Door samenwerking toepassing van het LKI-systeem Tachymetrisch bepaalde coördinaten van de meetkoker (vergelij king eigenmaat - gemeten): x 0,001 m, s 0,001 m. Hieruit blijkt, dat de reproduceerbaarheid van de meting zeer nauw keurig is. De standaarddeviatie van het systeem is erg klein, hoewel deze in dit geval, door de cumulatieve meetmethode en doordat bij de onderzijde niet is aangesloten op een nulmeting, wel toeneemt. Bij deformatiemetingen zal dit niet het geval zijn, doordat dan een vereffening plaatsvindt. De grootste standaarddeviatie zal in dat geval in het midden van het traject kunnen worden verwacht. 13. Conclusie Bovengenoemd onderzoek zou dienen te worden uitgebreid om een exacte standaarddeviatie te kunnen noemen, doch gezien de sluitfouten die zijn vastgesteld door de testmeting, kan de systeem nauwkeurigheid in absolute zin op 2 a 3 mm per 10 meter worden gesteld. Dit geldt voornamelijk voor verticaal of geringe scheef standen. Voorwaarde is dat, vooral bij scheefstanden, de torsie en de aanvangshoek nauwkeurig dienen te worden bepaald. Refererend aan de bovengenoemde resultaten kan worden gesteld, dat de absolute nauwkeurigheid waarmee met een mobiele elektro nische inclinometer positiebepaling kan worden verricht, zeer goed is te noemen. Een reproduceerbaarheidsmeting met inclinometer Egey, waarbij de meting driemaal is herhaald, d.w.z. driemaal in twee standen, geeft het volgende resultaat: Z (schuin) XI X2 X3 St. dev. 7,00 0,0000 0,0000 0,0000 8,00 0,0282 0,0280 0,0280 0,0001 9,00 0,0261 0,0259 0,0260 0,0001 10,00 0,0064 0,0062 0,0063 0,0001 11,00 -0,0201 -0,0203 -0,0200 0,0001 12,00 -0,0413 -0,0415 -0,0411 0,0002 13,00 -0,0440 -0,0443 -0,0436 0,0003 14,00 -0,0218 -0,0221 -0,0214 0,0003 15,00 0,0171 0,0167 0,0175 0,0004 16,00 0,0699 0,0693 0,0703 0,0005 17,00 0,1268 0,1260 0,1272 0,0006 18,00 0,1842 0,1834 0,1847 0,0006 19,00 0,2391 0,2385 0,2398 0,0006 20,00 0,2895 0,2887 0,2901 0,0007 21,00 0,3400 0,3391 0,3403 0,0006 22,00 0,3904 0,3894 0,3908 0,0007 23,00 0,4398 0,4387 0,4402 0,0007 24,00 0,4899 0,4888 0,4904 0,0008 25,00 0,5410 0,5396 0,5413 0,0009 26,00 0,5930 0,5915 0,5936 0,0012 Documentatie en bronnen: Ingenieursbureau Havenwerken Rotterdam. Ingenieursbureau Egey Duitsland. Brochures Sinco, Leutert, Maihak, Geonor. Bibliotheek Dirk Verstoep. Dosbouw-Stormvloedkering Oosterschelde. door J. de Stigter, chef afdeling Landmeten bij de gemeente Papendrecht en P. Donker, assistent rayonchef bij de Dienst van het Kadaster in de provincie Zuid-Holland. Inleiding Het grote belang dat de maatschappij hecht aan goed kaartmateriaal, is aangetoond. Op beleidsniveau is een toenemende vraag naar vastgoedinformatie. In dat ka der is het belangrijk de ontwikkeling van digitale kaart- produkten te bevorderen. Het Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesys teem (LKI) vervaardigt zo'n produkt, digitaal met gra fische informatie. Het LKI-systeem is afgestemd op toe komstige ontwikkelingen. Het zal gestalte gaan geven aan de coördinatie omtrent vastgoedinformatie [1]*). Een gemeente kan nu door samenwerking met het Kadaster aansluiting vinden met dit LKI-systeem. Uitge breide topografische projecten kunnen met dit systeem worden verwerkt. De methode puntcodering van het Systeem Detailmeting '76 heeft in LKI plaatsgemaakt voor een lijncoderingsmethode. De handmatige elemen tencodering raakt hierdoor overbodig. Voor gedetailleer de informatie over verwerking in LKI verwijzen we naar de publikatie in NGT Geodesia door Van Raamsdonk [2]. Werkwijze Door middel van het Systeem Detailmeting '76 heeft de gemeente Papendrecht reeds een grote hoeveelheid in formatie geclassificeerd vastgelegd in digitale vorm. In feite is alle „kadastrale" topografie opgeslagen in het zgn. Permanent bestand en uitgetekend op basiskaarten 1 500 [3] (fig. 1). Deze basiskaarten worden met ver schillende overlays aangevuld. Daartoe is onder andere straatmeubilair terrestrisch opgemeten met behulp van De nummers [Ij t.m. [5] verwijzen naar „Literatuur" op p. 344 aan het eind van dit artikel. meetlijnen die aansluiten op de eerder gecodeerde „har de topografie". Deze metingen zouden aanvankelijk handmatig worden gekaarteerd. Voorjaar 1985 begint het Kadaster echter met de eerste toepassingen van de lijncoderingsmethode (lijnstrings). Daarbij wordt gebruik gemaakt van de MSI85 hand- terminal. Papendrecht wil graag gebruik maken van deze ontwikkeling. Het opbouwen van digitaal topografische bestanden zal de opgelopen achterstand in de hand matige verwerking te niet doen. Het produkt voldoet beter aan toekomstig gestelde eisen. In het kader van de bestaande samenwerkingsregeling wordt de gemeente Papendrecht dan ook in de gelegen heid gesteld topografische bestanden te laten verwerken op de Vax 11/780 computer in Apeldoorn. Voorwaarde is wel, dat de gegevens digitaal worden aangeleverd en dat deze betrekking hebben op zogenaamde GBKN- inhoud. Voor het slagen van deze onderneming is een uniforme systeemuitrusting nodig. Papendrecht verschaft zich dan ook een MSI85, uitgerust met kadasterprogramma- tuur en laat bij het Kadaster te Rotterdam een telefoon modem plaatsen. Grote puntenvelden worden ingeme ten met een niet-registrerende tachymeter. Gegevens worden geclassificeerd naar aard, ingebracht in de hand- terminal volgens het lijncoderingssysteem. De gege- vensinwinning bij kleinere objecten vindt plaats met de meetband en wordt met de verschillende SD '76 reken- codes gecodeerd. Omdat echter slechts een beperkt aantal rekencodes beschikbaar is voor lijncodering, vraagt dit veel improvisatietalent. De datacommunicatie met het Kadaster in Rotterdam loopt technisch goed, maar blijkt moeilijk inpasbaar in de werkstructuur en de bezetting van Tektronix 4701In mei '85 wordt het aantal 342 NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 16