1 f "V -/ J J; O dien moet het onderwijs zelf zijn beleid uitstippelen en uitmaken wat ze wel en niet in hun lespakket opnemen. Daarbij is van belang dat ze mensen afleveren, die een plaats in de samenleving vinden. De activiteiten van het NGL zijn ook veel meer gericht op het op peil houden van de kennis van hun leden, dus na hun schooloplei ding, waarbij het vooral gaat om de verbreding van de kennis en niet zozeer om de verdieping ervan. Door de activiteiten van het NGL kunnen landmeetkun digen er vooral kennis van nemen hoe het in andere be drijven, diensten en instellingen toegaat en welke ont wikkelingen er elders zijn. Daarom pleit ik er ook voor om naast de technische onderwerpen, tevens aandacht te schenken aan activiteiten die gericht zijn op manage ment, bedrijfskunde en kostenaspect. Hiernaar wordt immers gevraagd door werkgevers en werknemers. Een en ander betekent niet, dat wij geen boodschap hebben aan het onderwijs. We zullen ook voor hun suggesties en vragen open blijven staan en altijd zijn wij tot samen werking bereid. In het eerder genoemde lustrumboek van Snellius wordt geopperd een banenmarkt te organiseren in combinatie met het NGL congres. Als deze vraag ons vanuit de on derwijswereld concreet zou worden voorgelegd, gaan wij daar zeker op in en dan kan ook op onze medewer king worden gerekend. Alles binnen de aanwezige mogelijkheden natuurlijk. Op het niveau van de tekenaar en van de landmeter in het veld doen zich enorme veranderingen voor, bijvoor beeld door automatisering. Door interne opleidingen wordt de vakkennis op peil gehouden, maar dat is per dienst, en alleen maar als er iets aan de hand is. De landmeetkunde is een klein radertje in de totale samenleving. Omdat de samenleving voortdurend in be weging is, is de landmeetkunde dat ook. Het NGL helpt zijn leden een beetje om in die steeds veranderende en in beweging zijnde landmeetkunde zo goed mogelijk bij te blijven. Het NGL is er niet om mensen bij te scholen. Dat moet de werkgever doen en ook het onderwijs (post-acade- miaal onderwijs). Hier geldt dan ook het spreekwoord: ,,Schoe(n)maker(s) blijf bij je leest"! Het NGL heeft daar ook niet de mogelijkheden toe en het is ook niet haar taak. Het heeft mijns inziens als belangrijkste taak zijn leden zoveel mogelijk kennis te laten nemen van nieuwe ontwikkelingen in de landmeetkunde, waarbij kennis name in de breedte belangrijker is dan diep te graven in de materie. Heeft het NGL nog andere maatschappelijke banden We praten er nu over wat het NGL betekent voor de leden, maar ik denk dat het ook betekenis heeft voor be drijven, instellingen en diensten. Die zullen er blij om moeten zijn, dat er een instelling is waar ze hun ontwik kelingen en mogelijkheden kunnen etaleren. Die daar worden opgepakt en doorgegeven aan een veel breder publiek, aan eigenlijk de hele landmeetkundige wereld. Ze profiteren mee en dat is geweldig belangrijk voor hen. Ze onderkennen dat ook. De bestuursleden krijgen niet voor niets mogelijkheden om tijd van hun baas in het NGL te steken. De medewerking van onze werkgevers is altijd voortreffelijk. Het is goed om dat nog eens te zeggen. Ook voor het vakgebied als zodanig is het NGL belang rijk. ledereen heeft zo een uitlaatklep om ontwikkelingen aan een breder publiek kenbaar te maken. Congressen, studiedagen, rayonbijeenkomsten en het tijdschrift NGT nederlands geodetisch tijdschrift 1 y i .y Toepassing van clusteranalyse in de land inrichting '•••<■■4 |i; Stereofotogremmetrie en computer stereo vision Geo Informatie Systeem Rotterdam Landmeten in de oerwouden van Indonesië maandblad september 1986 voor landmeetkunde Geodesia zijn daarvoor uitermate geschikt. Het tijd schrift NGT Geodesia is het belangrijkste communicatie instrument van het NGL. Bovendien is het tijdschrift naar mijn mening het visitekaartje van het NGL en bovendien erg waardevol voor de gehele landmeetkun dige wereld. In de contributie die de leden van de aangesloten vereni gingen betalen, is het abonnement van NGT Geodesia inbegrepen. Er is weieens geopperd het abonnement los te koppelen van het lidmaatschap. De leden van de aan gesloten verenigingen moeten zich dan maar, als ze dat willen, zelf abonneren op NGT Geodesia. Dat zou een hele slechte zaak zijn. Je richt met zijn allen iets op, en je gaat er dan ook met zijn allen achter staan. Hier moet gelden: alles of niets. Er wordt soms geklaagd, dat de artikelen in NGT Geode sia te moeilijk zijn. Ik denk, dat iedereen zich via dit tijd schrift een beeld kan vormen wat er zoal in de landmeet kundige wereld in beweging is en daar gaat het vooral om. Niet iedereen hoeft alle artikelen volledig te begrij pen. ledereen moet er wel kennis van kunnen nemen. Bovendien kan iedereen, ook degenen die de huidige artikelen te moeilijk vinden, zelf een artikel schrijven. Graag zelfs. Zouden er ook andere poten van het NGL kunnen zijn, zoals een overheidsdienst of een vereniging van particu liere landmeetkundige bedrijven? Zo is de structuur van het NGL niet. Het is een over koepelende stichting van vier verenigingen. Die vier verenigingen bestaan uit natuurlijke personen. Toetre den van een overheidsdienst of een bedrijf is dan ook niet mogelijk. Het zou ook ongewenst zijn. De onafhan kelijkheid van het NGL zou daardoor in gevaar kunnen komen. Het NGL heeft geen commerciële doelstelling, maar een ideële. 332 NGT GEODESIA 86

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 6