AN
AZ
BN
BZ
GAMMA
AFL. 7
0,2072
-0,2101
0,0767
-0,0754
45,0000
AFL. 8
0.0808
-0,0837
0,0290
-0,0274
45,0000
AFL. 9
0,0077
-0,0091
-0,0130
0,0138
45,0000
AFL. 10
-0,0346
0,0340
-0,0348
0,0354
45,0000
AFL. 11
-0,0369
0,0381
-0,0560
0,0563
45,0000
AFL. 12
-0,0253
0,0265
-0,0482
0,0480
45,0000
AFL. 13
0,0330
-0,0311
-0,0382
0,0383
45,0000
AFL. 14
0,1120
-0,1098
-0,0255
0,0258
45,0000
AFL. 15
0,1650
-0,1668
-0,0154
0,0183
45,0000
AFL. 16
0,1910
-0,1914
0,0039
-0,0040
45,0000
AFL. 17
0,1949
-0,1961
0,0142
-0,0144
45,0000
AFL. 18
0,2040
-0,2051
0,0073
-0,0076
45,0000
AFL. 19
0,2253
-0,2271
-0,0223
0,0232
45,0000
AFL. 20
0,2485
-0,2504
-0,0642
0,0633
45,0000
AFL. 21
0,2680
-0,2694
-0,0828
0,0828
45,0000
AFL. 22
0,2632
-0,2657
-0,0773
0,0770
45,0000
AFL. 23
0,2674
-0,2692
-0,0850
0,0853
45,0000
AFL. 24
0,2870
-0,2890
-0,1024
0,1018
45,0000
AFL. 25
0,2931
-0,2949
-0,1047
0,1044
45,0000
AFL. 26
0,2875
-0,2893
-0,0951
0,0951
45,0000
Voor AN/AZ geldt:
x 0,0009 arcsin 0,0009/2,5 0,021 gr. lx (AN-AZi/2]
en
s 0,0010 arcsin 0,0010/2,5 0,025 gr. [v x]
Voor BN/BZ geldt:
x 0,0010 gr. s 0,0015 gr.
Deze rekenkundige gemiddelden en standaarddeviaties komen
overeen met die van waarnemingen bij metingen in een stabiele
meetkoker. Meetcondities van deze testmeting en praktijkomstan
digheden zijn dus vergelijkbaar.
Coördinatenberekening van de inclinometerbepaling
Diepte (vert.)
X
Y
0,000
0,000
0,000
1,000
-0,117
-0,047
2,000
-0,238
-0,089
3,000
-0,362
0,138
4,000
-0,487
-0,190
5,000
-0,612
-0,245
6,000
-0,722
-0,296
7,000
-0,800
-0,332
8,000
-0,830
-0,347
9,000
-0,827
-0,353
10,000
-0,807
-0,354
11,000
-0,781
-0,359
12,000
-0,761
-0,366
13,000
-0,761
-0,387
14,000
-0,786
-0,426
15,000
-0,829
-0,478
16,000
-0,885
-0,531
17,000
-0,944
-0,583
18,000
-1,004
-0,640
19,000
-1,061
-0,712
20,000
-1,114
-0,803
21,000
-1,167
-0,902
22,000
-1,220
-1,000
23,000
-1,272
-1,102
24,000
-1,324
-1,213
25,000
-1,378
-1,327
25,880
-1,426
-1,423
26,390
-1,453
-1,478
Vergelijking tachymetrisch en optisch bepaalde coördinaten (na
interpolatie en middeling)
Z (vert.)
X coördinaten
Y coördinaten
Tachy
Sinco
Verschil
Tachy
Sinco
Verschil
0,00
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
1,49
-0,178
-0,178
0,000
-0,066
-0,068
0,002
6,46
-0,772
-0,761
-0,011
-0,301
-0,314
0,013
11,46
-0,778
-0,771
-0,007
-0,349
-0,362
0,013
16,46
-0,920
-0,914
-0,006
-0,540
-0,557
0,017
21,54
-1,206
-1,194
-0,012
-0,943
-0,951
0,008
26,39
-1,471
-1,453
-0,018
-1,461
-1,478
0,017
De resultante voor de tachymetrisch bepaalde coördinaten op Z
26,39 is 2,073. De overeenkomstige resultante voor de elektronisch
bepaalde coördinaten geeft tevens 2,073!
