de Senaat werd aangenomen, konden de belangheb
benden in de ruilverkaveling ook de toedeling van de
nieuwe kavels betwisten bij de vrederechter, doch enkel
ingeval van onwettelijkheid of klaarblijkelijke onrecht
vaardigheid.
Daar de wet van 22 juli 1970 uitdrukkelijk voorziet dat de
herverkaveling zelf in rechte niet meer kan worden be
twist, maar alleen de vergoedingen, is de Raad van State
thans a fortiori onbevoegd om de vernietiging van de
herverkaveling uit te spreken. Een benadeling in de toe
deling van de nieuwe kavels wordt dus opgelost door de
vergoedingen die in artikel 43 1, lid 1, van de wet zijn
bepaald.
De wetgever van 1970 heeft dus aan deze geschillen een
louter burgerrechterlijk karakter gegeven en overeen
komstig artikel 92 van de Grondwet behoren de geschil
len over burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegd
heid van de rechtbanken.
Wel te verstaan heeft de Raad van State wel de be
voegdheid om uitspraak te doen over de beroepen tot
nietigverklaring ingesteld tegen de akten en reglementen
van een ruilverkavelingscomité. Doch de Raad van
State, evenmin als de vrederechter, is niet bevoegd ken
nis te nemen van verzoeken strekkende tot nietigverkla
ring of tot herziening van de toedeling van nieuwe kavels
in het kader van de ruilverkaveling van landeigendom
men [13]. De vrederechter van Herentals verklaarde zich
ook onbevoegd om de ruilverkaveling nietig te verklaren
[14].
Bij de wet voorziene vergoedingen
Opleg
Iedere eigenaar en vruchtgebruiker, aan wie gronden
werden toebedeeld waarvan de globale waarde hoger is
dan die van zijn verbeterde inbreng, is aan het ruilverka
velingscomité een opleg verschuldigd. Omgekeerd dient
het comité een opleg te betalen aan iedere eigenaar en
vruchtgebruiker aan wie gronden werden toebedeeld,
waarvan de globale waarde lager is dan die van zijn ver
beterde inbreng. Die opleg mag voor geen enkele eige
naar of vruchtgebruiker vijf procent van de waarde in
kavels, die hen had moeten worden toebedeeld, over
schrijden, behoudens schriftelijke instemming van deze
laatsten.
Het uitkeren van een opleg is alleen mogelijk voor eige
naars en vruchtgebruikers, al dan niet gebruiker. Het ge
heel van de actieve opleggen dient in principe steeds in
evenwicht te zijn met het geheel van de passieve opleg
gen, vermits de hogere waarden die zijn toegewezen,
noodzakelijkerwijze worden gecompenseerd door de
lagere waarden die zijn toegewezen.
De opleg is een toegift of een ristorno in geld. Ingeval
van opleg is het dus onontbeerlijk de cultuur- of bedrijfs-
waarde, tot aan deze fase van de procedure uitgedrukt
in punten, in geld om te zetten op het ogenblik van de
opstelling van de stukken bepaald bij artikel 34 van de
wet (herverkaveling).
In de praktijk richt men zich op de gemiddelde verkoop
waarde die algemeen gangbaar is in het herverkaveld ge
bied. Op het ogenblik van de classificatie worden alle in
de ruilverkaveling opgenomen gronden in verschillende
zones ingedeeld; aan die zones wordt een waarde toege
kend in functie van die welke wordt toegewezen aan de
gronden van eerste categorie. Zo zal voor een grond van
eerste klasse die gelijk staat aan 1 000 punten bij een ge-
NGT GEODESIA 87
middelde verkoopwaarde van 400 000 F per ha, de waar
de van één punt overeenstemmen met 400 F.
Gebruiksverlies
De vergoeding wegens gebruiksverlies is verschuldigd
wanneer de globale waarde van de aan een gebruiker
toebedeelde kavels naar verhouding tenminste twee pro
cent kleiner is dan de globale waarde van zijn verbeterde
inbreng.
