h, u, J<3) Vé (k, 2 k; AX M Acp AY N cos tp AA e" behulp van de methode Runge-Kutta. Deze is als volgt gedefinieerd: h stapgrootte U; numerieke oplossing integraal t; (t0 n-h) onafhankelijke variabele h f (tj( Uj) h f (tj 1/2 h, u; 1/2 k,) h f (t; V2 h, U| V2 j<2> h - f (t: *1 JS2 kj Ui i Mi J<2 2 k3 J<4> Dit is de Simpson benadering van de integraal ;x t, h f(x) dx. x tj Bij voldoend kleine stapgrootte levert sommatie over de index ,,i" de numerieke benadering. Het programma berekent de integraal met een maximum stapgrootte van 50 km. De stapgrootte wordt daarna ge halveerd, totdat twee opvolgende iteratieslagen minder dan een zeker criterium t (bijvoorbeeld 0,01 mm) af wijken. Indien dit na negen iteraties nog niet is bereikt, wordt het programma afgebroken. Uit het verschil tussen de bekende en de nu berekende coördinaten van het eindpunt wordt een toeslag op het benaderde azimut bepaald, waarna Runge-Kutta op nieuw wordt toegepast, totdat het verschil van de coör dinaten aan het precisiecriterium voldoet; ook dit vindt maximaal negenmaal plaats. Correctievergelijkingen ellipsoïdische waarnemingen Reeds in de dertiger jaren zijn de correctievergelijkingen voor het tweede standaardvraagstuk afgeleid [Ölander, 1935], waarbij als waarnemingsgrootheden richtingen in boogseconden en logaritmen van afstanden in meters worden gebruikt. Wanneer nu voor de coördinaatonbe kenden de grootheden AX en AY worden gekozen, die gedefinieerd zijn als (M en N zijn de 1e en 2e hoofd kromtestraal van de ellipsoïde): Q" vindt men de volgende (gelineariseerde) correctieverge lijkingen, met Op en AP als respectievelijk de oriënte- rings- en schaalonbekende voor punt P: Rich tings me ting: d rpo j sin APQ AXp cos ApQ AYp -l- sin AqP AXq SpQ l cos Aqp AYq - 1-AOp Afstandmeting: d In SPq I cos ApQ AXP sin APq AYp cos AqP AXq SpQ l 1 sin Aqp AYq1 Aln Ap De correctievergelijking voor geodetische azimuts is ge lijk aan die voor richtingsmeting, alleen dient aan de gemeten astronomische azimuts nog de zgn. Laplace- correctie te worden aangebracht. Men ziet hier onmiddelijk de gelijkenis tussen de formu les voor richtingsmeting en afstandmeting, die ook be kend is uit prof. Baarda's complexe getallentheorie voor het platte vlak. Afsluiting Doordat de invoermodule van ASTRID zelf het aantal waarnemingen en onbekenden telt, is weinig sturingsin- voer nodig en is ASTRID derhalve redelijk gebruikers vriendelijk. Tabel 1 geeft een overzicht van de ellipsoïden die momenteel binnen ASTRID als rekenmodel kunnen wor den gekozen. Ten aanzien van de coëfficiënten van de correctievergelijkingen dient nog wel te worden opge merkt, dat deze uiteraard door linearisering tot stand zijn gekomen en dat het aanbeveling verdient bij een gemid delde zijdelengte van boven de 50 km het tweede orde effect niet te verwaarlozen. In de volgende release van ASTRID zal dit tweede orde effect dan ook worden aan gebracht, alhoewel dit voor de Nederlandse situatie niet van belang is. Dit mag ook blijken uit een vergelijking met het volledig onafhankelijk ontwikkelde programma van het Deut- sches Geodatisches Forschungs Institut (DGFI) te Mün- chen [Ehrnsperger, 1982], waarbij bleek dat de vereffen de coördinaten voor het primaire net van Nederland, zo als berekend door beide programma's, maximaal 0,4 mm afwijken. Deze afwijking is het gevolg van bovenge noemd tweede orde effect en het feit dat DGFI voor het tweede hoofdvraagstuk niet numeriek integreert, maar benaderde gesloten formules gebruikt. NR NAAM HALVE LANGE AS AFPLATTING 1 AIRY 6377563.396 299.3249646 2 AUSTRALIAN NATIONAL 6378160.0 298.25 3 BESSEL 6377397.155 299.1528128 4 CLARKE 1858 6378293.645 294.26 5 CLARKE 1866 6378206.4 294.9786982 6 CLARKE 1880 6378249.145 293.465 7 DANISH 6377104.43 300.0 8 EVEREST 6377276.345 300.8017 9 FISCHER 1960 (MERCURY) 6378166.0 298.3 10 FISCHER 1960 (SOUTH ASIA) 6378155.0 298.3 11 FISCHER 1968 6378150.0 298.3 12 HELMERT 6378200.0 298.3 13 HOUGH 6378270.0 297.0 14 INTERNATIONAL (HAYFORD) 6378388.0 297.0 15 NWL-9D 6378145.0 298.25 16 SOUTH AMERICAN 1969 6378160.0 298.25 17 STRUVE 6378298.3 292.73 18 WGS-66 6378145.0 298.25 19 WGS-72 6378135.0 298.26 20 GRS-80 6378137.0 298.257222 21 WGS-84 6378137.0 298.2572236 Tabel 1. Binnen ASTRID te gebruiken ellipsoïden. Zoals in de inleiding gesteld, kent ASTRID naast boven staande „vrije" netvereffening ook de mogelijkheid een buffermatrix te produceren; dit kan geschieden door het opgeven van een aantal onbekenden die in de buffer- 140 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 12