Praktische toepassingen van traagheids- plaatsbepaling*) Lindlohr, W., D. Wells, GPS Design Using Undifferenced Carrier Beat Phase Observations, manuscripts qeodaetica, 10, 255-295, 1985. Martin, E. H., GPS User Equipment Error Models, zie Navigation, 1978. Navigation, special issue on GPS, 25, 2, 1978. Pluijmers, A., Inertial Gravimetry Using a FILS II Inertial Survey System, afstudeerscriptie, Afdeling der Geodesie, THD, 1983. Remondi, B. W., Using the Global Positioning System (GPS) Pha se Observable for Relative Geodesy: Modelling, Processing, and Results, dissertation, University of Texas, Austin, 1984. Rummel, R., Inertial Surveying, collegedictaat, vakgroep mathe matische en fysische geodesie, Afdeling der Geodesie Techni sche Hogeschool Delft, 1986. Schwarz, K. P. (ed.Proceedings of the 2nd International Sympo sium on Inertial Technology for Surveying Et Geodesy, Banff, 1981. Schwarz, K. P., Introduction to Inertial Surveying, lecture notes, Afdeling der Geodesie, Techn. Hogeschool Delft, 1983. Schwarz, K. P. (ed.). Proceedings of the 3rd International Sympo sium on Inertial Technology for Surveying Et Geodesy, Vol. 1 2, Banff, 1985. 1. Inleiding Het gebruik van traagheidsplaatsbepaling voor civiele toepassingen op land begon in het begin van de jaren '80 en kreeg veel aandacht van universiteiten en commer ciële gebruikers zoals de Shell, die de methode bij een aantal projecten toepaste. Zeer aansprekende resultaten werden behaald en een grote groei werd verwacht in het aantal toepassingen, maar veel van deze aandacht heeft zich nu op GPS gericht en de traagheidsplaatsbepaling is een beetje op het tweede plan geraakt. Ondanks deze verminderde belangstelling leek het toch alleszins de moeite waard de praktische mogelijkheden van dit systeem toe te lichten aan de hand van projecten uitgevoerd in de olie-industrie en van testen uitgevoerd door universiteiten. In deze bijdrage zal vooral worden gekeken naar de praktische uitvoering van traagheids plaatsbepaling, de nauwkeurigheden die kunnen worden bereikt en de kosten. Eén systeem, het FILS II van Ferranti, zal daarbij een prominente plaats innemen om dat het het enige systeem is waarmee binnen de Shell ervaring is opgedaan. Voor de theoretische aspecten, zoals de meetprincipes, de foutenbronnen en de ver schillende verwerkingsmethoden, wordt naar de bijdrage van prof. Rummel in deze NGT Geodesia verwezen. INS (Inertial Navigation System) is een gebruikelijke af- Tekst van een lezing op de NGL studiedag ,,Satellietgeodesie en traagheidsnavigatie; landmeetkunde in de jaren '90", gehouden te Ede op 24 november 1986. NGT GEODESIA 87 Sluiter, P. G., Satellietplaatsbepaling nu en in de toekomst, NGT Geodesia, no. 3, p. 90-95, 1985. Sluiter, P. G., G. J. Husti, Evaluation of the Tl-User Solution in Dynamic Mode, marine geodesy, 1987 (in print). Spilker, Jr., J. J., GPS Signal Structure and Performance Charac teristics, zie Navigation, 1978. Teunissen, P. J. G., The Geometry of Geodetic Inverse Mapping and Non-Linear Adjustment, Netherlands Geodetic Commission, New Series, 8, 1, Delft, 1985. Teunissen, P. J. G., Adjusting and Testing with the Models of the Affine and Similarity Transformation, manuscripts geodaetica, 11, 3, 214-225, 1986. Waalewijn, A., (ed.), Drie Eeuwen Normaal Amsterdams Peil, hoofddirectie van de Rijkswaterstaat, 48, 1986. Willigen, G. W. van, De Gravimetrische Geoïde van Nederland, NGT Geodesia, no. 7/8, p. 248-254, 1986. Yunck, T. P., An Introduction to SERIES-X, Jet Propulsion Labo ratory, 1982. Zielinski, J. B., Accuracy of GPS Surveying Technique and its Possible Application to the Wegener Project, Reports of the Department of Geodesy 85.3, Math, and Phys. Geodesy, TUD, Delft, 1985. korting voor de betreffende apparatuur en zal in deze bij drage dan ook worden gebruikt. 2. Beschikbare systemen FILS II en FILS III De Ferranti Inertial Land Surveyor systemen zijn van het „local level" type, dat wil zeggen het assenstelsel van het traagheidsplatform valt samen met het stelsel ge vormd door de lokale verticaal en de lokale noord- en oostrichting. Het systeem wordt vervaardigd door Fer ranti in Edinburgh en bestaat uit de volgende onder delen: Edinburgh en bestaat uit de volgende onderdelen: - Inertial Measuring Unit (IMU): bevat het traagheids platform met de gyroscopen en de versnellingsme ters, de elektronika voor de besturing en een module voor de stroomverzorging (24 - 28 Volt). Afmetingen: 54 x 30 x 47 cm, gewicht: 57 kg. - Control and Display Unit (CDU): bevat een toetsen bord en een display. De CDU is een kleine doos, die wordt gebruikt om commando's en gegevens in te toetsen. - Tektronix 4923 taperecorder: voor de opslag van alle meetgegevens op Va inch magneetband cassettes. De meeste ervaring is opgedaan met het FILS II systeem (fig. 1). FILS III is pas in 1985 geïntroduceerd en heeft de volgende verschillen tegenover FILS II: - grotere computer in de IMU met een verbeterde on line positieberekening; 9 door P. J. Hug, werkzaam bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij BV te Assen. SUMMARY Practical applications of the Inertial Navigation System This article focusses on the applicability of INS for surveying. First, the commercially available systems are described, together with the general outline of the organiza tion of an INS campaign and the phases in data collection and reduction. A number of applications are mentioned; in particular the results are discussed of two campaigns per formed in Libya and Tunesia. For these examples also an indication is given of the costs per point measured by INS. In addition, some results are summarized of three intercomparison experiments for four commercially available INS systems.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 9