Een zelfde meting wordt uitgevoerd op een tweede waarnemingspunt, welke gegevens worden samenge bracht met die van het eerste waarnemingspunt. De ge digitaliseerde gegevens van beide metingen worden dan met elkaar gecorreleerd, hetgeen een maat oplevert voor het tijdverschil tussen de aankomst van een satelliet signaal op de twee waarnemingspunten. Voor navigatiedoeleinden wordt in het algemeen een Kalman filter toegepast, ten einde de ruis op de waar nemingen te onderdrukken en continuïteit in de naviga- tiegegevens te verkrijgen ingeval gedurende korte tijd geen metingen kunnen worden verricht. Een dergelijk Kalman filter kan schematisch als volgt worden weer gegeven (de punt geeft de afgeleide naar de tijd aan): 5. Ontvangers Diverse typen ontvangers zijn of worden ontwikkeld voor uiteenlopende toepassingen. Afhankelijk van de dynamiek van de toepassing kunnen vier groepen ont vangers worden onderscheiden, welke specifiek of al leen geschikt zijn voor - hoog dynamische omstandigheden, zoals ten be hoeve van de navigatie van een gevechtsvliegtuig of helikopter; - middelmatig dynamische omstandigheden waarbij geen bijzonder hoge versnellingen optreden, zoals de navigatie van een civiel vliegtuig of auto; - laag dynamische omstandigheden, zoals de navigatie en positiebepaling van schepen; - statisch gebruik, zoals in de landmeetkunde. Het ontwerp van de hoog dynamische ontvanger is veel al gebaseerd op integratie met andere sensoren op het niveau van de code tracking. Het ontwerp van de minder dynamische ontvanger is veelal ook gebaseerd op inte gratie met andere sensoren, maar op het niveau van positieberekening. De zogenaamde codeloze ontvangers zijn ontworpen voor statische of zeer laag dynamische toepassingen in een differentiële mode. Dit type ontvanger is niet ge schikt voor enigszins dynamisch gebruik. Instrumenteel kunnen de ontvangers in drie groepen worden onderscheiden: multi channel, sequential en multiplex. Een multi channel ontvanger volgt vier of vijf satellieten continu en simultaan en beschikt daartoe over een cor responderend aantal hard- en software trackingmecha- nismen waarin de code- en fasemeting plaatsvindt. Een sequentiële ontvanger volgt korte tijd, bijvoorbeeld één seconde, een satelliet en stapt daarna over op een andere satelliet. Dit type is alleen geschikt voor code meting. Een multiplex ontvanger is een snelle sequentiële ont vanger, waarbij de volgtijd voor elke satelliet zó kort is, bijvoorbeeld 20 milliseconden, dat het volgproces reken- technisch kan worden ondersteund en de metingen qua si ononderbroken plaatsvinden. Elk type heeft zijn eigen voor- en nadelen. 6. Positiebepaling Dynamisch ingeval van codeontvanger De gemeten pseudo-range afstanden stellen de afstan den naar de satellieten voor, op een onbekende optel- constante K na. De posities van de satellieten die corres ponderen met het moment van pseudo-range metingen, kunnen worden berekend met behulp van de gegevens in het satellietbericht. Voor elke satelliet geldt de vol gende vergelijking (s satelliet, o standplaats): PR PR GPS predictie hu 1 p stochastisch model waarnemingsmode 1 voor GPS waarnemingen van de dynamiek parameters waarnemingsmode1 voor hulpsensoren stochastisch model t i jd safhankelijk stochastisch model (Xs - X0)2 (Ys - Y0)2 (Zs - Z0)2 (PR K)2 Ingeval van vier satellieten kan men dus uit de vier verge lijkingen de vier onbekenden Xo; Y0, Z0 en K oplossen. positie en snelheid Om de relatieve plaatsbepaling te verbeteren kunnen, behalve de pseudo-range meetwaarde, ook delta pseudo-range waarden in het filter worden ingevoerd in dien deze zijn gemeten (zlPR). Statische plaatsbepaling De statische positiebepaling kan met codeontvangers op dezelfde wijze geschieden als in het dynamische geval, met de aanname dat de snelheid gelijk aan nul is. Ontvangers die alleen fase meten, compleet of fractio- neel, kunnen alleen positieverschillen bepalen. De daar bij toegepaste techniek is gebaseerd op de relatie tussen het coördinaatverschil en de gemeten fase in beide ont vangers. Het hoofdprobleem dat hierbij moet worden opgelost, is het onbekende aantal hele golflengten. Een bijkomend probleem vormt het mogelijk aanwezige tijd verschil tussen de klokken van beide ontvangers. De techniek van de positiebepaling berust in dit geval op het elimineren van een aantal foutenbronnen door de ge meten fasen op een bepaalde wijze met elkaar te combi neren. Hiervoor bestaan een drietal mogelijkheden. a. Enkelvoudig verschil Dit is het verschil tussen de gemeten fase in twee waarnemingspunten op hetzelfde tijdstip en van de zelfde satelliet. Hiermee wordt het eerste orde effect van de klokfout in de satelliet en de fout in satelliet positie geëlimineerd (fig. 3a). b. Tweevoudig verschil Dit is het verschil tussen twee enkelvoudige verschil len op hetzelfde tijdstip maar met betrekking tot twee satellieten. Hiermee worden de klokfouten van satel liet en ontvanger geëlimineerd (fig. 3b). NGT GEODESIA 86 417

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1986 | | pagina 7