Over het aansluiten van puntenvelden: Algemene inleiding H m I GVHt I door dr. ir. P. J. G. Teunissen, wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan de Neder landse organisatie voor zuiver wetenschappelijk onderzoek (ZWO) en momenteel als gastonderzoeker werkzaam bij de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft, ir. M. A. Salzmann, wetenschappelijk assistent bij de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft, en ir. H. M. de Heus, universitair hoofddocent aan de Faculteit der Geodesie van de Tech nische Universiteit Delft. SUMMARY On the connection of pointfields In a series of four articles the authors discuss the general problem of connecting geodetic pointfields. The articles give an overview of the necessary statistical theory, treat the connection adjustment and corresponding quality description and present some worked out practical examples. The first article, titled ,,The rankdeficient linear second standard problem" discusses the consequences of a rankdeficiency in the design matrix. The relation with the theory of S-transformations and with the adjustment of free networks is shown. In the second article a general method is given for connecting pointfields. In particular, attention is given to rankdeficiencies in the coordinate covariance matrices. The third article discusses the precision and reliability description of the pointfield connection. Finally the fourth article presents some worked out practical examples. Most of the solutions are given in analytical form. Onder de titel „Over het aansluiten van puntenvelden" zal door de schrijvers in een viertal afleveringen worden ingegaan op het algemene vraagstuk van de aansluiting van puntenvelden. De artikelen geven een overzicht van de benodigde statistische theorie, behandelen de aan sluitingsvereffening en bijbehorende kwaliteitsbeschrij ving, en geven enkele uitgewerkte praktische voorbeel den. Velen zullen het begrip „aansluiting" in eerste instantie wellicht associëren met de zgn. „tweede fase", het aan sluiten van een vrij (kring)net aan gegeven RD-coördina- ten. Hier wordt onder de gemeenschappelijke noemer „aansluiting van puntenvelden" evenwel een breed scala van actuele landmeetkundige problemen gerang schikt, zoals: Inpassing van nieuwe metingen in bestaande punten velden. Aansluiting van een vrij fotogrammetrisch blok op terrestrische paspunten. Het combineren van GPS met bestaande puntenvel den en traditionele plaatsbepalingsmethoden. De conversie van bestaand kaartmateriaal naar een digitaal bestand. Het combineren (integreren) en bijhouden van digi tale bestanden. Het kalibreren van digitizers en meetcamera's. Deformatiemetingen. Alhoewel deze problemen op het eerste gezicht soms zeer uiteenlopend zijn, is het gemeenschappelijke in al deze problemen echter toch steeds, dat twee (of meer) I parameters l I additionele l l parameters I sets van coördinaten van puntenvelden onderling via de gemeenschappelijke punten worden aangesloten. Voor de gelineariseerde functionele relaties van het aanslui tingsmodel geldt, daar iedere coördinaatbeschrijving van de gekozen coördinaatdefinitie afhangt, dat de coör- dinaatverschillen van de gemeenschappelijke punten op een gelineariseerde gelijkvormigheidstransformatie (GVHt) en eventuele additionele vervorming na, gelijk aan nul zijn. In symbolische notatie luidt het algemene aansluitingsmodel: coördinaatverschillen 0 f In de laatste term kan bijvoorbeeld een affiene vervor ming van gedigitaliseerd kaartmateriaal of een in de foto- grammetrie voorkomende model- of filmvervorming worden verdisconteerd. De aansluitingsvereffening kan nu in principe worden uitgevoerd door het, voor het tweede standaardvraagstuk geldende, kleinste kwadra ten algoritme op het bovenstaande aansluitingsmodel toe te passen. Een voorwaarde voor het succesvol kunnen toepassen van dit kleinste kwadraten algoritme is echter, dat de covariantiematrices regulier en dus inverteerbaar zijn. Dit nu is veelal niet het geval bij het met behulp van coördinaten aansluiten van puntenvel den. De covariantiematrices van geschrankte coördina ten zijn immers singulier en dus niet inverteerbaar. In de Nederlandse praktijk zijn twee oplossingsmethoden gangbaar om het bovengenoemde singulariteitspro- bleem te vermijden, dan wel te omzeilen: NGT GEODESIA 87 181

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 13