h I I I a -=4= 68,2 In de landmeetkunde is het echter geen gewoonte zo veel waarnemingen te doen voor het bepalen van één af stand. Dat is economisch niet verantwoord en het is ook niet nodig, want als eenmaal een experiment met veel waarnemingen achter de rug is, kan voortaan een uit spraak worden gedaan over de precisie van een afstand, die onder dezelfde omstandigheden maar dan slechts éénmaal is gemeten. Daartoe moet dan het histogram dat is verkregen bij het experiment, nog eens worden geraadpleegd. Hierin is namelijk de kans af te lezen, dat een enkele waarneming in een bepaalde klasse zal vallen. In het voorbeeld is bijvoorbeeld de kans, dat de enkele waarneming van die lengte valt in de klasse waarin ook het gemiddelde van alle waarnemingen valt, 34%, want in het experiment is de relatieve frequentie van de klasse 288,118 - 288,123 0,34 ofwel 34 van de 100 gevallen. Deze beschouwingen gelden ook voor een andere basis behandeling in de landmeetkunde, namelijk de hoek metingen. Fig5. Van de Gausskromme zijn de volgende eigenschappen belangrijk voor het vervolg: - Van de oppervlakte tussen kromme en as ligt 68,2% tussen de waarden a en - er. 3. Normale verdeling Het werken met de histogrammen bevredigt niet, omdat ze wiskundig gezien niet zo grijpbaar zijn. Gelukkig be staat in de wiskunde een functie, die de vorm van het histogram goed benadert: de normale waarschijnlijk heidsverdeling van Gauss-Laplace, dikwijls de normale verdeling genoemd. De waarnemingen in de landmeet kunde passen uitstekend hierin. De kromme is gegeven door de plaats van het midden en door zijn breedte gemeten vanuit het midden naar het buigpunt (waar hol in bol overgaat). Deze breedte is de standaardafwijking. In de literatuur wordt de standaard afwijking aangeduid met de Griekse letter sigma a. In fig. 4 is de normale verdeling weergegeven. Van de oppervlakte tussen kromme en as ligt 95,4% tussen de waarden 2 a en - 2 a. 95,4 2 a5 Fig. 7. Op een manier, die in de mathematische statistiek is ont wikkeld, wordt uit de gedane waarnemingen de stan daardafwijking van de bijbehorende Gausskromme bere kend. Zo blijkt in het voorbeeld van de 50 maal gemeten afstand de standaardafwijking 5,65 mm te zijn. Als men nu in de kromme met standaardafwijking 5,65 mm de zelfde klassegrenzen aanbrengt als in het histogram en de oppervlaktes berekent van de dan ontstane kolom men, blijken deze wonderlijk goed te kloppen met de vroeger berekende relatieve frequenties van de waar nemingen. In fig. 5 is over het eerder gegeven histogram de bijbehorende Gausskromme getekend. De Gauss kromme geeft de mogelijkheid van normaal verdeelde waarnemingen (bijvoorbeeld lengtes en hoeken) de kan sen op de te verwachten verschillen te berekenen. (N.B. Er zijn ook waarnemingsprocessen, die geen nor male verdeling vertonen, maar een andere verdeling.) - Van de oppervlakte tussen kromme en as ligt 99,7% tussen de waarden 3 a en - 3 a. 99,7 Een praktische uitwerking hiervan: de eenmaal geme ten afstand uit het voorbeeld maakt een kans van 68,2% te liggen binnen en - a van ,,de afstand" die, indien mogelijk, zou kunnen worden bepaald met NGT GEODESIA 86 427

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 17