SV 2 SV 3 At-, -vAWAARNEMER Fig. 1. Afstandmeting naar drie satellieten bepaalt de plaatsomdat geldt: Ware afstand IsPseudo-afstand ID) - Klokfout (/It), is meting naar een vierde satelliet nodig. ging met de bekende voortplantingssnelheid resulteert dit in de afstand. Door een speciale pulscodering kunnen deze metingen zeer nauwkeurig geschieden. Synchronisatie Het zal duidelijk zijn, dat alle satellietklokken precies ge lijk moeten lopen, of dat hun relatieve fouten bekend moeten zijn. Het is de taak van het Master Control Cen tre in Colorado Springs (USA) om dit te bewerkstelligen. Dit is geen geringe eis, omdat een fout van tien nano seconden reeds een fout van drie meter in de afstand veroorzaakt. Toch wordt deze nauwkeurigheid nage noeg bereikt. Ook de klok van de gebruiker moet natuurlijk in dezelfde zgn. GPS tijd meten. Een fout hierin zal de aankomsttijd van alle signalen en daarmee de gemeten afstanden gelijkelijk beïnvloeden. Door nu naar vier in plaats van naar drie satellieten te meten, kan deze „optelconstan- te" worden berekend. Men zegt daarom, dat men niet ware afstanden maar „pseudo-afstanden" meet; dus vier afstanden, alle behept met dezelfde fout. Differentiële metingen Toch blijven er altijd fouten in de posities en in de klok ken van de satellieten aanwezig, en deze veroorzaken positiefouten van enkele meters. Dat is uiteraard te veel voor de meeste landmeetkundige toepassingen. Door dat op een zeker tijdstip deze fouten slechts één bepaal de waarde hebben, bestaat de mogelijkheid hun effect grotendeels te elimineren, door gelijktijdig vanaf twee of meer stations naar dezelfde satellieten te meten. Dit is het hoofdprincipe waarop de landmeetkundige toepas singen berusten. Men heeft dus altijd minstens twee instrumenten nodig en meet positieverschillen. Pulsvorm Zoals eerder vermeld, zijn de satellietsignalen op een speciale wijze gecodeerd, o.a. om de aankomsttijd nauwkeurig te kunnen meten. Het signaal bestaat dan ook niet uit één krachtige puls, maar uit een lange trein" van zwakke pulsjes, die met vrij willekeurige tussenpozen worden verzonden. Deze onderlinge tus senpozen vormen een voor iedere satelliet unieke code, genaamd de Pseudo Random Noise (PRN) code. De ontvanger kent deze code en is in staat een exacte replica te genereren. In het algemeen zal de lokaal opge wekte pulstrein niet synchroon lopen met de van de satelliet afkomende. Door de eerste te vertragen en de twee voortdurend te vergelijken, wordt synchronisatie bereikt via een proces van „kruiscorrelatie". Elektronisch resulteert dit proces in een puls (voltage piek) in de vorm van een driehoek. De basis hiervan is voor de C/A-code (Coarse Acquisition) twee micro seconden, ofwel 600 meter (fig. 2). Op deze wijze is het mogelijk de aankomsttijd op ongeveer één honderdste van de pulslengte te meten, tot op ca. 10 meter. Deze correlatie kan vrij snel worden bereikt, omdat de C/A- code zich iedere milliseconde herhaalt. Daardoor kan vrijwel continu worden gemeten, maar het moet wel binnen 300 km (1 msec.) bekend zijn hoever men van de satelliet is verwijderd. Dit is nooit een beperkende factor. Satelliet signaal Intern signaal Opgelijnd C/A-code Correlatie,, puls Fig. 2. De C/A-code wordt elke milliseconde herhaald. Eén schaal- deel is 1 microseconde. Kruiscorrelatie tussen ontvangen en interne code levert de aankomsttijd. 1 milliseconde Satelliet|„„HiB„ii, signaal Intern UULuJUU signaal linniiBniiiB 1111 i i il II Mm iBBLJLllu-JBL JUL imiiinn JBUuui 1111111111111111111 m111111111 li 111nim1111 0pgellind|„„||,B/l,| (P-code) Correlatie A puls Fig. 3. De P-code herhaalt zich elke weekéén schaaldeel is 100 nanoseconde. Correlatie wordt verkregen met behulp van de reeds bekende C/A-code synchronisatie. Naast de C/A-code kan hetzelfde proces ook met de eveneens uitgezonden P-code worden uitgevoerd, waar bij de eerder bereikte C/A-code synchronisatie het zoek proces versnelt. Doordat de schaalverdeling van de P- code tienmaal zo fijn is, wordt de correlatiepiek ook veel scherper en is de resolutie van de tijdmeting tienmaal groter, dat is ongeveer één meter (fig. 3). Bovendien wordt de P-code op twee frequenties uitgezonden, waardoor de invloed van refractie in de ionosfeer groten deels kan worden geëlimineerd. In de toekomst zal de P- code niet beschikbaar zijn voor de normale civiele ge bruiker, waardoor ook het toepassen van de ionosfe- rische correctie problematisch wordt. Tijd afstand Uit het voorgaande blijkt, dat (loop)tijdmetingen uiterst belangrijk zijn bij GPS plaatsbepaling. Dit valt ook af te leiden uit de officiële naam van het systeem, namelijk NA l/igation by Satellite Timing And /Tanging (NAV- STAR). In de geodesie zijn we uiteraard bekend met het gebruik van looptijdmetingen bij Distomat, Geodimeter, Mekometer, enz. Hoewel vrijwel iedereen vertrouwd is met het aanduiden van astronomische afstanden in lichtjaren, wordt deze vertrouwdheid minder als bijvoorbeeld wordt gesproken van de afstand naar de zon als acht (licht)minuten. Ook vindt men het al gauw vreemd als 1 voet van ongeveer NGT GEODESIA 87 43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 3