(A^Qy1 AfVQyV defect. Er is dan extra informatie nodig (bijvoorbeeld in de vorm van condities tussen de onbekenden) om dit rangdefect op te heffen. Bij de vereffening van vrije netwerken is het gebruikelijk vooraf een S-stelsel te definiëren (bijvoorbeeld door het kiezen van twee basispunten in een triangulatienetwerk) en daarmee het rangdefect te elimineren. In dit artikel zal de algemenere benadering van een rang defect lineair model met (gewogen) minimum condities worden gevolgd. Uitgaande van het kleinste kwadraten criterium zullen de eigenschappen van de schatters in zowel het rangdefecte als niet-rangdefecte geval worden afgeleid. Het verband tussen de theorie van de S-trans- formaties en het door ons behandelde lineaire model met (gewogen) minimum condities zal worden afgeleid. Het voordeel van de in dit artikel gevolgde meer algemene benadering is, dat we in de vervolgartikelen over de aan sluiting van puntenvelden tot flexibeler oplossingsme thoden kunnen komen. 2. Notatie en enkele begrippen In het kort wordt een overzicht gegeven van de in de tekst gebruikte begrippen en zal de gekozen notatie worden toegelicht. Voor meer details wordt verwezen naar de appendix in [1]*) of naar het lineaire algebraboek [2], Matrices worden met hoofdletters, vectoren met klei ne letters geschreven. A* is de getransponeerde van matrix A. Een mxn matrix heeft m rijen en n kolommen. IRm staat voor de m-dimensionale Euclidische vec torruimte. De rang rA van een matrix A is per definitie gelijk aan het aantal lineair onafhankelijke kolommen van A. Een basismatrix is een matrix waarvan de kolommen lineair onafhankelijk zijn. De lineaire ruimte opgespannen door de kolommen van een mxn matrix A noteren we als R(A). In for mulevorm: R(A) {y e IRm I y Ax, x e IRn Deze ruimte wordt de kolomruimte of rangespace van A genoemd. Een matrix B heet een basismatrix van een lineaire ruimte U, indien B een basismatrix is en R(B) U. Een basismatrix waarvan de kolommen loodrecht staan op de kolommen van een basismatrix B, note ren we als B1. Dus Bi*B 0. Als B een pxq basismatrix is, dan is B1 een px (q - p) basismatrix. Dus matrix (B B1) is vierkant en regu lier (van volle rang). We reserveren de hoofdletter V voor een basismatrix van R(A*). Dus R(V) R(A*). De vectoren x welke loodrecht staan op de kolom vectoren van de nxm matrix A* (dus x*A* 0 of Ax 0) spannen een lineaire ruimte op, welke de nul ruimte van A wordt genoemd. Deze ruimte noteren we als NA)In formulevorm: N(A) {x e |Rn I Ax 0 Volgens afspraak noteren we een basismatrix van N(A) als VA Dus is R(V-i) N(A), R(V) R(A*) en V-L*V 0. Notatie: A per definitie, V voor alle; einde bewijs. De nummers [1] t.m. [6] verwijzen naar „Literatuur" op p. 188 aan het eind van dit artikel. NGT GEODESIA 87 3. Lineaire Kleinste Kwadraten (LKK) schatter Beschouw het lineaire tweede standaardvraagstuk (1) E (y) A x Qv mxl mxn nxl mxm waarbij E de verwachtingsoperator y de stochastische m-vector van waarnemings grootheden A de mxn designmatrix met m>n x de n-vector van onbekende parameters Qy de mxm positief definiete covariantiematrix van y Definieer nu de functie F(x) als: (2) F(x) a (y-Ax)*Qy1(y-Ax) Dus F(x) is de gewogen som van de kwadraten van de residuen. Dan is per definitie iedere x welke voldoet aan (3) FxF(X) V x e |Rn ofwel F(x) is minimaal, een LKK-schatter van x. STELLING I (4) F(x) F{*) Bewijs: V x IRn A*Q"1AX A*Q V y y Een Taylorontwikkeling van F(x) ten opzichte van x0 geeft: (5) F(x) F(Xq) 3/(xn)ax JAx 3yïF(xn)Ax, waarbij a) Ax x - Xg (6) b) 3xF(x0) 2(y-Ax0)*Q"'A O 4f(x0) za'q^a Daar de matrix dJxF(x0) positief (semi-)definiet is, zie (6.c), geldt: (7) Ax*3xxF(x0)Ax >0, V x IRn Met (5) geeft dit: (8) F(x) F(x0) 3xF(x0)Ax, V x IRn. (-*1 Gegeven is dat F(x) Fix), V x6 IR". Met (8) betekent dit dat (9) axF(x)(x - x) 0, v x e lRn moet gelden. Dit betekent weer dat d„F(x) =0. Met (6.b) volgt dan dat (10) A*Q~1Ax A*Q-V (•«-) Gegeven is dat A'Q^'Ax A*Qy~' y. Met (6.b) volgt dan dat d„F(x) 0 en met (8) toont dit dat dl) F(x) F(A), V I E IRn Stelling I leert ons dat, indien we een LKK-schatter x van x willen berekenen, we het lineaire stelsel normaalverge lijkingen (12) .1 -1 A QyAA* A Qy y moeten oplossen. We kunnen twee gevallen onderschei den: a. De rang rA van matrix A is gelijk aan n: rA n In dit geval levert het oplossen van (12) geen problemen op. Immers als A volle rang heeft, dan heeft ook de nor- maalmatrix A*Qy 1A volle rang en is deze matrix inver- teerbaar. Met andere woorden, als A volle rang heeft, dan wordt de unieke LKK-schatter x van x gegeven door (13) b. De rang rA van matrix A is kleiner dan n: rA n Nu is niet direct duidelijk hoe we (12) kunnen oplossen. 183

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1987 | | pagina 15