Het principe is eenvoudig: het gaat erom de gebruiker te
vergoeden voor het verlies dat hij lijdt uit hoofde van
winstderving, door het feit dat zijn nieuwe kavels een
globale waarde hebben die lager ligt dan die van zijn
inbreng.
De berekening van dit gebruiksverlies is evenwel inge
wikkelder. Theoretisch zou immers rekening dienen te
worden gehouden met tal van elementen, zoals de verlo
ren oppervlakte, de cultuur- en bedrijfswaarde van de
verloren gegane gronden, de duur van de lopende pacht,
eventueel de leeftijd van de gebruiker indien deze laatste
op gevorderde leeftijd is en geen kinderen of erfgena
men heeft, enz. Praktisch gebeurt de berekening van het
gebruiksverlies op basis van het netto-inkomen van de
gronden, zoals het is vastgesteld inzake de inkomsten
belastingen, waarbij rekening wordt gehouden met
name met voornoemde correctieven, die algemeen aan
vaard zijn bij verbreking van pacht. Gewoonlijk wordt dit
verlies berekend op basis van drie jaar exploitatie.
In concreto uitgedrukt betekent dit systeem derhalve dat de
mindere ontvangst in oppervlakte wordt opgevangen door en
gecompenseerd met de grotere kwaliteit van de toebedeelde
gronden ten overstaan van de ingebrachte gronden met grotere
produktiviteit voor gevolg, en zal er enkel aanleiding zijn tot een
vergoeding voor gebruiksverlies indien het globale puntencijfer
van de toebedeling lager ligt dan het globale puntencijfer van de
inbreng, waarbij dan bovendien nog rekening moet gehouden
worden met de door artikel 29 vooropgestelde 2%. Bovendien
moet in dit geval de berekening van de vergoeding voor ge
bruiksverlies gebeuren met inachtneming van en overeenkomstig
de wettelijke bepalingen",
aldus de rechtspraak 115]. In enkele gevallen heeft de
rechtspraak evenwel het begrip gebruiksverlies ver
ruimd.
.Overwegende dat hieraan dient toegevoegd dat de restric
tieve interpretatie door verweerster gegeven aan het tweede lid
van artikel 29 der wet van 22 juli 1970 volgens dewelke geen ver
goeding voor gebruiksverlies kan worden toegekend anders dan
voor een onderbedeling in cultuur en bedrijfswaarden voor ge
volg zou hebben dat de ergste gevallen van gebruiksverlies niet
in aanmerking zouden komen voor de toekenning van enige ver
goeding (men denke maar bv. aan het geval van de gebruiker van
een hoeve die de hoevegebouwen van zijn vroegere kavel geheel
of gedeeltelijk zou moeten verlaten en die in zijn nieuwe kavel
geen gebouwen zou krijgen);
.Overwegende dat het tweede lid van artikel 29 der wet van
22 juli 1970 niet uit zijn verband mag worden gerukt noch met het
eerste lid van hetzelfde artikel, noch met het recht om de vergoe
dingen te betwisten zoals geregeld door artikel 43 en 23 van de
zelfde wet en het Ons derhalve voorkomt dat een vergoeding
voor gebruiksverlies altijd moet worden toegekend ingeval van
onderbedeling in cultuur- en bedrijfswaarde van ten minste 2%
zoals nader bepaald in de wet, maar dat ook andere gevallen van
gebruiksverlies die niets te maken hebben met de cultuur- en
bedrijfswaarde volgens classificatie in waardezones van de gron
den niet voor vergoeding uitgesloten zijn;
.Overwegende dat eiseres voor deze gebreken geen verhaal
heeft tegen haar verpachter; dat zij wel tegenover hem dezelfde
rechten heeft als deze die zij op haar vroegere kavel bezat, zijnde
vanzelfsprekend deze rechten die verband houden met de wette
lijke en contractuele verplichtingen van de verpachter (bv. inzake
pachtprijzen en pachttermijnen), doch zeker geen rechten met
betrekking tot gebreken en nadelen van de kavels die niet het
gevolg zijn van de niet naleving van wettelijke of contractuele
verplichtingen door de verpachter, doch die een gebruiksverlies
hebben tot stand gebracht ten gevolge van de ruilverkaveling;
[16],
173