Voorwaardevergelïjkingen in ruimtelijke trilateraties ui f3) u3r (Y3r door dr. ir. C. M. A. van den Hout, gepensioneerd medewerker van het ITC te Enschede. SUMMARY Condition equations in spatial trilaterations The observation equations and corresponding degrees of freedom for spatial trilaterations are well- known. The less-known condition equations are once more derived in this article. Inleiding Met behulp van elektronische instrumenten kunnen tegenwoordig zeer gemakkelijk en ook zeer nauwkeurig afstanden worden gemeten. Dit maakt het mogelijk ruimtelijke driehoeksnetten te ontwerpen, waarin alleen maar zijdelengten behoeven te worden gemeten (trilate- ratie). De berekening van een trilateratie is gebaseerd op de be trekking (1) (X. X.) 3 (Y. Y.) (Z. 3 l 2 2 z.r (i. d i#: waarin Xi; Yi( en Xj, Yj( Zj de Cartesiaanse coördina ten zijn van de eindpunten i en j van een zijde van een willekeurige driehoek uit het net, en lu de afstand is tus sen deze punten. Indien overtallige afstanden zijn gemeten, kan een veref fening worden uitgevoerd volgens het tweede stan daardvraagstuk. Uitgaande van vijf punten (fig. 1) die viervlakken vor men, waarvan alle zijdelengten zijn gemeten, wordt een stelsel betrekkingen van het type (1) gevormd. Vervol gens worden de coördinaten van de hoekpunten geëlimi neerd. Het resultaat levert een betrekking op, waarin alleen maar zijdelengten voorkomen. Deze betrekking maakt het nu daadwerkelijk mogelijk om een trilateratie te vereffenen volgens het eerste standaardvraagstuk. Deze betrekking wordt vervolgens afgeleid, zie ook [Aardoom, 1970], Fig. 1. Drie viervlakken: (t, 2, 3, 4), (1, 2, 3, 51 en 11, 2, 4, 5). De redenering geldt ook als niet van dit speciale coördinaten stelsel gebruik wordt gemaakt; de afleiding wordt er wel door vereenvoudigd. Drie viervlakken In fig. 1 zijn vijf hoekpunten van een driedimensionaal driehoeksnet getekend; de punten 4 en 5 liggen niet in het vlak van tekening. Deze punten vormen een aantal viervlakken. Wij beschouwen de viervlakken die zijn ge vormd door de punten (1, 2, 3, 4), de punten (1, 2, 3, 5) en de punten (1, 2, 4, 5). We introduceren een Cartesiaans assenstelsel X, Y, Z en laten het X, Y-vlak samenvallen met het vlak door de punten 1, 2, 3, verder de X-as met de zijde 1, 2 en ten slotte de oorsprong met het hoekpunt 1 De hoek in het punt 1, die wordt ingesloten door de zijden naar de punten 2 en 3, duiden we aan met y23 of y32en de hoek die wordt ingesloten door de A2 3 en de A2 4 met „1.2,3 "1,2,4 De onderlinge ligging van de punten 1, 2 en 3 is volledig bepaald door de zijdelengten l12, l13 en l23. Ten op zichte van deze punten is de ligging van het punt 4 be paald door 1,4, l24 en l34 en die van het punt 5 door 1,5, l25 en l35. De afstand tussen de punten 4 en 5 wordt nu door deze negen zijdelengten bepaald. Een voorwaarde is nu, dat de (door berekening bepaalde) afstand tussen de punten 4 en 5 gelijk moet zijn aan de (gemeten) zijde lengte l46. Deze voorwaarde noemen we trilateratie- voorwaarde. Passen we de cosinusregel toe in zl, 3 4 dan is (13,4)2 11312 (11,4)2 "2 11,3 Ll,4 COS Y3,4 Nu is volgens (1) en fig. 1 (13,4)2= <X3 -X4)2+ (Y3 -V2 2 2 cl (x.r 1,4 4 (Y4)2 (Z4)2 2 2 2 zodat volgens (2b, c, d) en gelet op (2a) (13,4)2 (11,3>2 (11,4>2 "2 V3 2 X4Y4 zodat uit (2a) en (2e) volgt X.X^ Y Y 1, .1 cos Y-j 3 4 3 4 1,3 1,4 '3,4 Verder is X3 X1,3 COS Y2,3 X4 Ll,4 COS Y24 Y3 113 Sln Y23 1 1,2,3 1,4 Sln Y24 COS °1,2,4 (2a) (2b) (2c) (2d) (2e) (3a) (3b) (3c) (3d) (3e) 56 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 16