reacties land daardoor beter beschermd zou kunnen worden, bijvoorbeeld tegen beschadigingen door grondwerkzaamheden. Met de centrale registratie van de leidingbeheerders zou volgens het wetsontwerp de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers worden be last. In een aantal gevallen zouden ook gemeenten een eigen registratie kunnen bijhouden en daaruit informatie aan belang hebbenden kunnen verschaffen. Aanleiding voor het voorstel tot intrekking zijn de ontwikkelingen die zich in de particuliere sector op het gebied van de leidingen registratie afspelen. Een sterk groeiend aantal leidingbeheerders sluit zich aan bij zogenoemde Kabels- en Leidingen Informatie Cen tra (KLIC's). Ook steeds meer gemeenten zetten een leidingen registratie op. Voor de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van de Tweede Kamer waren deze ontwikke lingen aanleiding een groot aantal kanttekeningen bij het wets voorstel te plaatsen. Minister Nijpels is van oordeel dat de informa tievoorziening over de ligging van leidingen kan worden overgela ten aan het particulier initiatief en aan de gemeenten. Een landelijk opgezette leidingenregistratie waartoe het wetsontwerp de weg moest bereiden, is door de ontwikkelingen achterhaald. De Minis ter zal de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie advies vragen hoe zonder wettelijke regeling de registratie van de leidingen op de meest effectieve wijze door gemeenten en KLIC's en andere be langhebbenden kan worden ingericht. ANWB EN TELE ATLAS GAAN SAMENWERKEN De ANWB en Tele Atlas zijn in principe overeengekomen dat de ANWB een belang van 40% verwerft in Tele Atlas B.V. in Den Bosch. Met deze deelneming is een bedrag gemoeid van 414 mil joen gulden. Deze samenwerking zal het de ANWB als een van de belangrijkste uitgevers van kaarten mogelijk maken een grote ver scheidenheid van wegen-, route- en toeristenkaarten aan te bieden aan het publiek. Een belangrijke verbetering van de mogelijkheden tot geautomatiseerde verwerking van kartografische en toeristische informatie zal daarenboven leiden tot een nog betere kaartinforma- tie tegen lagere kosten. Het aantal arbeidsplaatsen van Tele Atlas, momenteel 65, zal als gevolg van deze deelneming in de toekomst een uitbreiding onder gaan. Tele Atlas houdt zich bezig met de opbouw van databanken o.a. ten behoeve van kartografische toepassingen. Vanuit deze databanken kunnen met behulp van een computer kaarten worden vervaardigd. Tele Atlas wordt door velen gezien als baanbrekend voor de geautomatiseerde informatievoorziening op het gebied van het wegen- en verkeersnet. Tele Atlas heeft onlangs de officiële Eureka-status verkregen. Dit houdt in dat zij uit een fonds van het Ministerie van Economische Zaken subsidie ontvangt voor nieuwe technologische ontwikke lingen. PAO-CURSUSSEN GEOPLAN Onder de titel ,,De microcomputer in het (ruimtelijk) onderzoek; in troductie en toepassingen" vindt op 26 en 27 februari 1987 te Utrecht een PAO-cursus plaats onder leiding van drs. R. van Kem pen (Rijksuniversiteit Utrecht). Het doel van deze cursus is te tonen wat de mogelijkheden van de huidige generatie microcomputers zijn. De cursus vormt een oriën tatie op de mogelijke toepassingen van dergelijke apparatuur en de bijbehorende programmatuur. Speciale aandacht krijgen de pro gramma's die relevant zijn voor ruimtelijk onderzoek en ruimtelijke planning. Het zelf leren werken met de micro neemt een zeer be langrijke plaats in deze cursus in. Tevens wordt op 2 en 3 april 1987 te Veldhoven de cursus Relatie nota" gegeven onder leiding van ir. J. Boelen (Directie Beheer Landbouwgronden). Landbouw en milieu worden in de Relatienota samengebracht. De cursus geeft inzicht in de uitvoering van het Relatienotabeleid: procedures; beheersplan; aanwijzing en con crete begrenzing van gebieden; relatie met het streekplan. Aanmelding en informatie: Geoplan, Weteringschans 12, 1017 SG Amsterdam. Tel. 020 - 24 14 33 24 75 99. COLLOQUIUM DIGITALE BEELDEN IN FOTOGRAMMETRIE Onder de titel „Het gebruik van digitale beelden voor fotogramme- trische doeleinden" wordt op dinsdag 24 februari 1987 een collo quium gehouden op de Faculteit der Geodesie van de TU Delft, Thijsseweg 11, Delft. Op het programma staan een inleiding door prof. dr. ir. G. H. Ligte- rink, een voordracht getiteld „Van fotogrammetrie naar digimetrie" door ir. M. J. P. M. Lemmens, en de voordracht „Detectie van wegen uit een gedigitaliseerde kleurenluchtfoto" door F. R. M. Fennis. Het geheel wordt afgesloten met een discussie onder lei ding van prof. Ligterink. Belangstellenden zijn van harte