publikaties
Afsluitende discussie
Op de vrijdagmiddag werd op door de cursisten aangedragen
onderwerpen nader ingegaan.
De heer Van Daalen behandelde wat diepgaander het formuleren
van het vereffeningsmodel voor het aansluiten van twee punten-
velden aan elkaar. Speciale aandacht ruimde hij daarbij in voor de
rol van S-transformaties. Hij toonde aan dat bij een geschikte for
mulering van het model een expliciete S-transformatie achterwege
kan blijven.
De heer Brouwer, die in deeltijd bij de Faculteit der Geodesie werkt
en eveneens in deeltijd bij de Rijksdriehoeksmeting in Apeldoorn,
ging in op de geschiedenis van de eerste, tweede, derde en vierde
orde RD-punten en illustreerde aldus de huidige kwaliteit van de
RD-punten. Vervolgens besprak hij kort de nieuwste ontwikkelin
gen in de puntsbepaling en met name GPS en poneerde de stelling,
dat er over vijf jaar geen kringnetten meer nodig zullen zijn. Uit de
daarop volgende discussie werd duidelijk dat de juistheid van de
stelling zeer twijfelachtig is, maar dat aan de tendens niet voorbij
gegaan kan worden.
De heer De Heus initieerde een discussie over het aansluiten van
nieuw gemeten grondslagen aan al aanwezige netwerken. De pro
blematiek kent niet een eenduidige oplossing en vereist daarom een
per project goed doordachte aanpak.
Tenslotte kwam de relatie tussen de TU Delft en de HTS in Utrecht
ter sprake. De heer Meerdink, zelf docent van een gelijksoortige
cursus aan de HTS maar hier als cursist aanwezig, vertelde over de
werksituatie aan de TH ten tijde van zijn vertrek van de TH en toon
de zich verbaasd en verheugd dat de huidige medewerkers zoveel
vrijheid genoten om een door hen gewenste koers te gaan. Een
sprekend voorbeeld van de koerswijziging is de veranderde notatie
die gebruikt wordt in de mathematische geodesie en die ingrijpend
afwijkt van de vanouds gebruikelijke notatie.
Algemene opmerkingen
Deze cursus was zeker voor vele cursisten een zeer nuttige opfris
sing dan wel inwijding in de huidige kennis in de mathematische
geodesie. Het lijkt gewenst dat dergelijke cursussen met niet al te
lange tussenpozen herhaald worden.
De onderwezen stof zal te zijner tijd in boekvorm worden uitge
geven. Jammer is het, dat dit boek tijdens de cursus nog alleen
maar in concept en met vele delen in handschrift ter beschikking
van de cursisten stond. i/e/s/n^
STUDIEDAG VASTGOEDINFORMATIE VOOR
GEMEENTELIJK BELEID
29 oktober 1986 in De Reehorst te Ede
Bezocht door ongeveer 250 mensen uit de drie overheden en parti
culiere bureaus op het gebied van landmeetkunde, vastgoed, karto-
grafie, automatisering, stedebouw, e.a.
Georganiseerd door de VVI (Vereniging voor Vastgoedinformatie)
en het NIROV (Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting).
Een dag waarop de vastgoedinformatie werd bekeken en gewaar
deerd door mensen uit de beleidssfeer, en vervolgens beschreven
vanuit de technische uitvoering.
In het ochtendprogramma kwamen achtereenvolgens aan het
woord:
A. G. Sma/lenbroek, burgemeester van de gemeente Smal-
lingerland, voorzitter van het Centrum voor Automatisering
Noord-Nederland, lid van de commissie Informatiebeleid, Be
leidsanalyse en Automatisering van de VNG.
E. C. C. Blitz, directeur Grondzaken van de dienst SO/GZ van
de gemeente Den Haag.
J. B. van Rey, hoofd Afdeling Vastgoedinformatie van de
diensten ROVU van de gemeente Utrecht.
L. A. H. Boeije, hoofd Technische Zaken van de gemeente
Deurne.
Om de grote hoeveelheid informatie en uitspraken van de sprekers
enigszins recht te doen, moet ik mij bedienen van onderstaande
schematische opsomming, hier en daar voorzien van een sterretje
als ik een (sterk persoonlijke) instemming voel met een uitspraak,
een vraagteken als ik de mening van de spreker niet deel.
