literatuur
van 0,20 mm. Arceer de gebouwen, teken een noordpijl, ver
meld straatnamen (2,5 mm, kapitaal, rechtop) en schrijf in het
hoofd van de tekening de volgende gegevens:
Arnhem A1.
Ontwerp tracé Akkerweg-Veldweg.
Waarnemingen:
vu//////
W/4f.
Fig. 1.
Sfa
y*// *26*
Vis/cJue
Arf.
62.60
yp//
yr/i. v/ff." £3>*v<?2
yp/r v/ff.zZ 2.2.///ff/
f+ë- V//3.&2 22c*,
Fig. 2.
DRIEHOEKSMETING
Tijd: 100 min.
1. Bij de grafische oppervlaktebepaling is de vorm van het perceel
mede bepalend voor de nauwkeurigheid van het resultaat.
Leg uit waarom dat zo is.
2. In een veelhoek komt een zeer korte veelhoekszijde voor.
a. Geef puntsgewijs aan wat men moet meten.
b. Leg uit waarom men dat zo moet meten.
3. De coördinaten van S dienen uit voorwaartse snijding te worden
berekend. Hiertoe zijn op VP71 en VP19 richtingen gemeten. De
waarnemingen hieronder zijn de op nul herleide en gemiddelde
richtingen. Indien zich een of meerdere onbetrouwbare richtin
gen voordoen, verwerp deze dan.
Standpl.
VP71
VP19
Richtpunt
Oosterbeek 1
S
Arnhem 14
Driel 2
Velp 2
Westervoort 1
Arnhem 6
S
Richting
0,0000
91,1464
175,7268
306,1539
0,0000
72,0862
228,1295
317,6154
Coördinaten:
X
Y
VP19
21741,25
475935,75
VP71
20935,60
476040,52
Arnhem 6
20821,82
475331,88
Arnhem 14
21965,94
475472,24
Driel 2
20066,71
475460,16
Oosterbeek 1
20400,57
476694,73
Velp 2
22285,90
476826,57
Westervoort 1
22789,08
475819,71
De hieronder vermelde tijdschriften kunnen door de lezers
van NGT Geodesia worden geleend bij ing. H. A. Schok, Vak
groep Landmeetkunde van de Landbouwuniversiteit, post
bus 339, 6700 AH Wageningen.
Zeitschrift für Vermessungswesen
1986-4
Grünreich, Ein Verfahren zur automatischen Generalisierung flë-
chenhafter Diskreta. Klauer, Automatisierte Digitalisierung und
Strukturierung von Strichvorlagen. Müller, Zur Berücksichtigung
der Zuverlassigkeit bei der Gewichtsoptimierung geodatischer
Netze. Holmberg, Eine Methode zur Auflösung von singularen Glei-
chungssystemen ohne Inversenberechnung.
1986-5
Strössner, 100 Jahre Flurbereinigung in Bayern. Finsterwalder, Zur
Bestimmung von Tal- und Kammlinien. Zaiser, Begründung, Beo-
bachtungsgleichungen und Ergebnisse für ein dreidimensionales
geometrisch-physikalisches Modell der Geodasie. Grafarend,
Krumm, Schaffrin, Kriterion-Matrizen III: Zweidimensionale homo
gene und isotrope geodatische Netze.
1986-6
Under, Die Grundlagenvermessungen für den Bau des Emstunnels
bei Leer. Förstner, Werner, Programmgesteuerte Deformations-
analyse. Bartelme, Kolb, Seifter-Bartsch, Spaeni, Image Inter-
aktive Manipulation von Geo-Elementen.
Bildmessung und Luftbildwesen
1986-1
Steidler, CIP Ein allgemeines Programmpaket zur DGM-Inter-
polation unter Verwendung der Dreiecksvermaschung. Kahler,
Testfeld-Kalibrierung unter Berücksichtigung von Beobachtungen
ungleicher Genauigkeit. Ekenobi, Klassifizierung multispektraler Di-
gitalbilder mit der Methode der trennenden Hyperflachen.
1986 2
Albertz, Digitale Bildverarbeitung in der Nahphotogrammetrie.
Hobbie, Fortschritte im Instrumentenbau für Digitale Kartierung.
Schwebel, Systemtechnische Gesichtspunkte bei photogrammetri-
schen Auswertegeraten. Förstner, Beispiele zur automatischen Er-
fassung von digitalen Oberflachenmodellen. Pape, Die Herstellung
der Deutsche Grundkarte 1 5 000 in digitaler Form. Gierloff-
Emden, Über die Herstellung topographischer und thematischer
Karten aus Hochbefliegungen.
1986-3
Hofmann, Dynamische Photogrammetrie. Köstli, Sigle, Die SCOP-
Datenstruktur zur Verschneidung und Korrektur von Gelandemo
dellen. Kraus, Anmerkungen zum Aufsatz von F. Steidler über
DGM-Interpolation. Brunner, Bruchkante oder Gelandekante?
Vermessungswesen und Raumordnung
1986-1/2
Fröhlich, Müller, Leitnivellements und regionale Deformationsana-
lyse in Nordrhein-Westfalen. Seydich, Ermittlung, Sammlung und
Auswertung flachenbezogener Daten. Schuhr, Ein Basic-Pro-
gramm für Tunneldurchschlagsprognosen mit kreiselstabilisieren-
den Polygonzügen. Benning, Formeln für einen automatisierten
Rückwartsabschnitt.
444
NGT GEODESIA 86
