Fig. I. Satellietconstellatie voor GPS. aarde bedraagt ongeveer 20 000 km en de omwente lingsperiode is 12 uur. Met een dergelijke satellietconfi guratie kunnen vrijwel overal ter wereld gelijktijdig vier satellieten worden waargenomen. De huidige GPS satellietconfiguratie bestaat uit in totaal zeven bruikbare satellieten, gesitueerd in drie baanvlak- ken die een hoek van 65 graden maken met het equator- vlak. De satellieten zenden continu, in tijd gesynchroni seerde signalen uit op twee frequenties. De modulatie bevat, naast de gecodeerde tijdkenmerken, ook ge gevens die nodig zijn om de afstand naar de satelliet te kunnen bepalen, zoals satellietbaangegevens, correcties voor de afwijking van de satellietklok, een indicatie met betrekking tot de bruikbaarheid van de satelliet, coëffi ciënten om de vertragingen van het uitgezonden signaal te bepalen enz. Alle satellieten zenden op dezelfde twee frequenties uit, de codering is echter uniek. Controle- en besturingsdeel Het controle- en besturingsdeel bestaat uit: - vijf monitorstations, ook wel volgstations genoemd, waar de signalen van de satellieten continu worden opgevangen. Deze stations bevinden zich respec tievelijk in/op Hawaii (Stille Oceaan), Colorado Springs (Amerika), Ascension (Atlantische Oceaan), Diego Garcia (Indische Oceaan) en Kwajalein (Stille Oceaan); - drie transmissiestations waar stuursignalen of infor matie naar de satellieten wordt gestuurd, respectie velijk te Sunney Valley (Amerika), Ascension en Die- go Garcia; - een centraal controlestation te Colorado Springs. De volgstations zenden hun gegevens naar het centrale controlestation dat, op basis van deze gegevens, de satellietbaan berekent, alsmede de tijdcorrecties voor elke satellietklok. Deze tijdcorrecties worden gerefereerd aan zgn. GPS tijd, een enkele jaren geleden gekozen tijd- referentie die destijds identiek was aan UT, maar die in middels een bekend verschil met UT vertoont in de orde van enkele seconden. Het verband tussen deze GPS tijd- referentie en UT wordt met behulp van de nauwkeurige NGT GEODESIA 86 tijdstandaard van het US-Naval Observatory te Was hington bewaakt. De berekende baanparameters en tijdberichten worden met behulp van de transmissiestations naar de satellie ten gezonden. Ontvangerdeel Het ontvangerdeel bestaat uit eenvoudige of gecompli ceerde ontvangers, al naar gelang de toepassingen en de eisen die aan de positienauwkeurigheid worden gesteld. Het merendeel van deze ontvangers heeft intern een codegenerator waarmee dezelfde code wordt gemaakt als uitgezonden door de satellieten. Dynamische positie bepaling kan met zo'n ontvanger worden uitgevoerd. Voor statische of laag dynamische toepassingen zijn ont vangers ontwikkeld, die geen code genereren; deze kun nen echter alleen in de zgn. differentiële mode worden gebruikt. 3. Structuur van het GPS signaal Het GPS signaal wordt op twee frequenties uitge zonden: L1 1575,42 MHz (19 cm golflengte) L2 - 1227,60 MHz (22 cm golflengte) Deze frequenties zijn veelvouden van 10,23 MHz, de basisfrequentie van de klokken aan boord van de satel lieten. Zo is L1 154 x 10,23 MHz en L2 120 x 10,23 MHz. Beide draaggolven zijn gemoduleerd met een zgn. P (precision) code, een binaire code met een modulatie frequentie van 10,23 MHz, en data-informatie met een frequentie van 50 bps (bits per seconde), zijnde het zgn. navigatiebericht. De draaggolf van het L1 signaal is tevens gemoduleerd met de zgn. C/A (clear access) of S code, en een binaire code met een frequentie van 1,023 MHz. De codering heeft twee functies: - identificatie van de satelliet, daar het codepatroon uniek is voor elke satelliet; - maakt tijdmeting mogelijk, daar de coderingen nauw keurige tijdmerken zijn, die aan de GPS tijd zijn te relateren. De P code is een pseudo-random code met een periode van ongeveer 38 weken. Deze is het resultaat van het produkt van twee pseudo-random codes waarvan de pe riodes slechts in geringe mate verschillen: ongeveer 1,5 seconde. De C/A code is ook een pseudo-random code, maar een zgn. Gold code, het produkt van twee 1023 bits pseudo-random codes. Deze heeft een veel kortere periode, namelijk één milliseconde. Na viga tie be rich t Het navigatiebericht heeft een lengte van 1500 bits en duurt, gezien de frequentie van 50 bps, 30 seconden. Dit bericht beslaat vijf blokken van 300 bits en bevat vier soorten gegevens: - correctieparameters voor satellietklok en propagatie- snelheid; - baangegevens van de satelliet die wordt gevolgd; - voorspelde baangegevens van een andere satelliet; - datatransmissiegegevens. Biok 1 bevat acht parameters die coëfficiënten voor stellen voor een rekenmodel waarmee de vertraging van het uitgezonden signaal ten gevolge van de voortplan ting in de ionosfeer kan worden bepaald. Deze vertra ging is een functie van deze coëfficiënten, de elevatie- 415

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 5