Smallenbroek: - automatiseringsproblemen zijn organisatiepro
blemen;
- informatie is een hulpmiddel voor het bestuur;
het is noodzakelijk om interne deskundigheid op
te bouwen om opleiding voor en het opzetten en
onderhouden van systemen in eigen huis te kun
nen realiseren;
- verwacht niet op korte termijn te kunnen be
schikken over relevante vastgoedinformatie, af
komstig van een „hogere" overheid;
Blitz: - problematiek van een grote gemeente is in we
zen niet anders dan die van een middelgrote;
- informatiebeleid moet erop zijn gericht informa
tie op de juiste plek te brengen;
het is de vraag of bij dit beleid moet worden
gestreefd naar honorering van alle wensen en
wensjes van betrokkenen;
beleid is niet altijd te baseren op rationele gron
den;
Van Rey: - in Amerika (waaraan immers alle toekomstver
wachtingen in ons land worden getoetst) is au
tomatisering pas na acht jaar rendabel (inclu
sief de terugverdientijd van de investerings
kosten);
de opnieuw opkomende trend tot decentralisatie
en de opkomst van de personal computer ver
storen de ontwikkeling van de vastgoedinforma
tiesystemen in Utrecht;
er is een groeiend verloop van deskundigheid
van overheid naar het bedrijfsleven (brain drain);
Boeije: - gedeeltelijke, dus fragmentarische automatise
ring moet niet worden bevorderd.
Het moge duidelijk zijn dat ik hierboven meer aandacht heb besteed
aan de eerste twee sprekers, omdat zij de vastgoedinformatie in
een breder kader bespraken. Bovendien vertelden de laatste twee
sprekers een voor landmeetkundig Nederland bekend verhaal dat in
ons tijdschrift al eerder en uitgebreider aan de orde is geweest
(1984, no. 1 en 1985, no. 9).
Het middagprogramma hield een splitsing in van het gezelschap in
vier „thematische" werkgroepen. Omdat uw redacteur, zelf werk
zaam in de groene sector, maar een van de sessies kon bezoeken,
zie ik van een bespreking daarvan af. De overige drie thema's zou
den er dan wat minder afkomen.
Waar ik tot slot wel een opmerking over zou willen maken, is het
volgende. Het is verheugend dat vastgoedinformatie, na haar kin
derjaren in de landmeetkundige sfeer te hebben doorgebracht, nu
ook actueel wordt buiten ons vakgebied, en ook een onderwerp is
voor een studiedag als deze, georganiseerd door niet direct land
meetkundige instellingen als VVI en NIROV. Tevens echter be
kruipt mij het gevoel dat, als deze trend zich doorzet, een instelling
als de Stichting NGL wordt teruggedrongen naar het puur land
meetkundige gebeuren. Of dat een verheugend beeld is, betwijfel
ik.
Peter Miete
OPTIMIZATION AND DESIGN OF GEODETIC NETWORKS
onder redactie van E. W. Graf arend en F. Sansö; uitgever Springer
Verlag Berlin1985606 XVpagina's en 139 figuren98, DM;
ISBN 3-540-15739-5 Et 0-387-15739-5.
Dit boek bevat de teksten van de voordrachten zoals die zijn gehou
den tijdens de derde „Course of the International School of Ad
vanced Geodesy" te Erice (Italië), die gewijd was aan het optimali
seren en ontwerpen van geodetische netwerken.
In de bijdrage van Schaffrin treffen we onderstaande „magische
driehoek" aan van de drie aspecten die bij het optimaliseren van
een geodetisch netwerk in ogenschouw moeten worden genomen:
goede precisie
hoge betrouwbaarheid
lage kosten
De „doelfunctie" is dan natuurlijk een netwerk te realiseren met
een zo goed mogelijke precisie en een zo hoog mogelijke betrouw
baarheid (gezien het doel van meten), tegen zo laag mogelijke
kosten.
Zoals iedereen weet, is juist dit laatste zeer moeilijk quantitatief te
beschrijven en ook in dit boek vindt men er niet veel over. Slechts
Cross behandelt het probleem door te stellen, dat na afloop van het
optimalisatieproces, voor wat betreft precisie en betrouwbaarheid,
de kosten van het te realiseren netwerk kunnen worden berekend
en dat, wanneer deze te hoog blijken te zijn uitgevallen, opnieuw
het optimalisatieproces moet worden doorlopen.
Dit laatstgenoemde proces wordt gewoonlijk onderscheiden in vier
afzonderlijke klassen:
440
NGT GEODESIA 86