publikaties
aandacht voor voornoemde aspecten. In dit kader verzoek ik u deze
brief op te nemen in één van de eerstkomende nummers van NGT
Geodesia. Wellicht kan er een interessante polemiek ontstaan.
Voor mij zou uw tijdschrift aan waarde winnen, indien dit zou ge
beuren, dan wel meer artikelen zou gaan omvatten met een breder
maatschappelijk perspectief.
drs. ing. B. de Graaf
Nawoord redactie
Wij sluiten ons graag aan bij de oproep van de heer De Graaf en
hopen met hem op een interessante polemiek.
Het zal hem bovendien deugd doen dat ons decembernummer de
vrouwelijke score" op 3'A heeft gebracht.
BASISIDENTIFICATIESYSTEMEN VOOR VASTGOED
INFORMATIE (RAVI-RAPPORT NO. 4)
Vorig jaar heeft de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie
(RAVI) aan de coördinerend bewindsman voor vastgoedinformatie,
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, een advies aangeboden waarin de wijze wordt aan
gegeven waarop:
de ontwikkeling van de bestaande en die van de nog verder uit
te bouwen basisidentificatiesystemen voor vastgoedinformatie
onderling op elkaar kunnen worden afgestemd;
de produkten, waaraan de gebruikers behoefte hebben kunnen
worden gerealiseerd en wat mogelijk als opbrengst per produkt
kan worden verwacht;
organisatorisch aan de informatievoorziening op het terrein van
basisidentificatiesystemen voor vastgoedinformatie vorm zou
moeten worden gegeven.
Dit advies, getiteld Basisidentificatiesystemen voor vastgoed
informatie", is verschenen als RAVI-rapport no. 4. Het advies is
een vervolg op het advies „Marktverkenning basisidentificatie
systemen voor vastgoedinformatie", dat is gepubliceerd als RAVI-
rapport no. 2 (zie NGT Geodesia 1986, p. 22).
In het rapport beveelt de Raad in concreto twee maatregelen aan:
enerzijds zou moeten worden gekomen tot een standaardisatie van
de gebruikte gegevens in de diverse gegevensverzamelingen;
anderzijds zou aan een centraal punt een taak moeten worden toe
gewezen om desgevraagd aan derden gegevensverzamelingen vol
gens het Uniforme basisidentificatiesysteem (UBIS)concept te
kunnen leveren. Deze leverantie van gegevens staat in principe
naast de verkoop van bestaande systemen en mogelijke uitbrei
dingen hiervan qua produkt en qua markt. De taak om de regels te
stellen voor standaardisatie en de taak om naar behoefte bestanden
volgens de UBIS-filosofie op te bouwen op een centraal punt, lig
gen bij de coördinerend bewindsman voor vastgoedinformatie en
het de bewindsman bij deze taak ondersteunend orgaan. Door deze
aanbeveling van de Raad is er een mogelijkheid gecreëerd om een
additioneel produkt te maken.
Om de aanbevelingen van de Raad uit te voeren, moeten de vol
gende stappen worden genomen:
a. Er moet nagegaan worden op welke wijze tot een standaardisa
tie qua definitie, formaat, actualiteit en betrouwbaarheid van de
gegevens in het UBIS kan worden gekomen. De Raad zal op dit
aspect in een vervolgadvies terugkomen.
Voor wat betreft de adresconventie dient afstemming plaats te
vinden met de advisering hierover door de Raad voor persoons
informatie. De door deze Raad te adviseren standaard voor het
adres zal naar alle waarschijnlijkheid worden gebruikt in de
geautomatiseerde Gemeentelijke Bevolkingsadministratie
(GBA).
b. Het centrale of coördinatiepunt kan gegevensverzamelingen
leveren opgebouwd volgens de UBIS-gedachte uit het Perceel-
Adres-Perceelscoördinatensysteem van het Kadaster, het Geo
grafisch basisregister, dat beheerd wordt door de PTT en het
VOR-locatienetwerk van de dienst Verkeersongevallenregistra
tie. De taak van dit centrale punt en de wijze, waarop dit cen
trale punt haar taak uitvoert (kostenverrekening enz.), moeten
nader worden omschreven. De Raad zal in een vervolgadvies
terugkomen op de taak van dit centrale punt.
Wat betreft de kosten, die het opvolgen van dit advies met zich
meebrengt, merkt de Raad het volgende op:
1. Het advies van de Raad leidt tot standaardisatie van formaat,
definitie, actualiteit en betrouwbaarheid van gegevens. De Raad
stelt voor om voorlopig alleen het adres te standaardiseren en
alleen, wanneer de behoefte zich daaraan manifesteert tot een
verdere standaardisatie van de overige gegevens over te gaan.
NGT GEODESIA 87
Deze standaardisatie zal eventueel meegenomen kunnen wor
den in bestaande ontwikkelingen. De Raad zal hier op korte ter
mijn op terug komen.
