gereed in uitvoering in voorbereiding, in uitvoering voor 199 in uitvoering 1992-2005 OVERIJSSEL VERVAARDIGINGSSCHEMA G.B.K.N. - De PKC streeft ernaar op deze wijze de totale provincie in de periode 2000 - 2005 te hebben bedekt. Dit vraagt een totale investering van ongeveer 40 miljoen gulden, wat neerkomt op 2 a 2,5 miljoen gulden per jaar. Wat betreft bijhouding van de in de afgebeelde topogra fie optredende mutaties wordt onderscheid gemaakt tus sen hoogfrequent en laagfrequent bij te houden muta ties. Wanneer het gaat om bijvoorbeeld uitbreidings plannen en wegreconstructies, wordt bijhouding binnen één jaar nagestreefd. Voor overige mutaties geldt een termijn van vijf jaar. De hiervoor noodzakelijke investe ringen zijn nog moeilijk te becijferen. De PKC hanteert voorlopig als streefmaximum een jaarlijkse investering van 5% van de vervaardigingskosten van het minimum produkt GBKN. 3.2. Minimum produkt GBKN Het minimum produkt speelt, wat de PKC betreft, een hoofdrol bij de verdere totstandkoming van de GBKN in Overijssel. Zoals aan de overzichtskaart is te zien, ligt het accent van dit type GBKN vooral op het oosten van de provincie. Bij de ontwikkeling van de ideeën in PKC-verband rond om het minimum produkt GBKN bleek namelijk al snel, dat daar op korte termijn kon worden gestart. In een vrij omvangrijk gebied was de behoefte duidelijk aanwezig. Die behoefte bestond vooral bij de nutsbedrijven: de NV Electriciteits Maatschappij IJsselcentrale (IJsselmij), de Centraal Overijsselse Nutsbedrijven NV (Cogas), de Waterleiding Maatschappij Overijssel NV en de PTT, als ook bij het Kadaster. Dit heeft ertoe geleid, dat door deze vijf participanten de intentie is uitgesproken om het minimum produkt GBKN te maken en bij te houden voor het gezamenlijke verzorgingsgebied van deze nutsbedrij ven. Dit gebied, aangeduid als „Oost-Overijssel", is bij na 90 000 ha groot en wordt in deelprojecten uitgevoerd. Per deelproject zijn er dus vijf vaste participanten, terwijl daarnaast ook de betreffende gemeenten en water schappen kunnen deelnemen. Het begrip minimum produkt GBKN staat voor de kaar ten, zoals die voor Oost-Overijssel worden gemaakt en waarvan de kenmerken in hoofdstuk 3.1 zijn weerge geven. Het begrip minimum produkt GBKN staat daar naast ook voor een samenwerkingsvorm, een gezamen lijke aanpak van vervaardiging en bijhouding. Het pro dukt zelf alsook de aanpak worden thans in Oost- Overijssel gerealiseerd, maar staan in de visie van de Provinciale Kaarteringscommissie ook model voor de rest van de provincie. Voor die samenwerkingsvorm is een aantal zaken kenmerkend. De meest belangrijke zijn: - Kostenverdeling. Uitgaande van de vier nutsbedrijven en het Kadaster als vaste participanten betaalt het Kadaster 50% en de andere vier elk 12,5%. Indien in een project meer deelnemers zijn, bijvoorbeeld een gemeente of waterschap, dan profiteert een ieder van de vaste deelnemers daarvan. - Gelijkwaardigheid, als uitgangspunt bij besluitvor ming. De deelnemers beslissen samen, op basis van consensus, over zaken als begroting en planning van de werkzaamheden. Ook kostenbewaking is een ge zamenlijke aangelegenheid. - Verantwoordelijkheid. Het Kadaster wordt belast met de leiding van de projecten en is verantwoordelijk voor de kwaliteit. Van belang zijn natuurlijk ook de kosten van het mini mum produkt GBKN, zoals dat nu in Oost-Overijssel tot stand komt. Van die kosten kan een globale indicatie worden gegeven. De werkelijke kosten zijn sterk afhan kelijk van het gebied. Per hectare bedragen de vervaardi gingskosten voor landelijk gebied ongeveer f 60, voor NGT GEODESIA 87 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 9