GPS: techniek, apparatuur en toepassingsmethoden1) nederlands geodetisch tijdschrift door P. G. Sluiter, geodetisch en hydrografisch adviseur, tevens voorzitter van de Werk groep Ruimtegeodesie van de Rijkscommissie voor Geodesie. SUMMARY GPS; Technique, Equipment and Modes of Application Aspects of the use of GPS for geodetic purposes are described, with special emphasis on the importance of time measurement and clocks. The improvements obtained by using differential phase- instead of codemeasurements are highlighted. The terms Doppler aiding and codeless measurements are ex plained. One example of the results of both pseudo-ranging and phase measurements is shown. Toekomstverwachtingen In internationale kringen zijn de verwachtingen betref fende de toepassing van het Global Positioning System (GPS) in de landmeetkunde hoog gespannen. Ook in Nederland is dat het geval, hetgeen mag blijken uit de belangstelling voor deze studiedag. Hoewel het systeem zich nog in een experimentele fase bevindt, worden momenteel reeds nauwkeurigheden van 15 millimeter over een afstand van 15 kilometer gerapporteerd middels metingen die slechts 15 minuten duren. Over afstanden van meer dan 20 km gaan de refractieverschillen tussen de meetpunten een rol spelen. Voor zover deze door de ionosfeer worden veroorzaakt, kunnen zij grotendeels worden geëlimineerd door op twee frequenties te meten, maar dit vereist duurdere apparatuur. „Voor de zeker heid" wordt overigens meestal langer gemeten, namelijk ongeveer twee uur, maar voor veel toepassingen zullen ook nog aanzienlijk kortere waarnemingsperioden tot de mogelijkheden gaan behoren. Indien dan tevens de prijs van de instrumenten zal dalen, kan zelfs het gebruik voor detailmeting aantrekkelijk worden. Obstakels zoals gebouwen en bomen tussen de satellieten en het meetpunt zullen echter altijd een beperking blijven vormen. Voorts wordt onderzocht of GPS ook deels ter vervan ging van waterpassing kan worden gebruikt, voorname lijk waar het wijziging in de hoogte betreft, zoals bij bodemdaling. In dat geval behoeft de geoïdehoogte na melijk niet bekend te zijn. Het zal echter nog tot de negentiger jaren duren, voordat het systeem operationeel wordt, met name doordat het ongeluk met het ruimteveer Challenger in begin 1986 naar schatting twee jaar vertraging heeft veroorzaakt. In datzelfde jaar is ook het aantal beschikbare satellieten 1) Tekst van een lezing op de NGL studiedag ,,Satellietgeodesie en traagheidsnavigatie; landmeetkunde in de jaren '90", gehouden te Ede op 24 november 1986. 2) De nummers (11 t.m. [6] verwijzen naar „Literatuur" op p. 47 aan het eind van dit artikel. verminderd van zeven naar zes. Het is te hopen dat zich geen verdere mankementen zullen voordoen, zodat de proefmetingen kunnen doorgaan tot de operationele fase is bereikt. Situatie in Nederland Om ook in Nederland de nodige ervaring te kunnen op doen, heeft de Rijkscommissie voor Geodesie in decem ber 1986 twee GPS ontvangers aangeschaft. Deze zullen door landmeetkundige instanties worden gebruikt voor onderzoeksprojecten, waarvoor aanvragen kunnen wor den ingediend. Voorwaarde voor gebruik is, dat projec ten duidelijk gedefinieerd moeten zijn en de goedkeuring van de Rijkscommissie hebben verkregen. Meetprincipe In de afgelopen jaren is het GPS systeem reeds in vele publikaties beschreven [1], [2], [3] en [4]2In het kader van dit artikel worden daarom enige specifieke aspecten benadrukt. Afstandmeting In wezen is het plaatsbepalingsprincipe zeer eenvoudig. Door afstanden te meten naar drie in positie bekende satellieten kan de waarnemer zijn plaats in de ruimte be palen. Deze bevindt zich namelijk in het voetpunt van het viervlak, waarvan de drie andere hoekpunten door de satellieten worden gevormd (fig. 1). Zoals later wordt toegelicht, moet de waarnemer ook de tijd berekenen. Daardoor komt er naast de drie ruimtelijke coördinaten één onbekende bij, zodat nog naar een vierde satelliet moet worden gemeten. In de operationele fase zullen overal op aarde, gedurende 24 uur per dag, vier satellie ten met gunstige onderlinge geometrie binnen meetbe- reik zijn. De afstandmetingen worden verricht door de looptijd van door de satellieten uitgezonden pulsen te meten. Deze pulssignalen zijn voorzien van een boodschap, waaruit hun vertrektijd kan worden bepaald. Door aan de ontvangstzijde de aankomsttijd te meten, kan uit het verschil de looptijd worden bepaald. Na vermenigvuldi- 42 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 2