2. Het advies van de Raad leidt tot het toewijzen van een taak als
coördinatiepunt aan de instantie, die de coördinerend bewinds
man voor vastgoedinformatie bij de uitvoering van zijn coördine
rende taak ondersteunt. Om het advies uit te voeren, moet be
sloten worden of tot toewijzing van deze taak wordt besloten.
De kosten, die dit coördinatiepunt en de toeleveranciers van
gegevens maken om de gevraagde gegevensverzamelingen
conform het UBIS-concept te leveren, dienen in de prijs voor de
diensten te worden doorberekend.
Het advies van de Raad geeft een richting aan om tot grotere af
stemming van informatiesystemen te komen. Door het op elkaar
laten aansluiten van identificatiegegevens worden gegevensverza
melingen wederzijds ontsloten. De Raad heeft de Staatssecretaris
gevraagd in verband met de voortgang van zijn werk, aan te geven,
of de richting, waarin dit advies wijst, onderschreven wordt.
Wanneer hij de richting, waarin dit advies wijst, onderschrijft, kan
door de Raad overgegaan worden tot advisering over de wijze,
waarop de in het voorgaande aangegeven stappen a en b zouden
kunnen worden uitgevoerd.
PRODUKTEN-NASLAGWERK VOOR KARTOGRAFIE EN
REPROGRAFIE
De nieuwste editie van Van Beek-catalogus is zojuist verschenen en
heeft de omvang van een handboek (248 pagina's in kleur). Het
geeft een min of meer tijdloos produktenoverzicht op kartografisch
en reprografisch gebied en is ingedeeld in de volgende hoofdgroe
pen: tekenmaterialen, meubelen en automatisering, reprografie en
boeken.
De nieuwe catalogus kan schriftelijk worden besteld bij: Van Beek
Graphic Art Supplies BV, antwoordnummer 2121, 1160 VC Bad
hoevedorp.
CURSUSBOEK WAARNEMINGSREKENING
Waarnemingsrekening deel 1
Waarnemingsrekening deel 2
Waarnemingsrekening, uitwerking van de vragen en opgaven bij
deel I en deel 2
door ir. E. F. Meerdink, uitgegeven in NUMIJ's Studie- en Praktijk
reeks Vastgoed delen 4, 5 en 6, resp. 184, 196 en 118 pagina 's, ge
lijmd en geperforeerd.
ISBN 90-6110-0976, 90-6110-1018 en 90-6110-1026. Prijzen F25,00,
f 27,50 en f 50,00.
Door het beschikbaar komen van moderne programma's voor het
berekenen van meetkundige grondslagen, ook op betrekkelijk klei
ne en goedkope computers, worden meer en meer grondslagen
streng volgens de kleinste kwadraten theorie vereffend in plaats
van te worden berekend met min of meer handmatige benaderings
methoden. Het interpreteren van de grote verscheidenheid aan ge
tallen die deze programma's, zoals SCANII, produceren, is voor
velen een moeilijke zaak. Dit zal dan ook mede de oorzaak zijn van
een oplevende belangstelling voor de waarnemingsrekening, zoals
bijvoorbeeld blijkt uit de aantallen deelnemers aan de Post-acade-
mische Overzichtscursus Mathematische Geodesie die onlangs
werd verzorgd door de Faculteit der Geodesie van de TU Delft en
de cursus Waarnemingsrekening aan de HTS Utrecht.
De twee delen Waarnemingsrekening van ir. E. F. Meerdink vor
men het cursusmateriaal voor de laatstgenoemde cursus. De cur-
susstof is nu dus ook los verkrijgbaar, want „In principe moet men
zich ook door zelfstudie de stof eigen kunnen maken", zoals het
voorwoord zegt. Om dit mogelijk te maken, zijn tussen de theorie
veel vragen opgenomen. De uitwerking van de vragen en opgaven
vormt een afzonderlijk deel.
De schrijver is, na werkzaam te zijn geweest aan de TH Delft,
momenteel docent waarnemingsrekening aan de HTS Utrecht. Met
deze boekwerken over waarnemingsrekening heeft hij een populari
sering beoogd van de „Delftse School".
Voor iemand met een hogere technische opleiding moet de stof een
opfrissing van bestaande kennis zijn. Voor studenten Geodesie kan
het als inleiding en overzicht zijn nut bewijzen. Als voorkennis is
tenminste wiskunde op HAVO-niveau noodzakelijk en enige ele
mentaire kennis van de landmeetkunde. De afleidingen zijn zoveel
mogelijk meetkundig gehouden, dit in sterke tegenstelling tot de
recente Delftse publikaties die veel meer algebraïsch van opzet zijn.
Deze meetkundige benadering maakt, dat de afleidingen voor het
een- en tweedimensionale geval gegeven worden.
De basis voor het eerste deel is een dictaat voor de eerste klas van
de HTS. Later is dit dictaat bewerkt ten behoeve van een schrifte
lijke cursus, die echter niet als zodanig is uitgebracht.
59