102
34,995
0,605
De coördinaten van de meetkokerhoeken worden dan:
Puntno.
X
Y
Z Ivert.l
Z (schuin)
1A
-1,869
-26,39
-26,50
1B
0,425
1,821
-26,39
-26,50
1C
0,377
-1,821
-26,39
-26,50
2A
-1,351
-21,54
-21,62
2B
0,691
-1,302
-21,54
-21,62
2C
0,641
-1,303
-21,54
-21,62
3A
-0,948
-16,46
-16,52
3B
0,976
-0,898
-16,46
-16,52
30
0,927
-0,900
-16,46
-16,52
4A
-0,756
-11,46
-11,52
4B
1,120
-0,709
-11,46
-11,52
40
1,069
—0,708
-11,46
-11,52
6A
-0,711
- 6,45
- 6,51
5B
1,124
-0,661
- 6,45
- 6,51
50
1,076
-0,661
- 6,45
- 6,51
6A
-0,477
- 1,49
- 1,51
6B
1,718
-0,426
- 1,49
- 1,51
60
1,669
-0,425
- 1,49
- 1,51
7A
-0,408
top van de koker - 0,00
7B
1,897
-0,360
top van de koker - 0,00
70
1,847
-0,359
top van de koker - 0,00
De koker heeft een uitwendige diameter van 0,050 x 0,050 m. Ver
gelijking van de gemeten en de theoretische waarde geeft dan:
x 0,001 m s 0,001 m
Staat van waarnemingen inclinometer Sinco
Aflezingen AN - AZ en BN - BZ zijn 2,5 x de sinuswaarde van de
zenithoeken. GAMMA is de hoekverdraaiing. (Er is diagonaal ge
meten.) Het meetinterval is 1 meter.
Hoekmeetstaat tachymetrische bepaling stand 20 1
Standplaats 102
Puntno.
Hor. I
Hor. II
Vert. I
Vert. II
100
0,0000
0,0000
101
50,0138
50,0122
100,1823
299,8027
IA
3,4367
3,4369
99,5922
300,4066
1B
3,3486
3,3461
99,5922
300,4066
1C
3,3439
3,3414
99,5922
300,4066
2A
2,5158
2,5136
90,6718
309,3305
2B
2,4234
2,4227
90,6718
309,3305
2C
2,4192
2,4194
90,6718
309,3305
3A
1,7922
1,7910
81,5616
318,4292
3B
1,7001
1,6988
81,5616
318,4292
3C
1,6989
1,6968
81,5616
318,4292
4A
1,4458
1,4438
73,2551
326,7415
4B
1,3564
1,3541
73,2551
326,7415
4C
1,3514
1,3500
73,2551
326,7415
5A
1,3614
1,3594
65,8540
334,1554
5B
1,2672
1,2658
65,8540
334,1554
5C
1,2636
1,2630
65,8540
334,1554
6A
0,9494
0,9647
58,8574
341,1477
6B
0,8607
0,8600
58,8574
341,1477
6C
0,8560
0,8548
58,8574
341,1477
7A
0,8363
0,8338
56,9050
343,1005
7B
0,7433
0,7426
56,9050
343,1005
7C
0,7404
0,7376
56,9050
343,1005
x - 0,0008 (x - (hor I - hor II) 12] s - 0,0010 [v - x)
NGT GEODESIA 86
AN
AZ
BN
BZ
GAMMA
AFL. 1
0,2855
-0,2875
0,1236
-0,1220
45,0000
AFL. 2
0,2834
-0,2865
0,1420
-0,1386
45,0000
AFL. 3
0,3017
-0,3035
0,1325
-0,1316
45,0000
AFL. 4
0,3104
-0,3121
0,1305
-0,1287
45,0000
AFL. 5
0,3145
-0,3164
0,1240
-0,1221
45,0000
AFL. 6
0,2852
-0,2873
0,1080
-0,1065
45,0000
339