Over het aansluiten van puntenvelden (1): Het rangdefecte lineaire tweede standaardvraagstuk (1) Via S-transformatie Naar analogie van de huidige aansluitingsprocedure bij netwerken (zoals bijvoorbeeld geïmplementeerd in de vereffeningsprogrammatuur SCAN-2) wordt met behulp van een van tevoren uit te voeren S-transformatie voor gezorgd, dat beide puntenvelden in een zelfde schran- kingsstelsel zijn gedefinieerd. Het schrankingsstelsel wordt dus in het veld van de aansluitpunten gelegd, waarbij twee van de aansluitpunten de schrankingsbasis vormen. De covariantiematrix van de coördinaten van de overige aansluitpunten is dan regulier en inverteerbaar. Voor deze aansluitpunten vereenvoudigt het algemene aansluitingsmodel zich dan tot: coördinaatverschillen 0 De eerder genoemde additionele parameters komen niet voor in het model, maar worden via speciale alternatieve hypothesen op hun significantie getoetst. Deze methode kan voor de kringnettenaansluiting als „standaardmethode" worden aangemerkt. De methode is zeer doorzichtig vanwege de eenvoud van het mathe matische model en ook omdat het de problematiek van de coördinaatdefinitie welke de singulariteit in de co- variantiematrices veroorzaakt van de feitelijke aanslui tingsberekeningen afsplitst. De methode kent echter ook een aantal praktische nadelen: veelal is vooraf een GVH-transformatie of S-transfor matie van de coördinaten en hun covariantiematrices nodig; de covariantiematrices zijn altijd in een schrankings stelsel gedefinieerd. Hierdoor wordt bijvoorbeeld een eenvoudige diagonaalmatrix voor de ongeschrankte covariantiematrix van de coördinaten (denk hierbij bijvoorbeeld aan gedigitaliseerde coördinaten) na schranking een volle matrix; de oplossing van de aansluitingsvereffening wordt al tijd verkregen in het vooraf gedefinieerde lokale schrankingsstelsel, zodat vaak na aansluiting nog een na-transformatie van alle berekende coördinaten en hun covariantiematrices nodig is. (2) Via aanname reguliere covariantiematrix De tweede oplossingsmethode maakt gebruik van het al gemene aansluitingsmodel, maar gaat ervan uit dat de covariantiematrices van de coördinaten regulier zijn. Zo wordt bijvoorbeeld in het blokvereffeningsprogramma FOTEF aangenomen, dat alle covariantiematrices van de coördinaten regulier zijn (in casu diagonaalmatrices). Een dergelijke aanname is te verdedigen voor fotogram- metrische model- of fotocoördinaten en gedigitaliseerde coördinaten, maar is echter niet algemeen geldig. Bovendien levert een dergelijke aansluitingsmethode „absolute" coördinaten, waardoor precisie en betrouw baarheid niet zonder meer interpreteerbaar zijn; in feite is er nog een transformatie of reductie nodig om de in vloed van de (niet-operationele) coördinaatdefinitie op de precisie- en betrouwbaarheidsresultaten te elimi neren. Om de bezwaren tegen beide methoden te ondervan gen, is een algemene oplossingsmethode van het aan sluitingsmodel gewenst, waarbij singulariteiten worden geaccepteerd en adequaat verwerkt. Gezien de formule ring van het aansluitingsmodel ligt een oplossing via het tweede standaardvraagstuk voor de hand. De oplossing via het eerste standaardvraagstuk zou overigens (via de eliminatie van de onbekenden om tot voorwaardeverge- lijkingen te komen) uitmonden in de onder 1. genoemde methode. In het voorliggende eerste artikel van de reeks, getiteld „Het rangdefecte lineaire tweede standaardvraagstuk", worden de consequenties van een rangdefecte design- matrix besproken. Daarbij zal de relatie worden gelegd met de vereffening van een zgn. vrij netwerk en de theo rie van de S-transformatie. In het tweede artikel wordt een algemene methode voor de aansluiting van puntenvelden gegeven. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht geschonken aan de behande ling van eventuele singulariteiten in de covariantiematri ces van de coördinaten. De oplossingsmethoden 1en 2. worden als bijzondere gevallen afgeleid. Het derde artikel zal gaan over de precisie- en betrouw baarheidsbeschrijving van de aansluitingsvereffening. In het vierde en laatste artikel zullen voor de verschillen de toepassingen praktische voorbeelden worden uitge werkt, waarbij (met enige vereenvoudigingen in het kansmodel) veelal analytische oplossingen kunnen wor den gegeven. door dr. ir. P. J. G. Teunissen, ir. M. A. Salzmann en ir. H. M. de Heus, Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft. SUMMARY The rankdeficient linear second Standard problem In this article the consequences of a rankdeficiency in the designmatrix of a linear second standard problem are discussed. The solution space of the linear least-squares estimators of the rankdeficient linear model is characterized through the use of weighted minimum constraints. It is shown that in case of infinitely weighted minimum constraints the linear least-squares estimators become minimum variance linear unbiased estimators of the S-transformed unknown parameters. Also the relation with free net work adjustments is shown. No explicit use is made of the theory of generalized inverses. 1. Inleiding In de geodesie wordt het (lineaire) tweede standaard vraagstuk o.a. gebruikt bij het vereffenen van netwerken en het aansluiten van puntenvelden. Bij de zgn. vrije net werken kunnen uit het waarnemingsmateriaal de (hori zontale/verticale) positie, oriëntatie en schaal van het netwerk niet worden bepaald. In zo'n geval is de design matrix van het lineaire tweede standaardvraagstuk rang- 182 NGT GEODESIA 87

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 14