welkom. Aanvang 14.30 uur. Verdere inlichtingen kunnen worden verkregen bij mevr. H. Ver west, tel. 015-78 50 94. VOUWBLAD INSPECTEURS RUIMTELIJKE ORDENING De inspecteurs ruimtelijke ordening vormen een schakel tussen het Rijk enerzijds en de provincies en gemeenten anderzijds. Deze „rijksheren" hebben verschillende taken en functies. Over de werk zaamheden van de inspecteurs ruimtelijke ordening, die door de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening enigszins zijn ver anderd, is een vouwblad verschenen. Dit vouwblad is gratis ver krijgbaar bij de afdeling beheer en distributie van de directie Voor lichting en Externe Betrekkingen van het Ministerie van VROM, postbus 20951, 2500 EZ 's-Gravenhage. Tel. 070 -26 42 01. Geachte redactie, Hoewel ik reeds geruime tijd geleden het geodetische werkgebied heb verlaten, ben ik nog steeds geabonneerd op NGT Geodesia. Kennelijk blijf je nieuwsgierig naar de ontwikkelingen op het terrein van je voormalige werkgebied. Bij het openslaan van het novembernummer 1986 word ik (blij) ver rast door het feit, dat er van de drie auteurs deze keer twee vrouwe lijk zijn. Het feit dat dit je verrast, is weliswaar begrijpelijk, maar blijft tekenend; kennelijk zijn we er maatschappelijk gezien in Nederland nog niet in geslaagd de beschikbare arbeidsplaatsen een beetje evenwichtig te verdelen over mannen en vrouwen. Waar schijnlijk zijn er ook binnen het geodetisch werkveld weinig vrou wen werkzaam op posten c.q. posities die het mogelijk maken naar de pen te grijpen. De vraag die bij jezelf opkomt is, of deze ver onderstelling correct is. Een kleine exercitie leert, dat in de afgelopen drie jaargangen één keer (mogelijk heb ik er één gemist) eerder een artikel van een vrou welijke hand is verschenen. Welnu, de huidige twee is een sterke vooruitgang. Niettemin is een resultaat van drie artikelen op ca. 120 slechts 2'/2%. Correspondeert deze score met het aantal vrouwe lijke medewerkers op daartoe relevante posities? Het zou aardig zijn dit eens in beeld te brengen. Wellicht kan een afstudeerder aan één der universiteiten of hogescholen aan „de positie van de vrouw in het geodetische werkveld" een scriptie wijden. Mogelijk kan de „afdeling Personeelszaken" van KADOR hieraan in één van de vol gende nummers van NGT Geodesia een artikel besteden. Goed zou ook zijn dat een leidinggevende eens blijk zou geven van zijn mana- gementopvatting ter zake. Wordt er wel een bewust beleid op dit punt gevoerd? Ik heb, gelet op de diverse personeelsadvertenties, sterk de indruk dat dit niet het geval is. Ik kan mij uiteraard ver gissen. De hiervoor bedoelde verrassing brengt mij tot een tweede alge meen vraagpunt. Is mijn indruk juist, dat NGT Geodesia veel aan dacht besteedt aan de techniek en weinig aan de daarmee samen hangende grootheden? Het maatschappelijk nut en betekenis van het geodetische werkgebied, het maatschappelijk belang en de der halve hieraan te besteden kosten, de (juridische) zekerheden in relatie tot de (economische) kosten, de organisatie van het produk- tieproces, enz. zijn toch even zovele interessante en van belang zijnde onderwerpen? Naar mijn mening blijven dit soort aspecten nogal onderbelicht. Wellicht is dit niet het gevolg van het redactie- beleid, maar een gevolg van het feit dat de meer algemene aspec ten van het produktieproces niet, of minder, de belangstelling van de geodetisch georiënteerde medemens hebben. Mogelijk is dit te algemeen gesteld en geldt dit laatste hoofdzakelijk voor het mana gement; zij immers bepalen in belangrijke mate het gezicht naar buiten. In de volkshuisvestingssector, waarin ik zelf nu werkzaam ben, is het normaal dat ca. 50% van de aandacht uitgaat naar de prijs/ kwaliteitsverhouding. Ik weet wel dat een steen meer of minder in een woning niet zo kritisch is als een paspunt meer of minder in een landmeetkundig project, maar neem nou de sector volksgezond heid, waarin „meer of minder" uiterst kritisch is. Ook in deze sector wordt veel aandacht besteed aan budgetteringssystemen, kosten- beheersingsmethodieken, organisatievraagstukken, enz. Dit soort kwesties vind je dan ook terug in de relevante vakliteratuur. Waar om komt dit niet, of in belangrijk mindere mate, voor in het geode tische werkgebied? Alleen al dit vraagpunt lijkt mij nader onderzoek waard; wellicht is er helemaal niets aan de hand en vergis ik mij ten gevolge van mijn selectieve waarnemingsvermogen. Welnu, tegen de achtergrond van het voorgaande zou ik lezers c.q. werkers in het geodetische vakgebied willen oproepen tot meer 58 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 18