i/WVWWAAAa/VWT; DELFT- EENRUM-KOOTWIJK DELFT-EENRUM-LEEUWARDEN l2 QUADRILATERAAL l2 -4 1 fw r 4 v -=\: Fig. 8. Differentiële metingen van twee stations (I en 21 naar twee satellieten 13 en 4). men geeft. Een alternatief voor het elimineren van klok- fouten is ze te modelleren en de parameters als extra onbekenden op te lossen. Codeloze ontvangers In het algemeen moet de PRN-code van alle satellieten bekend zijn om waarnemingen te kunnen verrichten, maar er zijn ook instrumenten die fasemetingen kunnen doen zonder dit gegeven. Een voorbeeld hiervan is de Macrometer [5], die deze mogelijkheid ontleent aan het feit dat de modulatie van de code op de draaggolf ge schiedt door 180° fasewijzigingen. Immers, in plaats van de meer algemeen bekende amplitude en frequentie modulaties, gebruikt GPS fasemodulatie. Fig. 9 verdui delijkt dit. Doordat de modulatie van de C/A-code 90° in fase verschilt met die van de P-code, krijgt de draag golf de in de derde regel aangegeven vorm (als P- en C/A-code dezelfde signaalsterkte hebben). Door zo'n signaal te kwadrateren, worden alle fasesprongen van 180° verwijderd en blijft er een continue golf met de dubbele frequentie over. De formule: sin2 <p Vz (1 - cos 29?) sin2 (9?+ 180°) toont dit aan. Omdat ook posities van de satellieten via eenzelfde fasemodulatie worden uitgezonden, kunnen codeloze ontvangers deze gegevens niet ontvangen. Zij moeten die informatie dus uit andere bron verkrijgen. C/A-code Draaggolf modulatie Draaggolf AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAMAAAAAAAAA kwadraat Fig. 9. De code bestaat uit ,,0" en 1" en wordt door fasemodu latie op de draaggolf verzonden. Kwadratering verwijdert deze modulatie. Doppler aiding Sommige ontvangers maken in „real time" een combi natie van pseudo-afstandmeting en geïntegreerde fase metingen. Twee opeenvolgende C/A-code metingen, Di en D2, kunnen een vrij grote relatieve fout hebben, omdat de resolutie van de metingen tien meter is. Met behulp van fasewaarnemingen kan de afstandwijziging z)Di2 veel nauwkeuriger worden gemeten, namelijk tot op millimeters. Dan kan ook een betere schatting wor den verkregen voor D2, door D2 en D1 zl D12 te midde len, met andere woorden de fasemetingen „helpen" de codemetingen. Door dit over een langer tijdvak te doen, zal het resultaat binnen zekere grenzen steeds beter worden. Geodetische ontvangers Er zijn momenteel in Nederland twee typen geodetische ontvangers aanwezig; zij worden gebruikt voor experi mentele doeleinden. Het zijn de SERCEL TR5S van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat en sinds 456 km X Y Z VECTOR PPM La -0.78 -0.27 -0.09 0.83 1.0 L, -0.51 -0.22 -0.06 0.56 1.2 Li /La -0.10 1 O X». 1 O O ro 0.17 0.4 429 km -1.90 +0.11 0.02 1.98 4.6 Li -1.22 -0.06 -0.04 1.22 2.8 Li/La -0.03 CM T+ O 1 CM O O 1 0.12 0.3 461 km +1.21 -0.38 -0.11 1.27 2.8 Li +0.71 -0.27 -0.02 0.76 1.6 Li /Lj -0.06 -0.13 -0.10 0.17 0.4 Meter 10 5 0 -5 10 5 0 -5 -10 10 5 0 -5 -10 7A-= llill 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 ,11111 L— 1 1 1 1 1 1 1 1 l 1 1 1 1 1 1 l—till 1 1 1 1 1 1 1 1 1 i 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 >iiii >i>ii 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Vi 1 1 1 -loj. 1 1 1 1 1 I I I I I I I I I I «L1 1 J>° ■wi -w4 uren *-« t t 1 1 BREEDTE FOUT LENGTE FOUT Tabel 2. De sluitfouten in meters uit rondmeting in Fig. 10. De fouten in de absolute GPS positie Igeografische lengte en breedte zijn voor de vierhoek Delft-Kootwijk-Eenrum-Leeuwarden. vijf waarnemingsdagen elke zeven minuten weergegeven. Resultaten op de twee meetfrequenties (L1 Et L2) en met ionosferische correctie (L1/L2I. 46 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 6