340
Hieruit kunnen we concluderen, dat de hellingmeting zeer nauw
keurig is geweest, doch dat kennelijk een oriënteringsverschil tus
sen de beide bepalingen oorzaak is van de verschillen.
Bij rotatie van het „tachymeetnet" met 399,3 gr. worden de vol
gende verschillen gevonden:
Z (vert.)
Xv
Y v
0,00
0,000
0,000
1,49
0,002
-0,001
6,46
-0,001
-0,010
11,46
-0,003
-0,009
16,46
-0,006
-0,011
21,54
-0,003
0,002
26,39
0,000
0,000
De resultaten van de metingen aan het ongeveer verticaal staande
niet-getordeerde meetkanaal zijn de volgende:
Z (vert.)
X coördinaten
Y coördinaten
Tachy
Sinco
Verschil
Tachy
Sinco
Verschil
0,00
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
1,50
-0,087
-0,087
0.000
-0,001
-0,001
0,000
6,49
-0,377
-0,372
-0,005
-0,019
-0,027
0,008
11,48
-0,080
-0,089
0,009
0,144
0,142
0,002
16,48
0,077
0,068
0,009
0,165
0,164
0,001
21,58
0,098
0,088
0,010
-0,021
-0,015
-0,006
26,45
0,126
0,118
0,008
-0,334
-0,333
-0,001
Ook hier zien we een resultaat, dat nagenoeg binnen de meetnauw-
keurigheid van de tachymetrische bepaling valt.
Meet- en waarnemingsnauwkeurigheden:
Horizontale hoeken van de tachymetrische bepaling:
Standplaats 101 x 0,0008 gr. s 0,0009 gr.
Standplaats 102 x 0,0021 gr. s 0,0029 gr.
Tachymetrisch bepaalde coördinaten:
x 0,001 m. s 0,001 m.
Zenithoeken inclinometer:
AN/AZ: x 0,023 gr. s 0,028 gr.
BN/BZ: x 0,010 gr. s 0,013 gr.
Getordeerd meetkanaal in de stand 20 1
Hiervoor diende in eerste instantie de axiale torsie van het meet
kanaal te worden bepaald. De bepaling is op twee onafhankelijke
methoden verricht, namelijk met de Sinco torsiemeter en met een
lineaal ten opzichte van een referentievlak, zijnde het vlak van de
makelaar (zie fig. 14 voor de bepaling met de lineaal).
Vergelijking van de meetresultaten van de beide methoden (waar
den in degrees)
Z (schuin)
Lineaal
Torsiemeter
Verschil
0,00 m
0,0
0,0
0,0
1,00
- 0,5
- 1,1
0,6
2,00
- 1,7
- 2,1
0.4
3,00
- 3,1
- 3,5
0.4
4,00
- 5,1
- 5,1
0,0
5,00
- 6,7
- 6,6
-0,1
6,00
- 8,3
- 8,1
-0,2
7,00
- 9,8
- 9,4
-0,4
8,00
-11,6
-10,9
-0,7
9,00
-13,0
-12,2
-0,8
10,00
-14,5
-13,6
-0,9
11,00
-16,1
-15,2
-0,9
12,00
-17,0
-15,4
-1,6
13,00
-15,6
-14,2
-1,4
14,00
-14,0
-12,7
-1,3
15,00
-12,8
-11,4
-1,4
16,00
-13,0
-10,3
-1,7
17,00
-11,6
- 9,1
-2,5
18,00
-10,5
- 7,9
-2,6
19,00
- 8,6
- 6,7
-1,9
20,00
- 7,4
- 5,1
-2,3
21,00
- 5,6
- 3,3
-2,3
22,00
- 3,8
- 1,7
-2,1
23,00
- 1,7
0,1
-1,8
24,00
- 0,9
1,8
-2,7
25,00
0,5
3,5
-3,0
26,00
1,4
4,4
-3,0
Het maximale verschil bedraagt 3,0 deg. De oorzaak hiervan is
mede de cumulatieve meetmethode van de torsiemeter. De meet
methode met behulp van de lineaal, waarbij het vlak van de meet-
NGT GEODESIA 86