gunstigste geval tussen de 10 en 25 km per uur. Een van de operators beschreef de rijcondities dan ook zeer tref fend als „out of this world". Aan de nauwkeurigheidseisen kon worden voldaan met enkelvoudige meting van de polygonen. Een gemiddelde rijsnelheid van 10 km per uur en de eis iedere polygoon binnen 2,5 a 3 uur af te sluiten, maakten een netwerk van vaste punten met een onderlinge afstand van 25 km noodzakelijk. Deze vaste punten, 50 in totaal, werden met satelliet doppler ingemeten. Na enkele problemen met het instrument te hebben overwonnen, verliep de traagheidsplaatsbepaling voor spoedig, ondanks de moeilijke omstandigheden. In to taal werden 3048 punten bepaald via polygonen met een totale lengte van ongeveer 2000 km. Deze polygonen vormden het raamwerk waarbinnen nog eens 5770 pun ten met conventionele methoden werden vastgelegd. De satelliet doppler en INS metingen samen duurden van half november 1981 tot half maart 1982. In die pe riode was het INS gedurende 43 dagen echt operationeel in gebruik, waardoor de gemiddelde produktie per meet dag neerkwam op 70 punten of 46 km. Tabel 1 geeft een samenvatting van de resultaten van drie testlijnen die én met INS én conventioneel zijn gemeten. Lijnnummer 800 900 1000 Aantal runs dubbel enkel enkel Totale afstand in km 13,7 18,0 19,5 Lijn azimut 295/115° 18° 110° Hoogteverschil van begin naar eind 178 m - 77 m - 98 m Reisduur in uren 2,1/1,6 3,2 2,3 Standaardafwijking X (m) 0,50 2,60 0,48 Standaardafwijking Y (m) 0,87 0,64 0,63 Standaardafwijking hoogte 0,21 0,43 0,45 Gemiddelde fout X (m) 0,40 2,31 0,42 Gemiddelde fout Y (m) 0,78 - 0,05 0,05 Gemiddelde fout hoogte (m) - 0,12 - 0,37 - 0,37 Standaardafwijking dX over 500 m 0,33 0,83 0,24 Standaardafwijking dY over 500 m 0,40 0,46 0,28 Standaardafwijking dh over 500 m 0,14 0,17 0,13 Tabel 1. Resultaten INS metingen op drie testlijnen. Aangemoedigd door de goede resultaten die in Libië onder zulke slechte omstandigheden werden behaald, werd de traagheidsplaatsbepaling weer gekozen voor de zwaartekrachtmetingen in Tunesië, waar de omstandig heden veel beter waren dan in Libië. Het hele gebied was ontsloten met berijdbare wegen, de meeste daarvan wa ren verhard. Daarom werd besloten de meetpunten zo veel mogelijk langs de wegen te plaatsen, wat tot gevolg had dat de polygonen voor de traagheidsplaatsbepaling verre van recht waren. Het bestaande triangulatienet werk in het gebied was van voldoende dichtheid en nauwkeurigheid, zodat het plaatsen van extra vaste pun ten achterwege kon blijven. Fig. 3 geeft een beeld van het resulterende puntenveld, dat uiteindelijk 2722 meet punten op polygonen van een totale lengte van onge veer 2000 km bevatte. Door de goede rijomstandigheden die het mogelijk maakten met volle snelheid van punt naar punt te rijden, was de produktie dan ook aanzienlijk hoger dan in Libië. De hele campagne duurde 27 dagen, wat neerkomt op een gemiddelde dagproduktie van 100 punten of 74 km. Op goede dagen met een werktijd van 12 uur werd regelmatig een produktie van 100-110 km behaald. SHELL TUNIREX GRAVITY SURVEY A 90032 4 70033 a700«2 470035 470034 fle0099 490045 470040 490037 '490026 4800ÖQ 390009 - 490005 .70005 L"a7D031 490007 .-4 7000* 49003®*^ 4900*0 4 9Ó0O8 A 4900**, 4900*2 - 470002 4900*5 4800*9 - atoomj 49002* 090027 4 CONTROL STATIONS GRAVITY STATIONS 4800i7q£ <5*4 4 9O04& 4 70040 Fig. 3. Netwerk Tunesië. De meetploeg bestond uit: - 1 landmeter als chauffeur en operator van het FILS II systeem; - 1 landmeter die het veldboek bijhield, de punten op de kaart intekende en de navigatie verzorgde; - 1 assistent voor het markeren van punten en het in meten van excentriciteiten. 20 - <0 - <7,1% 8,7% 4,8% '»6% 0.8% j 't2% j 0,8 0 0.10 0.20 0.30 040 0.50 0.60 0.70 0.80 030 Fig. 4. Tunesië; hoogteverschillen op lijnkruisingen in m. 70 3 tc 60 45,2% <3,1% 4,0% 4,0% ^0,0*^0.4%,-^ Fig. 5. Tunesië; x-verschillen op lijnkruisingen in m. De punten werden tijdens de meetruns gekozen en met verf of een lint gemarkeerd. Omdat voor zwaartekracht metingen de horizontale ligging van de punten van ondergeschikte betekenis is, kon worden volstaan met een markering die het punt binnen een meter vastlegt. Dit moet ook in gedachte worden gehouden bij de na volgende beoordeling van de behaalde nauwkeurig heden. 12 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 12